=^trsssiSêfs^riiFHssFïr
^^T^'itJrs^r^zsdie?'b,,n °rïe™ ™to«™ «-
SÊBSs&SISbS^^SSB
Sssrs
ïs ,»^rrh»f b«<™
i5fdeH,3b™5 "nAÏhe' T'iran™v™ s«« i" £"c'"""m zee-
werk,: aSf.:°n f'verspreid „nw.zig. e„ „ie, be-
[225]
M™ib£g «E„y»«'„er ,0Or 0n,WitkeU leek Kn.ikbar.'SwédeS,™»
tebedrijven), alsmede oudeSvandebureerlhke stwT^m6" e" de 8emeen-
registers gespaard zijn gebleven stand, bevolkings. en begraaf-
materiaal. Toen de heer J.S. en 'n<lei' °°d documentatie-
als conservator van het beeldarchief »eheel helmn i u"26 gemeente aftrad, heeft hij
gesystematiseerd. Verder behandelt dfhe^ R 1 vfl0°S de verzamelingen uitgebreid en
op historisch gebied vanMWdêlbure ent f, r °"S C°Hege en van deiden
Toen de heer Hoek in veVband mef zL leeftiW ïèTZT' ^delingen geschreven,
servator van het beeldarchief wilde beëinrWn ke"nen gaf> dat h') het werk als con-
wijze het werk van de hTer HoeTkan worden vo'rirfoil tnTW1^ V°Pr de vraag' op welfce
is gezocht in de richting van een streekarch iva riaa tirt u °.^erleg met de heer Scherft
bestaan een zodanig archivariaat te vormen mpf vr z°u er een mogelijkheid
ten principale hierover be.adén en meenden 7 f"g? e"Veere- Wij hebben ons
voorshands nog niet in de richting van een strpptP h' vo.gende gronden de oplossing
Uitgangspunt is, dat bij de herboul van het stadËsZ°eken'
in een geschikte ruimte voor een in de toekomst niterLfT e"keIe wijze is voorzien
archief. De heer Hoek vervult zijn part-time funct.p fn wederom te vormen oud-
omvang. Deze zolderkamer is reeds vol met de langzamerhand beperkte
kaarten van Middelburg van vóór 1940 een verza mHino f verzamelde prentbrief-
archieven te concentreren waZee™biZdvri everantwoord de bedoelde oud-
mogelijk op te vullen. Wii kwamen tot de p V gpmiste leemte verder zo goed
archivariaat, daar de basis daarvoor in nnzp nC usie' at dd geen taak is van een streek-
een full-time kracht aan te trekken met het ge.rn,eente ontbreekt. Besloten werd dan ook
,««k de nieuwe CtoSS 5 hï,
het beeldarchief verder uit te bouwen Verder 7ni d? deel.Hoek voort te zetten en
oriënteren op de aanwezige en »er,preid iigg.nde „nde
Zolang echter geen behoorlijke archiefruimte aanwezig is zal zoals wii reed t m
zou zulks doen Het ontgaat ons dM'„,mn heer Hoek zou voortzetten,
[224]
Zoals u bekend is, hebben wij een meerjarenplanning tot verbouw en uitbreiding van het
stadhuiscomplex. Het is onze bedoeling in deze planning op te nemen het inrichten van
een doelmatige archiefruimte, waarbij rekening wordt gehouden met de concentratie
van de aanwezige oud-archieven en met het in de toekomst afstoten van statisch-archief
naar het oud-archief. Wanneer de bouw van een dergelijke archiefruimte in het ver
schiet ligt, verwachten wij, dat de nieuwe functionaris de zaken zodanig voorbereid
heeft, dat wij aan de gemeenteraad kunnen voorstellen hem tot archivaris te benoemen
zodat hij alsdan binnen afzienbare tijd als zodanig kan gaan functioneren.
■jj n!'e kunnen wij u mede delen, dat wij een enthousiaste jonge man met het diploma
middelbaar archiefambtenaar, omtrent wie wij goede inlichtingen verkregen, hebben
kunnen aantrekken.
Wij hopen u naar genoegen te hebben ingelicht.
4. 7 maart 1974. Brief van C.R.M., getekend door hoofd Afdeling Archieven
aan G.S.
Hiermede vraag ik de aandacht van Uw College voor het volgende.
^nmsneming ontving ik een kopie van de aan U gerichte brief van 21 december
1973 van de heer provinciale inspecteur der archieven in de provincie Zeeland.
Vooi êoede orde bericht ik U de door genoemde functionaris in zijn brief neergelegde
argumenten te onderschrijven en in te stemmen met zijn in de laatste alinea daarvan aan
Uw College gegeven advies.
5. 26 maart 1974. Antwoord van inspecteur aan G.S. op kantschrijven van 19
februari.
In antwoord op Uw aangehaalde brief bericht ik U het volgende.
Reeds in mijn vorig advies heb ik uiteengezet, waarom de benoeming van een middel
baar archiefambtenaar in een functie ter secretarie in strijd is met de wet. B. en W.
schrijven, dat zij dat niet begrijpen, maar dat is geen weerlegging van mijn opvatting.
Het zal U uit de uiterst duidelijke brief van de minister van C.R.M. en die van het be
stuur van de V.A.N. gebleken zijn dat zij het geheel met mij eens zijn. Als bijlage bij
ueze bnet gelieve U hierbij voorts aan te treffen een uittreksel uit het verslag van de
bijeenkomst van provinciale inspecteurs d.d. 5 dezer, waaruit U kunt opmaken dat de
inspecteurs m de andere provincies alsmede Gedeputeerde Staten van Limburg er net
zo over denken. Tenslotte kan ik U mededelen dat de directeur van de rijksarchiefschool
mij heeft laten weten, dat ook hij tegen een dergelijke benoeming gekant is.
Ik handhaaf daarom mijn vorig advies. Naar aanleiding van de brief van Middelburg
kan ik daar nog de volgende argumenten aan toevoegen.
1. De archieven van Nieuw- en St. Joosland en van St. Laurens zijn bijeengebracht in
een archiefbewaarplaats, die door Uw college is goedgekeurd bij brief van 22 augustus
1966. Het is waar dat de rest der archieven van het gemeentebestuur en de gemeente-
instellingen over diverse ruimten in de stad is verspreid, maar wanneer B. en W. stellen
dat in deze omstandigheden van 'bewerking der aanwezige oud-archieven' geen sprake
kan zijn, is dat in tegenspraak met het feit, dat in de oproep van sollicitanten de 'ver
zorging en beschrijving van de oud-archieven' der bedoelde twee dorpen uitdrukkelijk
als taak van de nieuwe secretarieambtenaar wordt opgegeven.
2. Het is mij bekend dat B. en W. eindelijk besloten hebben om een nieuwe archiefbe
waarplaats in de planning van de stadhuisbouw op te nemen en dit punt op de agenda
van de huisvestingscommissie te plaatsen. In hun brief heb ik gelezen dat zij verwachten
de functionaris, die zij nu wensen aan te stellen, als archivaris voor te dragen wanneer
de bouw in het verschiet ligt. Ik acht dit een vreemdsoortig personeelsbeleid, afgezien
van de al meermalen aangevoerde omstandigheid dat de op dit moment voorgenomen
benoeming in strijd is met de Archiefwet.
6. 5 april 1974. Brief van bestuur V.A.N. aan G.S.
Ten vervolge op een door ons bestuur aan uw college gericht schrijven d.d. 14 januari
1974 inzake de benoeming van een middelbaar archiefambtenaar ter gemeentesecretarie
van Middelburg, delen wij u mede dat het door ons ter zake ingenomen standpunt ten