Droge naald 10 x vergroot beelding wordt verdiept in het metaal aangebracht, waarna de plaat geïnkt wordt. Na het inkten wordt het oppervlak zorgvuldig schoongemaakt, zodat alleen de groe ven inkt blijven bevatten. Onder zware druk wordt nu vochtig papier waarachter een plaat vilt ligt, op de plaat geperst, zodat het papier in de groeven dringt en de achtergebleven inkt opneemt. De persing vormt ook een afdruk van de plaat in relief in het papier. Er zijn vele mameren om een afbeelding verdiept in het koper aan te brengen en met de gebruikte manier wordt de techniek aangeduid. Het komt echter vaak voor dat een kunstenaar voor verschillende gedeelten van zijn afbeelding verschillende technieken kiest. De meest voorkomende techniek is wel de gravure. De afbeelding wordt met een 'burijn' rechtstreeks in de koperplaat gegraveerd. Door de vorm van de burijn wordt het koper uitgestoken, zodat een strakke lijn ontstaat die meestal in een scherpe punt uitloopt. Een heel andere lijn geeft de 'droge naald' techniek. Hierbij wordt de afbeelding Zwarte kunst 10 x vergroot in het koper gekrast. Het verplaatste materiaal wordt niet uitgestoken maar blijft als een braam langs de groef staan. De inkt die hierin achterblijft zorgt voor een lijn met onregelmatige randen. Bij 'zwarte kunst' werkt men ook met bramen. Met een wiegijzer wordt de hele plaat ermee overdekt, zodat deze, als we er een afdruk van zouden maken, één zwart vlak zou afgeven. Met een schraap- en polijststaal worden vervolgens de plaatsen bewerkt die lichter van toon moeten worden. De volkomen glad gepolijste delen zullen bij het afdrukken geen inkt bevatten en op de afdruk volkomen wit blijven. In de achttiende eeuw werd deze techniek veel gebruikt voor het maken van portretten. Een ander stuk gereedschap waarmee de koperplaat rechtstreeks werd bewerkt was de puntslag, Frans 'poin?on' en hiervan weer de Nederlandse verbastering 'ponsoen'. Het is een staaf met een bolronde metalen kop waarop scherpe punten staan. Met [271] [270]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 8