i periode hee" ««- een an,b,enaa' - a"een Mi Bbrele he' b*«- »n beëfndigd66 Zij" 'n jUÜ j'L dC besprekingcn zowel met de mogelijke partners als met mij Eind november verscheen gelijktijdig in De Ambtenaar (orgaan van de A.B.V.A en het Hen Ha al1 v°or °v®rbetosd°cumentatie een oproep van de gemeente Middelburg, lui- WF R K 7 AAVmn np vCn, ratngkS afhanke,ijk/an leeftijd, bekwaamheid en ervaring. beno®men ambtenaar zal in het bijzonder worden belast met de verzorging en verdere opbouw van het beeldarchief, de verzorging en beschrii- ving van de oud-archieven van twee in 1966 met de gemeente Middelburg samenge- voegde kleine plattelandsgemeenten (het oud-archief van Middelburg is in de Tweede St:'!8 verloren gegaan), het verstrekken van gevraagde informatie ov« en cat verhandellngen omtrent de geschiedenis der gemeente 'M7'~ Permaand' A van ,.765.- VAME^FDAccfxToV^TVTet d'P,oma Middelbaar Archiefambtenaar. i r ve.rP'aatslnSskostenregeling, algemene burgerlijke pensioen- detoelage 7H I61"68 mterCOmmUnaIe ziektekostenregeling ambtenaren, vakan- WONING: het vinden van woonruimte zal geen problemen opleveren. wpth H dagen na verschijning van dit blad inzenden aan burgemeester en wethouders van Middelburg, Lange Noordstraat 1 te Middelburg. In de sollicitatie dient te worden opgegeven in welk blad men deze advertentie heeft gelezen C"at'e dI6nt hl«dInStH?felideJUnCtie Va" s.ecretarieambtenaar, het te lage salaris en de plaatsing in slechts zeer weinig middelbare archiefambtenaren bereiken hebben miin ering gewekt. Ik heb dadelijk informaties ingewonnen, die geleid'hebben tot een gesprek met de burgemeester van Middelburg op 20 dezer. "eooen tot een dal e7tw^eemolrilHkWIede na'at6n Van overleg' maar gaf als de mening van B. en W„ len »u I, Zijn om een gemeentearchivaris voor Middelburg aan te stel- 9' êe'dgebrek en afwezigheid van geschikte accommodatie (werkruimte en bewaar deerde werk'van de tïfTT" 86611 andere -«gelijkheid om heT zeer gewa"-" aeeiüe werk van de heet Hoek voort te zetten, en zal dit werk dus moeten worden ve- opt, wanneer het met m deze vorm kan worden voortgezet. ecMere!en°tVer 'j8®steld het te betreuren als dit het enige alternatief is Ik heb er dl ld toegevoegd, dat er talloze andere gemeenten met te weinig geld zijn die om die reden geen archivaris aanstellen, al zouden ze het graag willen en dat d t 'mii onT de enige juiste houding lijkt, want het introduceren van L§n figuur zoal Middelburg varll voorstelt, kan uitermate ernstige consequenties hebben vóoTgemeenfearchf Voortslieb if gestóTdat ik darcblefkrmge" bestaat er dan ook zeer sterk verzet tegen, van samenwerking met èóes'nog ^dTa^ tedeXn "Hl' h T and6ren VOele"' lijkt het me wei"ig zinvol verder in deze r cMing -* meege5feld® to^k^LovereranPUwlolleS,Ultaat gtid h66ft' heb ik de ^meester mi. om het volgende 86 raPP°rt Z0U moeten ^brengen. Het gaat 2S middeïbalr ïfflSÏÏS iSetil mocht zijn bentemd^dlfd:tcmagri"eentearChiVariS' °f' Z° 86611 Z°danige archivaris u,l',knL15 Vfu-d6, 'bans vervallen Archiefwet 1918 bevat een overeenkomstige benalins waaromtient bij de wijziging in 1928 m de Memorie van Toelichting wordt ongemerkt-' Het verdient aanbeveling om duidelijker dan bij de tegenwoordige redactie van Sei Hmq m t 1S u°en mtkome?» dat lllt een archivistisch oogpunt bezien de normale en s meest gewenschte toestand is, dat een gemeentearchief wordt beheerd door een de* Wat Middelburg nu wenst, is een tussenvorm waarbij een middelbaar archiefambtenaar [222] onder de secretaris de rol van archivaris speelt, al mag hij niet zo genoemd worden en mist hij ook de bevoegdheden van een archivaris. De Archiefwet 1962 kent deze tussen vorm niet. Het is daarom nuttig te vermelden, dat het commentaar van Duparc en Hin- richs op deze wet bij het bedoelde artikel opmerkt 'dat de gemeentearchivaris het zelfde geldt voor de archivaris van het waterschap niet onder maar naast de secre taris staat; het zou daarom in strijd met de geest van de wet zijn wanneer hij tevens wordt belast met enige functie ter secretarie'. A fortiori geldt dus, dat het in strijd met de wet zou zijn wanneer men iemand, die in feite gemeentearchivaris zou moeten zijn, die titel onthoudt en hem inpast in het secretariepersoneel. Het goedkeuren of zelfs maar het gedogen van het door B. en W. gevoerde beleid be tekent derhalve, zoals ik reeds hiervoor opmerkte, een ondergraving van de wettelijk ge regelde positie van de archivaris ook van andere gemeenten als zelfstandige functionaris. Tenslotte meen ik dat wat in feite neerkomt op aanstelling van een onderbetaalde archi varis, nimmer mag worden gerechtvaardigd met een beroep op ontoereikende geldmid delen. Om de in het voorafgaande genoemde redenen wil ik U in overweging geven om B. en W. te verzoeken hun besluit tot aanstelling van de hier bedoelde ambtenaar in te trekken en, zo zij daar niet toe bereid zijn, met toepassing van artikel 120 van de Provinciewet dit besluit als strijdig met de geest van de Archiefwet 1962 en dus ook met het algemeen belang, ter kennis van de Minister van C.R.M. te brengen, dan wel andere maatregelen te nemen die U in overeenstemming met de beginselen van goed bestuur lijken. 2. 14 januari 1974. Brief van bestuur V.A.N. aan B. en W. (Afschrift gezonden aan G.S.) In nummer 11, jaargang 1973 van het tijdschrift Overheidsdocumentatie, troffen wij een oproep aan, waarin een ambtenaar ter gemeentesecretarie van Middelburg wordt ge vraagd. De oproep wekt bij ons bedenkingen; uit de tekst ervan blijkt dat het accent bij de taakvervulling van de door Uw college te benoemen ambtenaar duidelijk valt op werkzaamheden die normaliter door een middelbaar archiefambtenaar, met de status van gemeentearchivaris, worden verricht. Een functionaris derhalve die niet onderge schikt hoort te zijn aan de gemeentesecretaris. Naar de mening van ons bestuur is een zodanige constructie een miskenning van de strekking van artikel 25, eerste lid, van de Archiefwet 1962, dat in zijn huidige formu lering teruggaat op artikel 15, tweede lid, van de Archiefwet 1918, zoals dit in 1928 werd gewijzigd. Deze wijziging werd toen als volgt toegelicht: 'Het verdient aanbeveling om duidelijker dan bij de tegenwoordige redactie van artikel 15 het geval is te doen uit komen, dat uit een archivistisch oogpunt bezien de normale en dus meest gewenschte toestand is dat een gemeentearchief wordt beheerd door een deskundig archivaris en dat alleen bij gebreke van dien het beheer wordt opgedragen aan den gemeentesecretaris. De tegenwoordige redactie zou aanleiding kunnen geven tot de opvatting, als zou in begin sel het laatste de voorkeur verdienen', (bijlagen handelingen Tweede Kamer 1927'28 197, nr. 3, blz. 2). Uit het Commentaar op de Archiefwet 1962, blz. 99, willen wij nog het volgende citeren: 'Opgemerkt zij nog dat de gemeentearchivaris niet onder, maar naast de secretaris staat; het zou daarom in strijd met de geest van de wet zijn wanneer hij tevens wordt belast met enige functie ter secretarie'. Op grond van het bovenstaande verzoekt ons bestuur Uw college de positie van de te benoemen ambtenaar te herzien en aan te passen aan het bedoelde in artikel 25, eerste lid, van de Archiefwet 1962. 3. 14 februari 1974. Antwoord van B. en W. aan G.S. op kantschrijven van 21 januari (19 februari om advies gezonden aan inspecteur) Naar aanleiding van uw bovenvermeld kantschrijven met het schrijven van de provin ciaal inspecteur der gemeente- en waterschapsarchieven in Zeeland van 21 december j.l. vragen wij uw aandacht voor het volgende. Zoals u uiteraard bekend is, is tijdens de stadsbrand in mei 1940 het oud-archief van onze gemeente verloren gegaan. Korte tijd na deze calamiteit heeft de toenmalige burge meester een onderhoud gehad met de toen in dienst zijnde gemeente-archivaris, de heer [223

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 24