ning, dat zijn nekwervels beschadigde, en, enige jaren later, een verkeersongeluk, dat tot zijn overlijden toe hem in ziekenhuizen deed belanden. Op 5 oktober 1974 is dan het einde gekomen. De uitvaart geschiedde met grote plechtigheid in de Kathedrale kerk van Ste Gertrudis, de hoofdkerk van zijn kerk genootschap. In de zeer waarderende rede, die aartsbisschop Kok na de dienst aan hem wijdde, gaf deze een zeer juiste karakteristiek van de wijze waarop Van de Ven zich tegen over zijn medemensen opstelde: Als hij iemand mocht, was hij een trouwe vriend, maar als er bij een eerste ontmoeting iets niet goed gelopen was, bleek het voor hem vrijwel onmogelijk om in het vervolg met sympathie dezen tegemoet te treden. A. P. van Schilfgaarde De cursus 1974-1975 van de rijks archiefschool Leerlingen Aan de opleiding nemen 9 adspirant-hogere en 41 adspirant-middelbare archief ambtenaren deel. Onder de eerstgenoemden zijn twee juristen (van wie één het diploma middelbaar archiefambtenaar bezit), een Neerlandicus, een sociaal-geo- graaf en vijf historici (drie mediëvisten en twee met hoofdvak nieuwe geschiedenis). De mediëvisten hebben de colleges archiefwetenschap van prof. dr. J. L. van der Gouw gevolgd; degenen die in dit vak doctoraalexamen hebben afgelegd zullen t.z.t. op het archief examen door prof. Van der Gouw over een pars worden ge ëxamineerd. De vooropleiding van de middelbare archiefambtenaren is: HAVO 7, MMS 5, atheneum 3, HBS-A 5, HBS-B 1, gymnasium A 9, gymnasium B 2, akte volledig bevoegd onderwijzer 1. Velen van hen hebben na hun middelbare school één of enkele jaren gestudeerd aan een universiteit, een instelling voor hoger beroeps onderwijs en dergelijke: in totaal 19, waaronder twee met een kandidaatsexamen (actuariële wetenschappen en westerse sociologie). Voorts hebben vier adspirant-middelbare archiefambtenaren een doctoraalexamen: twee rechten, één kunstgeschiedenis en één geschiedenis. Vier registratoren (met tenminste S.O.D. I en II) werden met dispensatie toegelaten. De gemiddelde leeftijd van de adspirant-middelbare archiefambtenaren is vrij hoog: 28 jaar, nl. 4 leerlingen van 18 jaar, één van 19, 20 tussen 20 en 29 jaar, 12 tussen 30 en 39 jaar en 5 tussen 40 en 43 jaar. Het beleid is in het algemeen gericht op werving van wat rijpere kandidaten, met iets meer dan middelbare school. De adspirant-hogere archiefambtenaren zijn praktisch werkzaam onderscheidenlijk bij het algemeen rijksarchief, de rijksarchieven in Groningen, Utrecht, Gelderland (2), Zeeland, de provinciale inspectie van Zuid-Holland (formeel onder toezicht van de algemene rijksarchivaris) en het gemeentearchief van Amsterdam. Van de adspirant-middelbare archief ambtenaren vervullen 22 hun praktisch werk bij de rijksarchiefdienst (onder wie twee voor een deel van de tijd gedetacheerd onderscheidenlijk door een ministerie en het Sociaal-historisch Centrum voor Lim burg) en 19 bij gemeentearchieven (onder wie twee voor een deel van de tijd ge detacheerd onderscheidenlijk door het Katholiek Documentatie Centrum en één door een gemeentesecretarie). [305] [304]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 25