Afb. 3 Willem van Oranje, ernstig ziek liggend tijdens het ontzet van Leiden in 1574. Deze historieprent, waarop de prins bijna bezwijkt onder de aan hem bestede zorgen, dient kritisch te worden bekeken. Uit het jaartal achter de naam van de graveur blijkt dat de afbeelding pas in de 18e eeuw gemaakt is. De beschrijving in 'Roterodamum Illustratum' (no. 1236) luidt: 'Prins Willem I door eene hevige ziekte te Rotterdam in het Princehof overvallen. 1574'. Onder de annotatie (zie I B-15 b) kan aangetekend worden dat de vermelding 'Princehof' als plaats van handeling onjuist is dit bestond toen n.l. nog niet maar dat het de Sint Jorisdoelen was. Auteurs en uitgevers zijn: J. Buys, ont werper en tekenaar, Th. Koning, graveur. T. Smit zoon en W. Vermandei drukkers/ uitgevers. De prent is afkomstig uit J. Nomsz, 'Willem de Eerste of de grondlegging der Nederlandsche vrijheid; in 24 zangen', Amsterdam, D. Klipping, 1779. Gemeentearchief Rotterdam, R.I. 1236 Het kader, d.w.z. de al dan niet versierde rand die de afbeelding omringt. Men meet dan de buitenzijde van het kader. Vaak valt de titel, een onderschrift o.i.d. echter buiten het kader; alleen het kader meten bevredigt dan niet.14 De moet of plaatindruk, in het papier nagelaten bij het afdrukken van b.v. een ets of kopergravure, kan gemeten worden. Deze mogelijkheid vervalt als een dergelijke afbeelding binnen de moet is afgesneden. Het hele blad kan men ook meten; de afmetingen hiervan zijn van belang als het er om gaat een indruk te krijgen van de plaats die een afbeelding b.v. op een tentoonstelling zal innemen. De maten van het blad zeggen echter niets over de afmetingen van de afbeelding, die veel kleiner kunnen zijn. Bij een afbeelding zonder kader, die lang niet het hele blad vult, worden de maten van de afbeelding (die mogelijk slechts globaal vast te stellen zijn) ge meten. Vaak is het raadzaam om enkele mogelijkheden te combineren; men noteert dan b.v. 'blad 65 x 50 cm, moet 44,6 x 32,3 cm'. In twijfelgevallen moet steeds vermeld worden wat men gemeten heeft.1» Is een afbeelding niet rechthoekig, dan kan men b.v. noteren: 'rond, middellijn 13 cm', 'ovaal, 16 x 20 cm' 'onregelmatig, ca 120 x 60 cm' (grootste hoogte x grootste breedte). Bij foto's kunnen de standaardformaten (13 x 18 cm, 18 x 24 cm enz.) vermeld worden, ook als werkelijke afmetingen daar enigszins van af zouden wijken. 14 Volgens de 'Regels voor de titelbeschrijving' (vgl. noot 2) par. 112 en de internationale gebruiken bij het beschrijven van kaarten meet men de buitenafmetingen van het kader. 15 Is een afbeelding ingelijst of zit hij op zodanige wijze in een passe-partout dat de juiste afmetingen van het blad, de moet of het kader niet te meten zijn, dan meten we het zichtbare gedeelte van de afbeelding. Dit heet de 'dagmaat'. [141]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1975 | | pagina 11