indeling in het gebied van de Brabantse riviermonden zal moeten worden overwogen, zullen wij aan dit aspect de nodige aandacht besteden. Waar ons is gebleken dat de geldende subsidienormen voor streekarchivariaten herziening behoeven streven wij er naar om in samenspraak met het minis terie van C.R.M. te komen tot een geëigender systeem van subsidiëring'. Kerkelijke archieven. De Nederlandse Provincie der Jezuieten. In het Jaarboek 1973 van het Katholiek Documentatie Centrum heeft de archivaris, J. T. P. Barten S.J., een overzicht gege ven van hetgeen aanwezig is in de archiefbewaarplaats van de Nederlandse Jezu ieten provincie, sinds begin 1970 gevestigd in een bijgebouw van het Collegium Berchmanianum, Houtlaan 2 te Nijmegen. Bij de archiefbewaarplaats is een con sultatiekamertje, waar men de stukken kan bestuderen met assistentie van de archivaris of diens medewerker A. Baltussen S.J. Talrijke inventarissen maken de archieven toegankelijk. Het overzicht noemt allereerst het archief van de provinciaals, die aan het hoofd stonden van de Nederlandse Provincie en van de missie-oversten, die tot 1849, het jaar van de oprichting van de Nederlandse Provincie, de Nederlandse Jezuieten bestuurden. Tot dit archief kan men ook rekenen een verzameling foto's van de leden en huizen van de Nederlandse Provincie, zowel in ons land als in de missie van Indonesië. Bovendien hoort er bij een collectie boeken, geschreven door leden van de Nederlandse Provincie en door de provinciaal ex officio ontvangen als een soort nacensuur. De catalogus van deze boekenverzameling is door de vorige archi varis, drs. A. Houben S.J. en zijn medewerkers uitgebouwd tot een bijna complete bibliografie van de leden van de provincie, waarin ook publicaties in tijdschriften zijn opgenomen. Daarnaast staat het archief van de provinciaal-econoom of boek houder van de provincie. En dan zijn er nog de kleinere archieven van de stichtin gen, die de Nederlandse Provincie voor de burgerlijke autoriteiten vertegenwoor digd hebben of nog vertegenwoordigen: de Vennootschap Villefort (tot 1887) en daarna de Sint Willibrordus -(voor de scholen), de Sint Bonifacius -(voor de eigen studiehuizen) en de Manresastichtingen (voor enige retraitehuizen). Van oudsher werden de archieven van opgeheven vestigingen naar het provincialaat overgebracht. Zo zijn in de archiefbewaarplaats terechtgekomen de archieven van de colleges van Katwijk, Culemborg en Sittard: de eerste met de boeken van de financiële administratie, de beide laatste helaas zonder deze; men vergeet wel eens, dat deze documenten ook tot een archief behoren! Gelukkiger is het gesteld met de aan deze archieven toegevoegde fotocollecties, waarvan die van Sittard al meermalen zijn nut heeft bewezen voor de plaatselijke geschiedschrijving. Een gedeeltelijk 18e eeuws archief is dat van het voormalige college van Raven- stein, dat tot 1773 in handen was van de Jezuieten. Het archief van de Jezuieten- statie van Ravenstein bevat zelfs talrijke 17e eeuwse archiefstukken. Te Ravenstein werd in 1850 het noviciaat van de toen pas beginnende Nederlandse Provincie ge vestigd, vanwaar het in 1865 werd overgeplaatst naar Huize Mariëndaal bij Grave, [208] waar het 1966 bleef. Hierna is het archief van het noviciaat naar de archief bewaarplaats van de provincie overgebracht. Dit is ook geschied met de archieven van het theologicum te Maastricht en het philosophicum van 1879 tot 1928 te Oudenbosch en daarna te Nijmegen gevestigd vanaf het moment dat deze wer den opgenomen in de Katholieke Theologische Hogeschool te Amsterdam. Van de opgeheven Jezuieten-'residenties' van Culemborg en Rotterdam (zowel de O.L. Vrouwekerk als de Sint Ignatiuskerk) zijn alleen de archiefstukken aanwezig die de paterscommunauteit betreffen: alle andere documenten betreffende zielzorg, gees telijke verenigingen, kerkbesturen enz. zijn ter plaatse achtergebleven. Hetzelfde is geschied met de archiefstukken van de nog niet zo heel lang geleden opgeheven Sint Ignatiuskerk (De Zaaier) te Amsterdam met dien verstande, dat de archief- delen van zielzorg en kerkbestuur al overgebracht waren naar het dekenaal archief van Amsterdam, dat ondergebracht is in het gemeentearchief aan de Amsteldijk. Naar de archiefbewaarplaats van de Nederlandse Jezuietenprovincie werd ook overgebracht het archief van het in 1962 opgeheven weekblad De Linie. Ook wer den in dit depót gedeponeerd de archieven van het nog bestaande Nationaal Bureau van het Apostolaat des Gebeds en het Landelijk Secretariaat van de Maria-Congre- gaties en ook dat van de afdeling Internaat van het Nijmeegse Canisius-College, toen deze afdeling werd opgeheven. Het archief van dit college zelf is echter nog ter plaatse aanwezig, geïnventariseerd door de heren Barten en Baltussen, die ook de archieven van de volgende instellingen ordenden en inventariseerden: het Sint Ignatius-College te Amsterdam, het Sint Aloysius-College te 's-Gravenhage, de mis- sieprocuur van de Nederlandse Jezuieten, ook wel de Sint Claverbond genaamd te Nijmegen, de Canisius- en de Sint Josephkerk te Nijmegen, de Teresia van Avila- kerk in 's-Gravenhage en de Krijtberg te Amsterdam. Deze archieven zijn nog ter plaatse aanwezig behalve de archiefdelen van zielzorg en kerkbestuur van de Krijt berg te Amsterdam, die overgebracht werden naar het bovengenoemd dekenaal archief. Het archief van het Sint Willibrorduscollege (Katwijk - de Breul) was reeds voor overbrenging naar de archiefbewaarplaats beschreven, maar deze be schrijving zal wegens de vele aanvullingen tot op bijna de huidige dag toe herzien moeten worden. In de archiefbewaarplaats der Nederlandse Jezuietenprovincie berusten voorts de archieven van de Katholieke Sociale Centra van Amsterdam (Gabriël Metsustraat), Rotterdam-Centrum en Schiedam-Vlaardingen, en ook dat van de Schola Carolina, de school voor late roepingen, in s-Gravenhage, en het archief van de vereniging Geloof en Wetenschap' (afd. Krijtberg) te Amsterdam, waaruit de studentenver eniging Sanctus Thomas Aquinas gegroeid is. De handschriftenverzamelingen zijn als bibliotheken volgens rubrieken gecatalogiseerd en van een klapper op persoons- en plaatsnamen voorzien. Deze verzameling bestaat uit originele en overgeschreven handschriften en vindt zijn oorsprong in hetgeen drie Jezuieten, P. Bongaerts, Jac. Herraets en A. van Lommei in de vorige eeuw bijeenbrachten. Laatstgenoemde werkte onder andere drie jaren lang in het Brussels Algemeen Rijksarchief en de Koninklijke Bibliotheek, waar zich de meeste documenten over de geschiedenis van de Jezuieten in Nederland tot 1773, het jaar van hun opheffing, bevinden. Waar- [209]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 45