In de verschillende gemeentehuizen werden 67 (v.j. 57) archiefbezoekers genoteerd, die 100 (v.j. 81) bezoeken brachten. Archiefinspectie in Noord-Brabant. Na het overlijden van de inspecteur mr. H. J. Bernsen op 13 januari 1970 ontstond een vacature, die eerst op 1 augustus 1972 weer werd vervuld met de benoeming van drs. I. W .L. A. Caminada. Deze consta teerde een achterstand bij de naleving van de op 1 mei 1968 in werking getreden Archiefwet 1962. Ondertussen is in aansluiting aan het werk van de heer Bernsen uitbreiding van bestaande en totstandkoming van nieuwe streekarchivariaten te verwachten (Zuidelijke Kempen, Land van Heusden en Altena). De gemeenten Oosterhout en Waspik kregen als eerste in deze provincie de beschikking over een zgn. geprefabriceerde archiefbewaarplaats3. In het kader van de streekarchivariaten gaat men meer aandacht besteden aan de registratuurarchieven, met als resultaat dat in de archivariaten in het Land van Ravenstein en het Graafschap Megen en in 'Nassau-Brabant' de formatie werd uitgebreid met een streekregistrator. De provinciale archiefverordening werd vastgesteld. In de beleidsnota 1975 merken Gedeputeerde Staten over positie, taken en werkwijze van de provinciale archief inspectie het volgende op: 'De provinciale inspecteur der archieven neemt in het provinciale bestel een betrekkelijk unieke plaats in. Hij wordt niet zoals de andere provinciale ambte naren op grond van artikel 76 van de provinciewet benoemd door gedeputeerde staten, maar door provinciale staten, dit op grond van artikel 22, tweede lid, van de archiefwet 1962, welke in 1968 in werking is getreden. De provinciale inspecteur is rechtstreeks werkzaam onder gedeputeerde staten. De reden hiervan is gelegen in het feit dat hem bij de archiefwet 1962 als nieuwe taak is opgedragen het toezicht op de zorg voor de provinciale archiefbescheiden. Om deze taak in onafhankelijkheid te kunnen verrichten heeft de wetgever aan de archiefinspecteur een aparte positie toegedacht. Hieruit vloeit voort dat de ar chiefinspecteur niet beschouwd mag worden als ambtenaar van de griffie. Enige andere provincies (Gelderland en Limburg) hebben daarom besloten tot instelling van een afzonderlijke provinciale dienst der archiefinspectie. Wij menen dit voorbeeld niet te moeten volgen. In de afgelopen twee jaren is ge bleken dat ook zonder verdere formele regeling geen problemen hoeven te ontstaan. Waar het om praktische redenen van administratie en materiaalvoor ziening e.d. nodig is om de archiefinspectie in de organisatie in te passen heb ben wij besloten dat een en ander zal geschieden via de IVe afdeling van de griffie. Wat de taken van de archiefinspectie betreft geven archiefwet en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten de formele kaders. Centraal staat de opvatting dat de functie van de archiefinspecteur, naast controlerend en rapporterend, ook begeleidend, adviserend en stimulerend is. Van hem worden initiatieven verwacht tot oprichting van streekarchivariaten, ordening van archieven en dergelijke. Hij geeft voorlichting tot verbetering van geconstateerde gebreken 3 Zie bijv. Ned. Archievenblad 1970 blz. 329-330. [206] en verleent deskundige hulp bij inventarisatie en vernietiging van archieven. Ook bij de bouw en inrichting van archiefbewaarplaatsen geeft hij advies. Kortom de inspecteur bevordert dat de gemeenten en waterschappen de hun bij de archiefwet opgedragen verplichtingen naleven, mede om het particulie ren, recht- en bewijszoekenden mogelijk te maken met vrucht in de archieven werkzaam te zijn. Wanneer daarbij problemen van bijzondere aard rijzen geeft hij daarvan tussentijds kennis aan ons college opdat wij dan de geëigende maatregelen kunnen treffen. In afwijking van enkele andere provincies (Zuid- Holland, Zeeland en Limburg) waar ter inspectie inventarisatie-arbeid ten behoeve van gemeenten en waterschappen wordt verricht achten wij het in het algemeen niet tot de taken van de inspectie te behoren verder te gaan dan begeleiding van ordeningswerkzaamheden. In eerste instantie dienen de be trokken besturen zelf voor een goede en geordende bewaring van hun archie ven te zorgen. Evenwel daar waar geen andere mogelijkheden aanwezig zijn en ook niet te verwachten valt dat deze binnen afzienbare tijd zullen ontstaan, zal de archiefinspectie deze taak ter hand dienen te nemen. In voorkomende ge vallen zullen wij een stage-mogelijkheid bij de inspectie scheppen, waardoor dan onder leiding van de inspecteur een adspirant-archiefambtenaar zich middels ordening van een archief kan bekwamen voor het diploma van middel baar archiefambtenaar. De inspecteur valt uiteraard onder het ambtenarenreglement van de provincie Noord-Brabant. Gelet echter op de specifieke taken van de provinciale archief inspecteur, werd voor deze functionaris een aparte taakomschrijving opge steld.' Ook op de ontwikkeling van streekarchivariaten wordt door Gedeputeerde Staten in hun beleidsnota ingegaan: 'Zoals reeds hiervoor medegedeeld is ons streven erop gericht dat de onder ons toezicht staande besturen zelf zorg dragen voor hun archieven en bijge- volge een deskundig beheer waarborgen. Omdat voor een groot aantal ge meenten en waterschappen aanstelling van een eigen archivaris niet mogelijk is, trachten wij de samenwerking van gemeenten en waterschappen op dit vlak te bevorderen. In het verleden is deze samenwerking soms langs grillige lijnen verlopen. Het gemeenschappelijk archivariaat Nassau-Brabant bijv. is ontstaan uit een samenwerking van geografisch zo verspreid liggen gemeenten als Ze venbergen, Steenbergen, Zundert en Rijsbergen. Bij andere streekarchivariaten is de samenwerking ontstaan binnen een historisch kader. Zo heeft het streek- archivariaat in het kwartier van Oisterwijk getracht zoveel mogelijk de ge meenten te omvatten welke liggen binnen de grenzen van het voormalige kwartier van Oisterwijk van de Meierij van 's-Hertogenbosch. Bij de bevordering van samenwerkingsverbanden op archiefgebied achten wij het in het algemeen wenselijk dat waar mogelijk rekening wordt gehouden met historisch gegroeide verhoudingen en betrekkingen. Ook bij een herverkaveling van de streekarchivariaten in West-Brabant welke na de gemeentelijke her- [207]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 44