afbeeldingen zijn bijna altijd aan een datum gebonden, soms aan een periode. Vooral in deze categorie afbeeldingen vinden we veel topografische gegevens die we ook kunnen benutten voor de afdeling topografie. Door het verzamelen van persfoto's over actualiteiten produceren we een verzame ling historische afbeeldingen voor de toekomst. Denk hierbij niet dat dit een taak is die al door persfotobureaux wordt verricht. Bij dergelijke instellingen is de orde ning vaak zeer gebrekkig en zeker niet gericht op regionale of plaatselijke ge schiedschrijving. 3. Personen. Deze verzameling zal meestal bestaan uit alfabetisch geordende portretten. De practijk heeft uitgewezen dat de benaming 'personalia' beter is dan 'portrettenver- zameling'. Het ruimere begrip opent namelijk de mogelijkheid in deze collectie ook zaken onder te brengen als spotprenten, foto's van grafmonumenten, heraldi sche gegevens, enz. 4. Zeden en Gewoonten; Varia. In deze verzameling kunnen we onderwerpen aantreffen als mode, volksfeesten, godsdienstige aangelegenheden, kinderspelen, begrafenissen, straatfiguren, enz. De onderwerpen zullen voor iedere atlas naar behoefte moeten worden samenge steld, aangepast aan verzamelgebied en omvang van de verzameling. C. Bouwtekeningen en kaarten moeten naar hun herkomst in vele gevallen als archiefstuk worden beschouwd: zij moeten dan ook als zodanig worden behandeld. In vroeger tijden, toen het herkomstbeginsel1 nog niet algemeen was doorgedron gen, meende men goed te doen door afbeeldingen uit de archieven te lichten en in de atlas onder te brengen, waarbij dan nog vaak werd verzuimd hun herkomst op een of andere wijze vast te leggen. Het is duidelijk, dat deze werkwijze in het licht van de moderne archivistiek onaanvaardbaar is. Dit neemt overigens niet weg, dat met het oog op de doelmatige berging, raadpleging en bestudering van archivalische afbeeldingen, het uit practisch oogpunt wenselijk kan zijn het dagelijks beheer van dergelijke stukken te combineren met het atlasbeheer: men plaatst ze dan niet in, maar bij de atlas. Deze methode verdient met name aanbeveling voor rijks- en ge meentearchieven, waaraan een atlas als afzonderlijke afdeling is verbonden. De Handleiding van Muller, Feith en Fruin heeft deze mogelijkheid trouwens openge laten in paragraaf 67, waar wordt gezegd, dat de berging van een archief geheel onafhankelijk is van de indeling en de inventarisatie. Gaat men hiertoe over, dan zal men de uit de archieven gelichte stukken per archief in afzonderlijke kasten of dozen, buiten het verband van de eigenlijke atlas, moeten bergen en door duide lijke opschriften en verwijzingen het verband van de stukken met de archieven vast leggen. Het spreekt hierbij vanzelf, dat men op de zelfde wijze te werk moet gaan met archiefstukken die vroeger ten onrechte in de atlas zijn opgenomen, voor zover het althans nog mogelijk blijkt hun herkomst vast te stellen. rrehrarh^w'omstbegmse:1 is het beginsel, dat ieder archiefstuk behoort te worden terug- fke plaats waanut het afkomstig is en in dat archief op zijn oorspronke- [266] III. Techniek en materiaal. Het materiaal en de techniek waarmee een afbeelding tot stand komt bepalen welke materiële verzorging nodig is om haar in goede staat te houden. Ook voor de waar debepaling is het noodzakelijk de techniek te weten. Dit houdt in, dat we aan een afbeelding moeten kunnen zien hoe zij gemaakt is. Dit is geen kleinigheid. Er bestaan vele technieken en vaak komt het voor dat een kunstenaar voor het tot stand brengen van een afbeelding meer dan één techniek kiest. Het zou te ver voeren op deze plaats diep op dit onderwerp in te gaan, temeer daar er goede en goedkope boekwerkjes in de handel zijn die althans de verschil lende prenttechnieken uitgebreid en met afbeeldingen toegelicht beschrijven. Een aantal titels zal hierna worden opgegeven. Iets over het tot stand komen van een afbeelding mag hier echter niet ontbreken. In de eerste plaats onderscheiden we drie hoofdvormen, te weten tekeningen prenten - reproducties. Bij een tekening zijn alle lijnen en vlakken stuk voor stuk door de kunstenaar op papier gezet. Een prent is gedrukt. De drukvorm echter is met de hand gemaakt en vaak zal de kunstenaar die de drukvorm maakte zelf de handpers bedienen. Een reproductie is altijd gemaakt van een reeds bestaand voorwerp of een reeds bestaande afbeelding. De drukvorm komt langs fotografische weg tot stand en de afdrukken komen van de machinaal aangedreven pers. Dit zijn dus in het kort de verschillen tussen de soorten afbeeldingen, die we nu nog stuk voor stuk gaan bekijken. A. Tekeningen. De tekenaar die zijn afbeelding rechtstreeks op papier aanbrengt, produceert hier mee een unicum. Wel kan hij dezelfde afbeelding een aantal malen tekenen, maar détailverschillen zullen er zijn. Vele materialen staan hem ten dienste: zilverstift, krijt, houtskool, potlood, viltstift enz. Inkten en verven kunnen verwerkt worden met pen en penseel. De techniek van een tekening duiden we aan door het materiaal en/of gereedschap te noemen dat de kunstenaar heeft gebruikt. Dit is een onderdeel van de beschrij ving en het is belangrijk dat degene die de beschrijving leest zonder de tekening te kennen, zich er een voorstelling van kan maken. B. Prenten. Naar de manier waarop ze gedrukt worden kunnen we de prenten in drie groepen verdelen. [267]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 6