dankt de staf van het Algemeen Rijksarchief voor de medewerking bij de uitgave
en verspreiding van dit rapport.
Tenslotte deelt de voorzitter mede dat in de komende ledenvergadering een be
stuursvoorstel tot verhoging van de contributie is te verwachten. Aan de orde komt
de rondvraag.
Mr. Caspar van Heel drukt zijn ongenoegen uit over het feit dat recentelijk bij een
tweetal gemeenten een middelbaar archiefambtenaar is benoemd als ambtenaar
ter secretarie en met met de titel en positie van gemeentearchivaris. Naar aanlei
ding hiervan heeft mr. Van Heel met een aantal collega's een motie opgesteld, die
door hem ter vergadering wordt voorgelezen:
'De Vereniging van Archivarissen in Nederland, in ledenvergadering bijeen op 17
mei 1974 te Utrecht;
gelet op artikel 25, eerste lid, van de Archiefwet 1962, inhoudende dat een ge
meentelijke archiefbewaarplaats dient te worden beheerd door een hoger of mid
delbaar archief ambtenaar, die de titel draagt van gemeentearchivaris, of zo geen
zodanige archivaris mocht zijn benoemd, door de secretaris;
vernomen hebbende dat in enkele gemeenten in Nederland, waar het ambt van ge
meentearchivaris niet aan een hoger archiefambtenaar behoeft te worden opgedra
gen, met het oog op het archiefbeheer een middelbaar archiefambtenaar in de zin
van artikel 9 van de Archiefwet 1962 is benoemd, echter niet in de positie en met
de titel van archivaris, maar als ambtenaar ter secretarie;
overwegende dat dientengevolge aan de bedoelde ambtenaren, ook al zijn zij vol
ledig gekwalificeerd tot het ambt van gemeentearchivaris, de daaraan verbonden
bevoegdheden, met inbegrip van het toezicht bedoeld in artikel 25, tweede lid, van
genoemde wet onthouden worden;
spreekt de mening uit, dat dergelijke benoemingen strijdig zijn met de geest van de
Archiefwet 1962;
geeft uiting aan haar vertrouwen dat de Minister van Cultuur, Recreatie en Maat
schappelijk Werk bereid zal zijn zodanige maatregelen te nemen als hem dienstig
voorkomen tot handhaving van de wet op dit punt;
verzoekt het bestuur deze motie ter kennis van bedoelde minister te brengen
en gaat over tot de orde van de dag'.
aT, Zu °ndertekend d00r de leden L. J. Abelmann, Th. A. B. M. van der
as, e dhuis, H. Uil, C. van Heel, F. A. Brekelmans, P. M. Gilhuys J P B
Zuurdeeg en G. F. Sandberg.
umerkt °P dat het hem bekend is dat dit probleem speelt. Voor wat
ïddelburg betreft vraagt hij zich af of de bedoelde middelbare archiefambtenaar
belast is met het beheer van de archieven en of zijn werkzaamheden verder gaan
dan zuivere documentatie. Mr. Van Heel beantwoordt deze vraag bevestigend.
r. F A. Brekelmans informeert of het gemeentebestuur van Middelburg de pro
vinciale archiefinspecteur in Zeeland in de benoeming heeft gekend. Mr. Van Heel
zet uiteen dat de benoeming zonder voorkennis van de inspecteur heeft plaats
gevonden. Laatstgenoemde heeft over deze kwestie gerapporteerd aan het college
[182]
van gedeputeerde staten in Zeeland en heeft zich in laatste instantie, met goed
vinden van gedeputeerde staten, tot de minister van CRM gewend.
Drs. I. W. L. A. Caminada stelt voor de motie te amenderen door de minister van
CRM te verzoeken concreet maatregelen te nemen door het aanpassen van de Ar
chiefwet 1962. De heren Van Heel en Sandberg zijn van mening dat dit geval daar
niet mee geholpen zou zijn; integendeel, het zou een verzwakking van de motie
betekenen. Ook de vice-voorzitter is van mening dat de oorspronkelijke tekst ge
handhaafd moet worden.
Vervolgens wordt de motie in stemming gebracht en met algemene stemmen aan
genomen. Het bestuur zal de motie ter kennis brengen van de minister van CRM.
Drs. F. A. M. Schoone informeert of reeds antwoord is ontvangen op de brieven
die naar aanleiding van de aanbevelingen van de werkgroep automatisering door
het bestuur zijn gericht aan een aantal instanties. De secretaris zet uiteen dat van
de S.O.A.G. nog geen antwoord werd ontvangen op het verzoek te bevorderen dat
bij instelling van automatiseringscommissies op gemeentelijk of intergemeentelijk
niveau ook archivarissen en/of registratoren worden betrokken. Op een schrijven
aan de minister van CRM over wijziging van artikel 1 van de Archiefwet 1962 is
mondeling geantwoord dat in de voor de wijziging van de Archiefwet ingestelde
commissie met de uitgangspunten van de werkgroep rekening zal worden ge
houden.
Op een brief aan de minister over de benoeming van een archivaris in de com
missie automatisering rijksdienst is mondeling geantwoord dat dit niet zinvol is ge
zien de samenstelling van deze commissie. Wel zal van departementszijde getracht
worden een benoeming in een der subcommissies te bewerkstelligen.
Dr. F. A. Brekelmans informeert naar de stand van zaken met betrekking tot de
uitgave van de klapper op het Archievenblad. De voorzitter antwoordt dat het in
de bedoeling ligt de klapper dit jaar te laten verschijnen.
Om 14.15 sluit de voorzitter de vergadering waarna de leiding van deze bijeenkomst
wordt overgenomen door dr. J. E. A. L. Struick. Na een korte inleiding1 geeft
dr. Struick het woord aan mr. A. E. M. Ribberink, die een lezing houdt over Mul
ler en het archivariaat 18741974.2
Hierna wordt een bezoek gebracht aan de aan Muller gewijde tentoonstelling in het
gemeentearchief Utrecht.
De presentielijst werd getekend door 77 personen.
1 Hierna blz. 184186.
2 Hierna blz. 187196.
[183]