geschikt gemaakt, op de manier beschreven op p. 325. Men hield hierbij de volgorde
uit de hulpboeken aan, die elk op zich chronologisch waren. Het journaal zelf is
dus per maand systematisch14.
Vanaf 1880-1895 bleef de volgorde, waarin men de hulpboeken journaliseerde,
onveranderd: memoriaal, '(diverse)-crediteurenboek', '(diverse)-debiteurenboek',
fakluurboek, 'expeditieboek', 'consignatieboek', kassiersboek (hiervan is geen enkel
exemplaar bewaard) en kasboek. Van de laatste twee wordt nauwelijks meer dan
de totaaltelling over de hele maand vermeld, met als specificatie: 'luidt kasboek
deze maand fo 61/65:
Enige remise- en traitteboeken en het rekening-courantboek werden als bijboeken
aangetroffen. Dit laatste werd naast het journaal en het grootboek onmiddellijk
uit de hulpboeken bijgehouden, omdat elke relatie van Crone onmiddellijk over een
rekening-courant-uittreksel moest kunnen beschikken. Het rekening-courantboek
werd ook gebruikt als controle voor de personenrekeningen in het grootboek, dat
wel via het journaal tot stand kwam (dus met vertraging). Naast het rekening-cou
rantboek bestond er een portoboek, waarin per cliënt de brief- en telegramkosten
werden gespecificeerd. Deze zullen wel uit het kassiersboek zijn overgebracht. Er
komen alleen relaties met een rekening-courant met Crone in dit boek voor.
Vergelijkbaar met het 'in- en verkoopboek' 1826-1850 is een 'calculatieboek' 1870-
1875. Zie voor omschrijving van de inhoud p. 324.
Het volgende schema is het resultaat voor deze periode.
hoofdboekhouding:
memoriaal
'crediteurenboek'
'debiteurenboek'
faktuurboek
'expeditieboek'
'consignatieboek'
kassiersboek
kasboek
journaal grootboek afsluitingsboek balansboek
debiteuren- en credieteurenadministratie:
memoriaal
faktuurboek
'expeditieboek' I
'consignatieboek'
kassiersboek portoboek rekening-courantboek
kasboek
14 Uit wat ik aan oudere journalen gezien heb, is op te maken, dat in de eerste helft
van de 19de eeuw het journaal wel per dag chronologisch was ingericht. De reconstructie
van de hulpboeken uit het journaal is dan natuurlijk moeilijker.
332]
Gevolgen van het onderzoek voor de inventaris
Uit het voorafgaande zal het duidelijk zijn, dat de enkele boekhouding van de eerste
periode de inventarisator de meeste moeilijkheden heeft geboden. Het leek het ver
standigst, om eerst de hulpboeken, die in het rekening-courantboek verwerkt zijn,
te vermelden, dan de rekening-courantboeken zelf en tenslotte de overige bijboe
ken. Extra moeilijkheden vormden de delen die aanvankelijk wel, maar later niet
meer in het rekening-courantboek werden verwerkt, bijv. het 'diverse crediteuren-
boek'. Dit heb ik geplaatst, waar het in de eerste periode behoorde, omdat over die
tijd de boekhouding compleet bewaard is gebleven.
Het lag voor de hand om voor de tijd na 1861 de volgorde van de hulpboeken aan
te houden, zoals die in het journaal gevonden werd, en daarna het journaal, groot
boek en balansboek op te nemen. De delen, die het tijdstip van de overgang van
enkel naar dubbel boekhouden overlappen, moesten tweemaal worden opgenomen,
één van de twee keren met een blanco nummer en een verwijzing in een noot.
Enige opmerkingen over de terminologie
De betekenis van de termen consignatie-, commissie-, faktuurboek, memoriaal,
debiteuren- en crediteurenboek ligt niet vast. De termen remise- en traitteboek
zijn niet zonder meer duidelijk. Enige andere termen zijn zonder meer onbruikbaar
als inhoudsomschrijving.
M.i. zijn voorlopig alleen de termen uit de Nederlandse Archiefterminologie zon
der nadere omschrijving toe te passen, d.w.z. dagboek (34b), de hulpboeken daar
van (toelichting bij 34b), journaal (35b) en grootboek (36). Daarnaast is een voor
zichzelf sprekende term als balansboek bruikbaar.
Ik hoop echter in dit artikel en passant aangetoond te hebben, dat de Nederlandse
Archiefterminologie uitgebreid dient te worden met een paragraaf betreffende de
commerciële boekhouding. Daarin dienen naast de termen voor de delen ook ter
men als cognossement, conto-finto en wissel opgenomen te worden.
Voor wat betreft de delen zou deze paragraaf er als volgt uit kunnen zien.
134 Een dagboek is een geschrift, waarin men in chronologische volgorde zijn
handelingen boekt.
Toelichting: de zinsnede 'iemand die een bedrijf uitoefent' is vereenvoudigd, om
dat hier uitsluitend terminologie van bedrijfsarchieven behandeld wordt. Een
geschrift, dat in de plaats treedt van een gedeelte van het dagboek, heet een
hulpboek. De meest voorkomende hulpboeken zijn: inkoopboek, verkoop-
boek, kasboek, en memoriaal (135b). Het inkoopboek wordt vaak crediteu
renboek, het verkoopboek debiteurenboek genoemd. Deze termen zijn ver
warrend (vgl. de toelichting bij 139) en verdienen geen toepassing in een
inventaris. Vooral bij de handel op commissiebasis kunnen veel andere hulp
boeken voorkomen.
333