Toch blijken deze visies in andere landen minder streng gescheiden.
A. Mitiukov (Oekraïne) zegt dat het directoraat-generaal van de archieven bij de
Raad van Ministers van de volksrepubliek Oekraïne 26 delen heeft uitgege
ven met historische overzichten van de bronnen voor de geschiedenis van
steden en dorpen in de Okraïne.
Dr. Kosticky (Tsjecho-Slowakije) merkt op dat van de meeste depots in Slowakije
gidsen zijn verschenen. Per jaar wordt een honderdtal inventarissen gepro
duceerd, waarvan er ongeveer tien in gedrukte vorm verschijnen. Na het
twintigjarig bestaan van de vereniging van Archivarissen in Slowakije zal
een totaal overzicht van alle verschenen inventarissen verschijnen. Het is
niet duidelijk of in Slowakije door archieven ook bronnenuitgaven worden
bezorgd.
Dr. Smith (Canada) acht samenwerking op het gebied van bronnenuitgaven met
universitaire instituten zinvol, mede omdat daardoor de mogelijkheid wordt
geopend de academische wereld te interesseren voor en financieel te be
trekken bij de uitgave van inventarissen.
Dr. Alsberg (Israël) schaart zich aan de zijde van hen, die er voor pleiten dat de
verantwoordelijkheid voor bronnenuitgaven bij de historische instituten be
rust.
d. Personeel voor verzorging uitgaven
Door verschillende deelnemers wordt gepleit voor een speciale staf, die zich met
de verzorging van publicaties kan bezig houden.
Dr. Wijffels (België) stelt, dat men bij een keuze tussen verschillende publicitaire
activiteiten absolute voorrang moet geven aan gidsen en inventarissen. Hij
bepleit wel een zo ruim mogelijke verspreiding van deze inventarissen.
e. Het microfiche publicatie programma
Dit programma van de Internationale Archiefraad moet door alle archieven van
alle betrokken landen worden gesteund.
Dr. Alsberg (Israël) acht met microfiche-inventarissen het auteursrecht moeilijk te
bewaken.
Ch. Kecskeméti (CIA) wil met de betreffende landen contracten zien opgemaakt
i.v.m. de samenstelling van deze inventarissen. Ook wordt een zekere voor
zichtigheid bepleit t.a.v. dit soort archieven. De selectie dient eerst op natio
naal niveau te geschieden. Daarna harmonisation internationale.
Conclusie: Meer eenvoudige overzichten en jaarverslagen zijn gewenst voor het
grote publiek.
In het algemeen is men het er over eens, dat er meer eenvoudige overzichten en
jaarverslagen dienen te worden samengesteld voor het grote publiek en dat men
daarnaast eventueel meer uitgebreide, op de wereld van de wetenschap gerichte
gidsen en inventarissen kan maken.
[156]
Een groepje deelnemers aan de Table Ronde in Ottawa. V.l.n.r. dr. Albert H. Leisinger,
Chairman Microfilm Committee U.S.A., dr. Oscar Gauye Zwitserlandmr. John lmrie
(Schotland), mevr. Maria Soveja (Roemenië), mr. Brian Trainor (Noord-Ierland) en
dr. L. P. L. Pirenne (Nederland).
Maria Soveja, Hoofd van de sectie voorlichting van de generale directie van de
Staatsarchieven van Roemenië, merkt daarbij op, dat de archieven in haar
land werkzaam zijn op het gebied van de opvoeding van het volk tot patriot
tisme en internationale solidariteit. En passant deelt zij mee, dat de archie
ven in Roemenië zeer actief zijn en dat onlangs een woordenboek met ar-
chivistische termen is uitgekomen.
De derde zitting (dinsdag 8 oktober 14 uur) werd voorgezeten door Dr. Gyözö
Gember, directeur van het Nationaal Archief van Hongarije, en ingeleid door de
heer Dagfinn Mannsaker, algemene rijksarchivaris van Noorwegen.
Het te behandelen thema was archiefmusea en tentoonstellingsactiviteiten.
In eerste instantie wordt de vraag gesteld of men een ruimte, waarin permanent
archiefstukken zijn tentoongesteld, als een archiefmuseum mag betitelen. Ruimten
van deze aard zijn er in vele grotere archiefgebouwen te vinden. Musea in eigen
lijke zin, waar archiefstukken worden vermengd met museale voorwerpen, worden
slechts in enkele landen in stand gehouden of voorbereid, dit laatste met name in
Australië, Gambia, Kenya en Luxemburg.
[157]