JR' ft tf-ilVi-t» e) de aanwezigheid van meerdere exemplaren, reprodukties, negatieven e.d., gebruik van de afbeelding voor exposities e.d. Zowel onder punt 15 als onder punt 16 kan het aantal op te sommen bijzonderheden naar behoefte worden uitgebreid. 17. Nummers of codes. Om een afbeelding te registreren ontvangt hij een of meer nummers of codes. We onderscheiden: Stam(boek)- of aanwinstnummer; deze nummers ontvangen de afbeeldingen in volgorde van verwerving. Catalogusnummer: ontleend aan de plaats die de afbeelding in de verzameling inneemt. Plaatsingsnummer; dit is een aanduiding van de plaats waar de afbeelding op geborgen is De nummers die het meest relevant zijn om de plaats van een catalogusfiche of de verblijfplaats van de afbeelding vast te stellen worden gewoonlijk bovenaan op het beschrijvingsfiche geschreven. Naast de hierboven genoemde nummers kan een in de topografisch-historische atlas beschreven afbeelding ook nog een inventarisnummer hebben van een archief waartoe hij behoort of een catalogusnummer van een bibliotheek. Ook deze num mers worden in de beschrijving opgenomen, (zie hierboven 16b). C. Opmerkingen over de beschrijving van verschillende soorten afbeeldingen. Behalve wat hierboven onder B in 't algemeen over beschrijven al is gezegd, kan over de beschrijving van verschillende soorten afbeeldingen nog het volgende op gemerkt worden: 1. Topografische voorstellingen. Hieronder verstaan we landschaps-, stads- en dorpsgezichten, afbeeldingen van bouwwerken (interieurs en exterieurs) e.d. We vermelden: plaatsnaam (tenzij het werkterrein van de verzameling in feite tot één plaats beperkt is), namen van stra ten, pleinen, wateren e.d. die op de afbeelding te zien zijn, namen en functies van afgebeelde gebouwen. Genoteerd wordt uit of naar welke richting het afgebeelde gezien wordt; van gebouwen welke zijde te zien is. Voor profielen, vogelvluchten en luchtfoto's e.d. geldt in principe hetzelfde; de aanduiding van het afgebeelde terrein is hierbij wat moeilijker dan bij de ruimtelijk iets meer begrensde straatgezichten e.d. Men kan enkele kenmerkende gebouwen, straten of wateren noemen en eventueel de begrenzing van het afgebeelde gebied. Bij vogelvluchten en luchtfoto's zou men kunnen verwijzen naar een vakkeninde- ling of wijkindeling op een plattegrond. Hulpmiddelen bij de beschrijving: plaatsbeschrijvingen, publikaties over bepaalde gebouwen e.d. [144] Afb. 5 Een topografie-afbeelding: het dorp Benthuizen, waarschijnlijk gezien uit zuidelijke rich ting. Op de voorgrond water, waar men bezig is met verveningswerk, het z.g. slagturven. Onderschrift 'Benthuisen'. Gewassen tekening, oostindisch inkt. Gesigneerd links onder C[ornelis] Pronk del. ad viv. 1731'. Afmetingen: blad 12 x 16 cm. Bij de annotatie kan vermeld worden: Ie. dat de windrichting bepaald is aan de hand van de situatie van de kerk (koor waarschijnlijk aan de oostzijde), 2e. dat het blad vochtvlekken vertoont, 3e. ^3iq6 teken'ng °P een veilinS biJ Pai|l Brandt in Amsterdam gekocht is, mei 1967, voor Gemeentearchief Rotterdam, XXXI 9.03 2. Historie-afbeeldingen. Dit zijn afbeeldingen van gebeurtenissen die aan een bepaalde datum gebonden zijn. Vaststellen van deze datum, liefst met maand en dag, is voor de beschrijving dan ook zeer belangrijk. Bij de beschrijving worden genoemd: de voorgestelde gebeurtenis, de plaats van handeling, de afgebeelde personen (eventueel alleen de belangrijkste). Voorbeeld: [145]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 13