bij dan het onderwerp wordt vastgesteld in onderling overleg tussen de kunstenaar
en de atlasbeheerder. Ook foto-opdrachten komen hiervoor in aanmerking. Waar
geen geld beschikbaar wordt gesteld voor 'gewone' opdrachten kan het systeem des
noods worden toegepast in het kader van de regeling tot steun aan beeldende
kunstenaars.
Tenslotte nog iets over luchtfoto's en topografische kaarten (stafkaarten). Hoewel
zowel goede luchtfoto's uit diverse perioden als oude en nieuwe topografische kaar
ten mede de kern van iedere behoorlijke atlas behoren uit te maken, ontbreken ze
nog veel te vaak, terwijl ze toch over het algemeen heel eenvoudig te verkrijgen
zijn. Oude en recente luchtfoto's kunnen besteld worden bij KLM-Aerocarto en
Aerocamera, beide Luchthaven Rotterdam; topografische kaarten en reproducties
van sommige oude edities bij de Topografische Dienst, Westvest 9, Delft; deze
dienst geeft een voortreffelijke catalogus uit van de beschikbare kaarten.
VIII Het gebruik van de atlas.
Gebruikers van de topografisch-historische atlas komen zowel uit de instelling,
waaraan de atlas verbonden is als van buiten. Men zal afbeeldingen uit de atlas wil
len raadplegen, b.v. om te zien waar een bepaald gebouw heeft gestaan, hoe het er
uit zag enz. Soms zal de raadpleger een reproduktie willen hebben of vragen een of
meer afbeeldingen te mogen lenen. Hoe kan men de gebruikers nu van dienst zijn?
A. Raadpleging van de catalogus en de afbeeldingen.
In de eerste plaats moet er een ruimte zijn, waar de bezoekers ontvangen kunnen
worden. Dit kan zijn een studie- of leeszaal, mede ten dienste van archief of biblio
theek, of een eigen bezoekersruimte voor de atlas. Voor de atlasbezoekers moet een
grote tafel beschikbaar zijn met goed licht er boven, waarop kaarten en andere af
beeldingen kunnen worden uitgelegd.
Hoe krijgt de bezoeker nu wat hij zien wil? Heeft hij een zeer gerichte vraag, dan
zal de atlasbeheerder, al dan niet na raadpleging van de catalogus, meestal de ge
vraagde afbeelding snel tevoorschijn kunnen halen. Vaak komt het echter voor,
dat een bezoeker zelf slechts een vage voorstelling heeft van wat hij zoekt. Bij
voorbeeld: een uitgever is op zoek naar stadsgezichten uit de 18e eeuw, een ver
zamelaar zoekt foto's met een bepaald type tram erop. Heel handig is het als de
bezoeker dan zelf de catalogus en andere ingangen op de verzameling kan raad
plegen. Deze moeten dus in de buurt van de bezoekersruimte zijn. Omdat catalogus
en indices gewoonlijk uit fiches bestaan, zouden de laden met fiches voor de be
zoekers bereikbaar moeten zijn of eventueel gemakkelijk in de bezoekersruimte
gezet kunnen worden.
Veel bezoekers willen ook een visuele indruk hebben bij het zoeken naar de ge
wenste afbeeldingen. Reprodukties kunnen het snuffelen in de originele afbeeldin
gen beperken, het verdient daarom aanbeveling van de meest waardevolle of
kwetsbare stukken foto's te laten maken, die eventueel op de cataloguskaarten ge
plakt kunnen worden. Bijzonder handig zijn ook fotoreprodukties, afgedrukt op
stevig papier van 'wereldpostkaart'-formaat (10,5 x 15 cm), waar achterop de be
langrijkste gegevens van de betreffende afbeelding vermeld kunnen worden. Deze
foto s kunnen in een laadje van de cataloguskast bewaard worden.
Ondanks alles zal het echter toch wel eens nodig zijn, dat een bezoeker zelf in de
verzameling moet zoeken. Uiteraard moet dit onder toezicht gebeuren. Een over
zichtelijke opstelling en een systematische opberging van de afbeeldingen zijn in
deze gevallen een belangrijk voordeel.
Bij het bekijken van originelen moeten maatregelen genomen worden om bescha
diging en bevuiling tegen te gaan. Geen spijzen en dranken, balpennen, vulpennen
enz. bij de afbeeldingen, geen aantekeningen maken op papier dat op een prent
ligt, niet met potloden en brillepoten iets op de afbeeldingen aanwijzen. Een door
zichtige hoes, waarin de te raadplegen afbeelding verpakt kan worden, kan de
kans op schade verminderen.
[289]
[288]