Voor een getuigende geschiedschrijving, men denke aan de publikatie van de oost-duitse collega's, kan een documentaire archivering dienstig zijn. Zo ook voor hen, die conform Huizinga's klassieke definitie in de geschiedbeoefening het ver leden willen bedwingen. De verzuiling, die het tijdperk Muller kenmerkte, kwam reeds ter sprake. De eerste wetenschappelijke publikade van het Katholiek Docu mentatie Centrum handelt over de verzuiling. De historisch-sociologische studie van de Nijmeegse hoogleraar J. M. G. Thurlings, De wankele zuil, had nooit zo geschreven kunnen worden als de auteur zich had verdiept in de authentieke schrif telijke neerslag van de tijd.38 Hoewel het uitschrijven van ressentimenten en voor oordelen goed kan zijn, lijkt het zeer de vraag of bij het bepalen van de archivis- tische werkmethoden met de behoeften van de getuigende en therapeutische ge schiedschrijving rekening kan worden gehouden. Het tegemoetkomen aan emo tionele verlangens zal wellicht geheel aan documentatie-instituten moeten worden overgelaten. Bouwend aan het archiefwezen in onze tijd heeft het zin terug te zien naar een be langrijk archivaris als Muller. Toen Colenbrander, die in zijn carrière sterk door Van Riemsdijk was gesteund, in 1911 dong naar de plaats, die door Van Riemsdijk was ontruimd, noemde hij Muller het hoofd van de Nederlandse archivarissen; 'Het Nederlandsche Rijksarchiefwezen heeft in de jongste decenniën', zo schreef hij, 'een opmerkelijke en in de meeste opzichten gunstige ontwikkeling genomen. In hoofdzaak komt de verdienste daarvan toe aan één man, Mr. S. Muller Fzn.; de erkende geëerbiedigde leider van het Nederlandsch archivariaat'. De chef van de afdeling Kunsten en Wetenschappen P. Visser onderscheidde in 1932 in het archiefwezen een richting Fruin en een richting Muller: 'Fruin is er voorstander van dat een archivaris voor alles gaat en blijft inventariseren; anderen verlangen tevens creatieve historische arbeid (de typische vertegenwoordiger hier van was de geniale Mr. Muller); zij vinden, dat het archiefwezen onder Fruin meer en meer is gaan verduffen'.39 Muller heeft de breuk met Van Riemsdijk betreurd. Met wat minder felheid bij Muller, met een groter incasseringsvermogen bij Van Riemsdijk en met een harte lijke, waarderende en collegiale sfeer was nog veel meer te bereiken geweest ter verrijking van het leven van de collega's en ten dienste van de maatschappij. Het vele, dat ondanks alle falen gegeven werd, stemt tot blijvende dankbaarheid. A. E. M. Ribberink SUMMARY (see p. 210). 38 Zie Tijdschrift voor geschiedenis 1973 338. 39 Vergelijk Heeringa, N.A. 1929/30 171 de vrees, dat Mr. Fruin op den duur een heerscher zou worden over mediocriteiten. [196] Mr. S. Muller Fz. aan zijn bureau in het Utrechtse Gemeente-archief aan de Drift in 1913. Foto: Gemeentelijk Archief Utrecht. [197]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 11