Als vervolg op deze explicatie werd met de bezoekers een zeer geanimeerde rond
gang door het archiefgebouw gemaakt. Veel belangstelling toonde minister Van
Doorn daarbij voor de inrichting van het restauratieatelier, voor de vervaardiging
en opberging van microfilms en voor de werkwijze van de geluidsafdeling. Het
unieke karakter van het Rotterdamse geluidsarchief sprak Zijne Exc. kennelijk zeer
aan. Ook het moderne studiezaalcomplex met zijn talrijke technische voorzieningen
werd bezichtigd, evenals de film- en dia-accommodaties en natuurlijk de tentoon
stelling van curiosa en specimina uit de omvangrijke topografisch-historische col
lectie, waar Rotterdam zich terecht op mag beroemen. Het was een wellicht met
alledaagse ervaring voor deze Minister en zijn ambtenaren bij hun bezoek aan Rot
terdam een archief te hebben leren kennen, waar nu eens niet de klachten en zor
gen de pan uitborrelen, maar waar erkentelijkheid over de geboden mogelijkheden
de sfeer lijkt te bepalen.
Alex van der Woel
Archieven van de Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij
naar het Rijksarchief in Gelderland
Op 17 oktober 1974 heeft de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij haar
archieven van 1888 tot en met 1962 in bewaring gegeven aan het Rijksarchief in
Gelderland te Arnhem. Nadat de fungerend rijksarchivaris in Gelderland drs. G. J.
Mentink een welkomstwoord gesproken had, werden de archieven aangeboden
door de voorzitter van de Vereniging Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschap
pij mr. C. Th. E. graaf van Lynden van Sandenburg.
Deze wees er daarbij op, dat toen in 1972 de Heidemaatschappij haar werkorgani
satie verzelfstandigde tot de N.V. Heidemaatschappij Beheer, zowel het bedrijf als
de vereniging behoefte hadden aan bezinning op hun toekomstbeleid. Daarbij heeft
men kennis nodig van het denken en handelen in het verleden. De Heidemaat
schappij heeft veel daaromtrent vastgelegd in haar Tijdschrift, gedenkboeken en
andere publicaties. Toch is voor een goed inzicht in de geschiedenis naast deze
voor extern bestemde publicaties, ook het interne archief van groot belang.
Ook voor andere auteurs, bijv. op het terrein van de economische en sociale ge
schiedenis, is kennis van de Heidemaatschappij-historie van belang. De Heide
maatschappij was sinds haar oprichting in 1888 wegbereider o.a. voor Staatsbosbe
heer en de Cultuurtechnische Dienst. Zij huisvestte gedurende kortere of langeie
tijd organisaties als de Nederlandse Fruittelers Organisatie, de Combinatie van Bin-
nenvissers en de Bosbouw en Cultuurtechnische School. Doordat de Heidemaat
schappij in haar dienstenpakket sterk gericht was op de problemen die in verschil-
lende perioden bij haar opdrachtgevers leefden, treft men in haar geschiedenis vele
en veelsoortige initiatieven aan zoals ruilverkaveling, forellenteelt, compostberei-
ding, populierenselectie, drainagetechnieken, ontwikkelingshulp, sport- en recreatie
voorzieningen.
Willen zowel Heidemaatschappij Vereniging én werkorganisatie als anderen
van deze gegevens een goed gebruik kunnen maken, dan is een vakkundige behan
deling noodzakelijk. De inbewaringgeving beoogt niet alleen letterlijk een bewaring
door het Rijksarchief, maar houdt ook in: ordening, inventarisatie en wetenschap
pelijke begeleiding bij studies. Daarmee wordt ons archief 'toegankelijk' en gedeel
telijk openbaar Vandaag wordt de periode 1888-1963 in bewaring gegeven met de
bedoeling de belangrijke periode van de eerste 40 jaren openbaar te maken. De in
tentie is dat volgende decennia geleidelijk zullen volgen. Aldus graaf Van Lynden
van Sandenburg.
De algemene rijksarchivaris mr. A. E. M. Ribberink schetste in zijn toespraak het
grote belang van de archieven van organisaties, die zich naast de staat bekommeren
om zaken van algemeen belang. Zij kwamen voort uit de burgerij en steunden op
de kennis van de betrokkenen en op een menigmaal belangenloze toewijding. De
archieven van dergelijke stichtingen, fundaties, kamers, verenigingen, compagnieën
en maatschappijen berusten nogal eens naast de overheidsarchieven in de openbare
archiefbewaarplaatsen. Dat is terecht. Het gemeenschapsleven is ruimer dan de
staat. Wie de maatschappelijke werkelijkheid wil trachten te begrijpen zal zich bij
de studie in het archief niet mogen beperken tot de archiefbescheiden van de over
heidsorganen.
De archieven zijn rijk aan publieke en particuliere stukken inzake grondwinning en
grondontginning. Wie zich bezig wil houden met het milieu en de ruimte in dit land
en de geschiedenis ervan in de eerste helft van deze eeuw zal de archieven van de
Nederlandse Heidemaatschappij niet kunnen missen. Geschiedenis verschraalt nog
al eens tot getuigen in hoon of lof. Men kan in het verleden echter ook begrip zoe
ken voor andere tijden, zeden en problemen. Aldus kan men zich ontworstelen aan
het vooroordeel van de eigen tijd en zicht winnen op de toekomst.
Wie het verleden begrijpen wil kan het in archief vastgelegde streven en strijden
van alledag niet missen. Voor het dagelijks leven zijn de bossen, duinen en beken,
de landbouw, de tuinbouw en de visserij, waarvoor de Heidemaatschappij zoveel
werk heeft verzet, onontbeerlijk. Het is goed, besloot de heer Ribberink, dat zij, die
zich in de archieven op eigen zijn en de toekomst willen bezinnen, in het archief
van de Heidemaatschappij kunnen beschikken over materiaal rond de problemen
van ruimte en milieu, die bij de tegenwoordige ontwikkeling van de maatschappij
meer en meer op de voorgrond komen.
Vervolgens schetste drs. Mentink in het kort de functies van het Rijksarchief in
Gelderland: het conserveren, inventariseren en beschikbaar stellen van de stukken
en het stimuleren van publicaties. Gedurende een rondgang door het archiefdepot
kon men hier een en ander van zien. Zowel kaarten uit het oude archiefbezit als
stukken uit het archief van de Heidemaatschappij waren tentoongesteld. Een ge
animeerd samenzijn met aperitief besloot deze bijeenkomst.
339
338