excuses aan te bieden. De gevolgtrekkingen naar aanleiding van het papyrus dienen
daarmee als vervallen beschouwd te worden. Ook vervalt mijn verontschuldiging
voor de misstap, die de bisschop in 1226 met de eigen produktie van een 'keizerlijk'
charter beging. Er was tevoren nooit extra betaald voor papyrus, al blijft waar,
dat het perkament ook goed betaald zal moeten zijn. Gehandhaafd blijft, dat de
koningscharters ook in deze vorm authentiek waren en dus in zichzelf bewijs vorm
den van het daarin neergelegde.
J. C. Kort
SUMMARY
The author presents some additions to his former article on Utrecht charters. He
mentions the inventory of the charters of he counts of Holland, drawn up by Joost
Sasbout and Vincent Dammasz. in 1517, which was copied by Cornelis Suys. Be
sides he has to apologise for an error, which needs rectification. After all the
papyrus, which was in his idea used for some solemn charters, proved to be ordi
nary parchment.
[174]
Archiefdiensten en Centraal Bureau voor Genealogie,
een terugblik - een overpeinzing - een blik vooruit
Toen in mei 1945 het prille geesteskind van Jhr. Mr. E. A. van Beresteyn al
vóór de oorlog geconcipieerd het daglicht aanschouwde, stonden als doopheffers
en goede feeën mede aan de wieg het toenmalige Ministerie van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen en de algemene rijksarchivaris.
Nu heeft het wicht de leeftijd van dertig jaar bereikt en is daarmee zelfs volgens
de meest conservatieve maatstaven tot volledige volwassenheid gekomen. Als
'vrouw van de wereld' heeft de stichting éénmaal een kind gebaard, waarvan de
verwekking aan verschillende vaders kan worden toegeschreven: het Iconographisch
Bureau.
Twee wensen van Van Beresteyn zijn, ondanks de voorspoedige groei van het
Bureau, niet in vervulling gegaan: dat de stichting selfsupporting zou worden en
dat alle documentatieverzamelingen op genealogisch en heraldisch gebied bij het
bureau zouden komen te berusten.
Die eerste wens steunde op de in 1945 al achterhaalde idee, dat er enerzijds wel
een aantal bemiddelde heren te vinden zou zijn, bereid om voor niets of bijna
niets hun beste krachten aan de genealogie te wijden, en anderzijds een nog groter
aantal gegoede lieden, die door hun milde gaven en bijdragen dat 'bijna niets'
wel wilden opbrengen. Weliswaar kan het Centraal Bureau rekenen op de financiële
steun van een groot aantal donateurs ('vrienden'), maar deze is bij lange na niet
voldoende om het omvangrijke en arbeidsintensieve werk geheel te bekostigen. De
jaarlijkse subsidie van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk dekt in feite de personeelslasten, de overige kosten worden bestreden door
de donaties, de opbrengst van verkochte publikaties en de voor onderzoek in reke
ning gebrachte bedragen.
De tweede wens van Van Beresteyn wordt in de nabije toekomst ten dele vervuld.
Zowel het Centraal Bureau voor Genealogie, als het Iconographisch Bureau en
"De Leeuw' zullen immers met het Algemeen Rijksarchief in één gebouw komen,
met de Koninklijke Bibliotheek als buurman. Daarmee wordt een voor het publiek
zeer prettige concentratie tot stand gebracht, waarbij het van minder belang is wie
eigenaar of beheerder van bepaalde verzamelingen is, als ze maar toegankelijk en
bereikbaar zijn.
Ook op andere, door Van Beresteyn niet te voorziene, manier wordt dagelijks ge
werkt aan de vervulling van die tweede wens. De microfilmdienst van het Centraal
[175]