Personalia
Bij onderzoeken naar de archieven van diensten en bedrijven wordt de beschrijving
van archiefbescheiden gericht op de specifieke taken van de betrokken diensten en
bedrijven. Materies van algemene aard die zich bij vele of alle gemeentelijke orga
nen voordoen, zoals de hiervóór vermelde comptabiliteitsbescheiden en personeels
zaken, worden als afzonderlijke studieprojecten behandeld.
De voorontwerpen zullen tenslotte met elkaar de totale studie van voor vernietiging
in aanmerking komende archiefbescheiden van (interne) gemeentelijke organen
gaan vormen.
Voortgezette vorming archiefbeheer.
Op 3 december 1974 werden voor de eerste maal de testimonia van deze opleiding
uitgereikt. Dat geschiedde in het ministerie van C.R.M. door de plv. secretaris
generaal van dat departement drs. H. Moerman. Drie kandidaten kregen het predi
kaat 'met veel genoegen', vijf 'met genoegen', acht kregen voldoende zonder meer
en aan vier kandidaten kon nog geen testimonium worden toegekend.
Bij de uitreiking werd het woord gevoerd door de voorzitter van de S.O.D., de
heer W. N. Berends; de voorzitter van de examencommissie van de S.O.D., de
heer G. J. Miserus, en de algemene rijksarchivaris mr. A. E. M. Ribberink. Deze
wees erop, dat bij de snelle ontwikkeling van deze eeuw het vereist is, dat het archi-
variaat steunend op een krachtig ontwikkelde registratuur staat in de eigen tijd.
Rijksarchiefdienst Afdeling Rijksinspectie
Met ingang van 5 maart 1975 is de voormalige vierde afdeling van het Algemeen
Rijksarchief onder de naam Rijksarchiefinspectie verhuisd naar 1 e Sweelinkcstraat 2.
's-Gravenhage, telefoon 070-469437. De samenstelling van de afdeling is als volgt:
Hoofd: H. J. van Meerendonk
Secretaresse: mevrouw A. M. E. H. Leuring
Bureau selectie en vernietiging, tevens plv. hoofd: P. Nienhuis
Bureau rijksarchiefinspectie: J. A. Masselink
Bureau juridische en algemene zaken: mr. S. P. Dijkstra.
Archieven Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie
De Ministerraad heeft besloten dat de minister van Onderwijs en Wetenschappen
in hoogste instantie beslist op verzoeken van derden, die inzage en gebruik willen
maken van de archieven, die berusten bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumen
tatie.
Na de inwerkingtreding van de Archiefwet 1962 en de overgang van het Rijks
instituut voor Oorlogsdocumentatie van CRM naar het ministerie van Onderwijs
en Wetenschappen is ten aanzien van een aanzienlijk deel van de feitelijk bij het
[214]
Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie berustende archieven de vraag gerezen of
ie archieven al dan niet in wettelijke zin zijn overgebracht naar de algemene rijks
archiefbewaarplaats.
Voorgesteld wordt er uit praktische overwegingen vanuit te gaan dat de bij het
Rijksinstituut berustende archieven geacht worden niet aan de algemene rijks
archiefbewaarplaats te zijn overgedragen. De Ministerraad heeft dit uitgangspunt
formeel aanvaard en tevens de minister van Onderwijs en Wetenschappen aange
wezen als degene, die in hoogste instantie beslist over verzoeken van derden tot
inzage of gebruikmaking van die archieven, die berusten bij het Rijksinstituut voor
orlogsdocumentatie echter met uitzondering van de archiefbescheiden, die onder
de zorg van de minister van Justitie vallen.
Ter gelegenheid van de verjaardag van H.M. de Koningin werden in archief-
ringen de volgende onderscheidingen verleend. Dr. L. P. L. Pirenne, rijksarchiva
ris in Noord-Brabant, en drs. M. K. J. Smeets, rijks archivaris in Limburg, werden
benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau. Tot ridder in dezelfde orde
werd benoemd de heer J. Th. H. de Win, oud-medewerker aan de provinciale ar-
chiefinspectie m Limburg.
pPEnder^. 0Verleed te Amsterdam op 74-jarige leeftijd jhr. ir.
P. F. O. R. Sickinghe, die van 29 mei 1945 tot 31 oktober 1963 directeur is
geweest van het Koninklijk Huisarchief.
varisCan Delft"26"10"" «di™'=l«™e„,earchi.
Per I januari 1975 is dr. P. Scherft ontlast van de inspectie der gemeente- en water-
schapsarchieven ,n Zeeland..) Voorlopig wordt de archiefinspectie in Zeeland waar-
genomen door de provinciale archiefinspecteur in Noord-Brabant.
Dr. M. P. van Buijtenen is sedert 1 maart 1975 geen rijksarchivaris in Utrecht meer
ledeNijstTpTteMTr'i" tetewn.b'^"™311' d6 bedoe,inè om Periodiek een
2 Zie Ned. Archievenblad 1974 blz. 231.
[215]