geheime boeken bij hield. Het is dus een enkele boekhouding. De administratie is compleet bewaard, met uitzondering van de jaarstukken. Alleen over 1795 is een inventaris, een staat van baten en lasten, over. Het dagboek is gesplitst in inkoopboek, verkoopboek, memoriaal en kasboek. Uit het kasboek is gesplitst een onkostenboek, en daaruit weer een portokasboek. Op het eind van elke maand werd het totaal aan briefporto overgebracht naar het onkostenboek, de totalen van de verschillende soorten onkosten vervolgens naar het kasboek, aan de credit (rechter)-zijde. In het rekening-courantboek staat achter elke boeking van de debiteuren- of credi teurenrekening een bladzijdenummer. Alleen aan de omschrijving van de boeking, 'goederen', 'betaling', en aan de plaats, nl. de debet- of de creditzijde, is te zien, naar welk hulpboek verwezen wordt. Bij een goederentransactie aan de debetzijde van een rekening in het rekening-cou rantboek verwijst het bladzijdenummer dus terug naar het debiteurenboek, een be taling aan de creditzijde (dus door de debiteur) naar de debetzijde van het kasboek. Bij een goederentransactie aan de creditzijde van een rekening verwijst het blad zijdenummer terug naar het inkoopboek, bij een betaling aan de debetzijde (dus aan de crediteur) naar de rechterzijde van het kasboek. Of de betaling in contant geld of door middel van een wissel plaats heeft, maakt hierbij geen verschil. In de hulpboeken is bij het overboeken naar het rekening-courantboek of bij een latere controle het folionummer van het rekening-courantboek in de marge bijge schreven. Dit was bij het nazoeken van de verwijzingen erg praktisch. Het systema tisch natrekken van de delen en losse stukken leverde voor deze periode het volgen de schema op: inkoopboek verkoopboek memoriaal kwitanties (voor onkosten) portokasboek kwitanties (voor goederen) onkostenboek kasboek rekening-courantboek 1801-1813 Deze periode is gekenmerkt door specialisering van de hulpboeken. Het formaat van sommige delen is groter dan in de voorafgaande jaren. In de hulpboeken wordt nog steeds uitsluitend naar het rekening-courantboek verwezen. In 1801-1803 staan deze verwijzingen over oudere folionummers heen geschreven, nl. die van een klad rekening-courantboek. Dit is van 1804-1806 bewaard. De taak van de hulpboeken is veranderd volgens het volgende schema. De cursief- gedrukte delen zijn niet bewaard. De termen tussen haakjes zijn die uit de boek- houdlitteratuur. Het teken geeft aan: 'is vanaf 1801 gesplitst in of genoteerd in'. [328 1790-1800 1801-1813 'diverse-crediteurenboek' (inkoopboek) memoriaal 'diverse-debiteurenboek' (verkoopboek) faktuurboek 'verkoopboek' (commissieboek) memoriaal Een merkwaardig hulpboek is een twintigbladig verkoopboek, 'livre de vente', met op elk oneven blad stempels van het Département du Zuyderzee, en getekend na mens de Maire van Amsterdam. Blijkbaar de vrucht van een mislukte centrali seringspoging van de kant van de Franse overheid, want er zijn slechts vier blad zijden (drie maanden) beschreven. Uit de aanhef op de eerste bladzijde blijkt dat het een copie is van het 'diverse-debiteurenboek'. De totaalbedragen van de ver koopnota's zijn ook in letters genoteerd. Verwijzingen naar andere delen ontbreken. In het kasboek staan de onkosten niet meer getotaliseerd per maand, maar op da tum van betaling genoteerd. Een apart onkostenboek is dus misschien niet meer bijgehouden. Nieuwe bijboeken zijn het remiseboek en het traitteboek. Het remiseboek regis treert de wissels, die Crone uitgeeft, onder vermelding van de datum van uitgifte, de vervaldatum, de debiteur die de wissel moet betalen, en degene aan, 'op order van', wie de debiteur moet betalen. De ontvanger van het geld verrekent dat dan op de een of andere manier weer met Crone. In het rekening-courantboek wordt de debiteur gecrediteerd op de vervaldatum of op de datum van uitbetaling. Deze betaling komt als 'remise' in het kasboek te staan, aan de debetzijde. Het traitteboek registreert de wissels die Crone ontvangt, dus moet betalen ten be hoeve van zijn crediteur, de trekker, onder vermelding van de datum van uitgifte door de crediteur (traitte, tratta, trasseren, trekken), de vervaldatum en degene aan wie de wissel moet worden betaald. De wissel wordt op de vervaldatum gedebi teerd op de rekening van de crediteur, en op de betaaldatum in het kasboek geno teerd aan de creditzijde. In het kasboek staat alleen de naam van degene aan of door wie het geld contant is betaald vermeld, niet die van de trekker of de remittent. De termen remiseboek en traitteboek zijn zoals uit het voorgaande moge blijken, strikt genomen dubbelzinnig, want in beide gevallen is er een trekker en een remit tent aanwezig. Aangezien zij echter in de litteratuur en in de praktijk, voorzover mij bekend, niet verwisseld worden, lijken zij mij toelaatbaar als inhoudsomschrij ving in een inventaris. Een definitie moet dan echter ofwel in de inleiding van de inventaris, ofwel in een algemeen toegankelijk hulpmiddel als de Nederlandse ar chiefterminologie vastliggen. Het rekening-courantboek wordt volgens inliggende losse vellen met verwijzingen naar 'grootboek fo ook grootboek genoemd. Dit komt bij het enkel boekhou den vaker voor, zoals wij al gezien hebben. De inhoud is overeenkomstig de andere rekening-courantboeken van 1790 t/m 1850. Alleen komen er verzamelrekeningen inkoopboek verkoopboek memoriaal [329]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 37