6 Betalingen door en aan de koopman: kasboek. De onkosten worden vaak apart genoteerd in een onkostenboek. De totalen worden dan per maand overgeschreven naar het kasboek. Als het kasgeld grotendeels op de bank staat, wordt er voor de beperkte hoeveelheid kasgeld op het kantoor een kassiersboek bijgehouden voor de 'kleine kas'. Ook hier is eventueel nog een verdere splitsing mogelijk. Debiteuren- en crediteurenadministratie, goederenadministratie Naast het dagboek en de hulpboeken, die daarvan zijn afgesplitst, komt de debiteu ren- en crediteurenadministratie. Als de transactie, vermeld in het dagboek, niet onmiddellijk wordt betaald, moet er n.l. bijgehouden worden, wie wat te ontvangen of te betalen heeft. Hiervoor heeft men een debiteurenboek en een crediteurenboek. Beide zijn doorgaans ingedeeld in een debet- en een creditzijde, de naam van debi teur of crediteur bovenaan de bladzijde. Deze delen zijn echter vaak gecombineerd tot een rekening-courantboek. Alle drie bevatten uitsluitend de rekeningen van debiteuren en/of crediteuren, die men gemakshalve samen personenrekeningen noemt. Het rekening-courantboek werd in de enkele boekhouding vaak met de naam grootboek aangeduid9. Bij het rekening-courantboek wordt nog een boekje bijgehouden, waarin iedere ver andering in het saldo van een personenrekening onmiddellijk wordt opgeteld of af getrokken. Dit heet in de litteratuur klapper, Crone noemde het: saldoboek. Voor de administratie van de goederenvoorraad is een goederen- of magazijnboek gebruikelijk. Speciaal in de enkele boekhouding komt als bijboek nog voor een zgn. in- en ver koop boek10. Hierin staat op de linkerbladzijde de inkoop van een bepaalde partij goederen genoteerd, op de rechter de verkoop. Het doel ervan is: het berekenen van winst of verlies op die bepaalde partij. De index is dan ook ingericht op goede ren, niet op cliënten. Verder kan het gebruikt worden bij het opmaken van de balans, om de onverkochte goederen te taxeren. Crone gebruikte dit boek van 1826- 1850. De in deze paragraaf beschreven delen worden samen wel bijboeken genoemd. Bij- boeken zijn dus alle registers, die geen uitsplitsing zijn van het dagboek. Hun aantal is overigens vrijwel willekeurig uit te breiden. Journaal en grootboek, dubbele boekhouding Wanneer men zich niet tevreden stelt met een balans eens per jaar, maar voort durend inzicht wil hebben in de vermogenstoestand van het bedrijf, wordt een dub bele boekhouding noodzakelijk. Hierin wordt elke transactie genoteerd zoals in de enkele boekhouding, maar bovendien wordt elke transactie opgevat en genoteerd als verandering in de bestanddelen van het vermogen van het bedrijf. Dit vermogen 9 Zie noot 12 en blz. 329. Vgl. O. ten Have, De leer van het boekhouden in de Neder landen tijdens de 17de en 18de eeuw, Diss. Rotterdam, 1933, p. 209. 10 Van de Leij, op. cit. p. 18-19. [324] is n.l. boekhoudkundig gesplitst in een aantal rekeningen in het grootboek, door gaans in ieder geval de kapitaal-, winst-, goederen-, kas- en onkostenrekening. Crone, met zijn uitgebreide commissiehandel, boekt uiteraard de provisie op een aparte provisierekening. Verdere uitbreiding is mogelijk al naar gelang de behoefte van het bedrijf. Daarnaast bevat het grootboek ook de personenrekeningen, die vrijwel identiek zijn met de personenrekeningen uit de debiteuren- en crediteuren administratie. Zij kunnen wederzijds als controlemiddel worden gebruikt. Het is echter ook mogelijk, dat de rekeningen van alle debiteuren en die van alle crediteu ren in het grootboek bij elkaar zijn geteld, met als resultaat één rekening debiteuren en één rekening crediteuren. Het journaal dient om de posten uit het dagboek of de hulpboeken voor boeking in het grootboek geschikt te maken. Het is meestal per maand systematisch11. Er wordt in aangetekend, welke rekeningen in het grootboek voor welke bedragen ge debiteerd en gecrediteerd moeten worden. Het journaal is absoluut noodzakelijk om vergissingen in het grootboek te voorkomen, zoals uit het volgende voorbeeld uit het journaal van Crone, maart 1881, moge blijken. De cijfers voor elke regel zijn de folionrs. van de betreffende grootboekrekeningen. De woorden tussen haakjes heb ik ter verduidelijking toegevoegd. De volgende (debiteuren) aan de onderstaande (rekeningen), voor in deze maand gefaktureerde goederen, luidt faktuurboek: 73. A. P. Aganoor, Batavia 14.574.80 115. E. E. Emmanuels, Paramaribo 1.242.20 244. A. Machielse, Solo 4.060.20 169. J. D. Röben, Neuenburg 683.20 246. J. N. Zelisse, Batavia 242.50 (etc., totaal:) 73.742.56 (Elke faktuur is in het faktuurboek gespecificeerd in: goederen, onkosten, provisie en interest. Op kladpapier worden van alle fakturen deze specificaties afzonderlijk opgeteld. Deze journaalpost eindigt dan:) aan: 26. Goederen(rekening) 67.655.65 22. Onkostenrekening 4.776.05 15. Provisierekening 1.117.60 18. Interestrekening 193.26 73.742.56' Samengevat: deze debiteurenrekeningen in het grootboek moeten worden gedebi teerd, de vier andere rekeningen gecrediteerd. Het feit, dat elk bedrag zo in wezen tweemaal in het grootboek komt, heeft aan het dubbel boekhouden zijn naam ge- 11 De definitie van de boekhoudterm journaal in de Nederlandse Archiefterminologie (35b) is voor verbetering vatbaar. De definitie voor grootboek (36) eveneens, de toelich ting erbij is volstrekt onvoldoende: de mededeling 'het grootboek is gekenmerkt door rubricering, meestal naar crediteuren en debiteuren' stelt het grootboek min of meer gelijk aan een deel crediteuren- en debiteurenadministratie. [325

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 35