'VjKV s «•«fl. m m wJ i *»u *J *S ♦Jut A Stippel gravure de punten werd de afbeelding in het koper gedreven. De grootte, diepte en onder linge afstand bepalen de toon op de afdruk, die stippelgravure genoemd wordt. Een geheel andere manier om een afbeelding in het koper te krijgen is etsen. De koperplaat wordt bedekt met een dunne zuurbestendige laag, waarin de afbeelding gekrast wordt met een etsnaald. Als het geheel hierna in een zuurbad gaat, kan het koper alleen aangetast worden op de plaatsen waar de zuurbestendige laag ver wijderd is door de etsnaald. Ook deze techniek kent vele variaties. Al deze tech nieken hebben hun eigen karakteristieke lijnen en vlakvullingen. Bij het kiezen van de techniek zal de kunstenaar zich afvragen welke techniek zijn afbeelding het beste tot uiting zal brengen. Hierbij zal hij in aanmerking nemen dat de technische mogelijkheden bij de verschillende technieken uiteenlopen. Grote gearceerde vlakken kunnen goed met de burijn gegraveerd worden, maar als een afbeelding vele kleine warrige lijntjes verlangt zal hij al gauw tot etsen overgaan. Ets 10 x vergroot Heel vaak komt het voor dat een prent gedeeltelijk geëtst en gedeeltelijk gegra veerd is. 3. Vlakdruk. Lithografie of steendruk is de jongste der grafische technieken. De uitvinding door Aloys Senefelder dateert van 1796. De drukvorm is een glad gepolijste steen en de techniek berust op het verschijnsel dat water en vet elkaar afstoten. De afbeelding wordt rechtstreeks op de steen getekend met vette inkt of vet krijt. Langs chemische weg wordt een verbinding tot stand gebracht tussen de steen en het vet, waarna de steen schoon gemaakt wordt. Wat nu overblijft is ogenschijnlijk de steen waar we mee begonnen. Onzichtbaar in de vorm van vet is echter de af beelding in de steen aanwezig. Als we de steen licht invochten stoot het vet van de afbeelding het water af. De rest van het oppervlak zal echter het vocht aannemen. %t*- :>- ■- 10 x vergroot [272] [273]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 9