gemeenten en waterschappen tenminste negentien middelbare archiefambtenaren
tot deze rang van referendaris zijn toegelaten. Ook al ligt de aan deze rang verbon
den salariëring misschien niet overal op hetzelfde niveau dan nog is deze discrepan
tie te groot.
De van rijkszijde veel gehoorde opmerking, dat provincie en gemeenten nu eenmaal
beter betalen kan het V.A.N. bestuur en naar ik stellig aanneem ook U allen in geen
enkel opzicht bevredigen. Het Rijk moet het voorbeeld geven en zich niet fatalistisch
daarbij neerleggen of erger nog onwillig zijn.
In het vrije spel van vraag en aanbod moet dit tot schade leiden ten nadele van de
taakvervulling door de Rijksarchiefdienst. Misschien, waarde De Vries, kunt U aan
deze ontwikkeling de nodige aandacht wijden nu U met ingang van 1 januari 1974
volledig voor archiefzaken bent vrijgemaakt. Ook de V.W.A.O. kan hierin wellicht
een werkterrein vinden. Overigens spreek ik graag mijn bijzondere waardering uit
voor de heldere folder 'archivaris, werken in heden en verleden', die de afdeling
voorlichting van het ministerie van C.R.M. speciaal aan de functie van middelbaar
archief ambtenaar heeft gewijd. Eindrangen zijn hoof darchi vist, hoofdarchivist A
en referendaris staat er in te lezen. Wie weet, gaat een wonder toch nog gebeuren.
In het afgelopen jaar vroegen een groot aantal middelbare archiefambtenaren in een
gezamenlijke brief de aandacht van het bestuur voor de cursus voortgezette vor
ming, die door de Studiekring Overheidsdocumentatie werd georganiseerd voor een
geselecteerde groep van registratoren. Deze cursus beoogt een verfijning van de vor
ming op het gebied van de inventarisatie van semi-statische overheidsarchieven. Zij
zagen en zien er een bedreiging in van hun toekomstmogelijkheden en dit niet geheel
ten onrechte. In mijn jaarrede van vorig jaar ben ik op deze grenskwestie tussen de
werkterreinen van de archivaris en de registrator dieper ingegaan. Het was zelfs zo,
dat door dit grensconflict een vervreemding was ontstaan tussen de besturen van de
V.A.N. en van de S.O.D.
De eerste voorwaarde om tot een redelijke gedachtenwisseling over dit probleem te
komen was het herstellen van goede betrekkingen op het persoonlijke vlak. Op 8
maart 1973 vond een eerste gezamenlijke beraad van beide besturen plaats, waar het
onderling wantrouwen duidelijk voelbaar was.
De dooi zette echter gelukkig door. Wederzijds mochten een drietal bestuursleden
eikaars gasten zijn op de studiedagen van de S.O.D. te Lunteren en op onze studie
dagen in Scheveningen. Ook op de door de S.O.D. de 19e oktober te Tilburg ge
houden officiële herdenking van 100 jaar decimale classificatie waren voorzitter
en secretaris van de V.A.N. uitgenodigd en present. Het is mij bekend, dat deze
toeschietelijkheid, die niet alleen van onze kant kwam, bij enkele leden en voor
waar niet de geringste niet in goede aarde is gevallen. Van de andere kant dienen
wij te beseffen, dat de gekozen opzet om de vervolgcursus te beperken tot registra
toren in s Rijks dienst onder verantwoordelijkheid van de algemene rijksarchivaris
en meer in het bijzonder van het Hoofd van de vierde afdeling van het Algemeen
Rijksarchief deze zaak tot een interne aangelegenheid van het Rijk maakt.
Onze vereniging heeft op deze ontwikkeling geen greep. Van onze kant hebben wij
ook in deze fase op een beperking tot rijksregistratoren aangedrongen. Indien im-
[96]
mers ook gemeentelijke registratoren zouden zijn uitgenodigd zou een buitenspel
houden van de V.A.N. als een oorzaak van wantrouwen tegenover onze vereniging
kunnen worden uitgelegd. Wie anders immers dan onze vereniging kan geacht wor
den de gemeentelijke archiefdiensten te vertegenwoordigen tegen de achtergronden
van de veelhoofdigheid van het gemeentelijk archiefbeheer. Het verheugt mij dan
ook oprecht, dat de S.O.D. ons niet in moeilijkheden heeft gebracht. De eerste cur
sus is op 1 januari 1.1. formeel gestart en zal einde 1974 afgesloten worden. Van de
21 deelnemers komen er 20 uit de Rijks dienst, terwijl op een zeer persoonlijke titel
één ambtenaar van de provinciale griffie van Overijssel is toegelaten.
Blijkens ontvangen informatie dienen we het concurrentieelement niet te overschat
ten en mag deze vervolgcursus eerder als een bekroning van de loopbaan van goede
registratoren gezien worden. Tijdens perioden van het felste verzet van onze kant
is altijd erkend, dat sommige registratoren heel wel in staat zijn tot het maken van
inventarissen van recente archieven. De Vereniging van Archivarissen vertrouwt
erop, dat zij aan het slot van de cursus betrokken zal worden in een afwegen van
de bereikte resultaten. Zij blijft de opvatting trouw, dat bij doortrekken van de lijn
en toelating tot de cursus van gemeenteregistratoren de V.A.N. mét uiteraard de
S.O.D. partij is. Evenmin geeft zij de mening prijs, dat in die fase de Rijks archief-
school het meest geëigende instituut is om deze opleiding ter hand te nemen. In één
schooljaar van de Rijks archiefschool kan dieper op de materie worden ingegaan
dan op vier achtereenvolgende dinsdagen in de maand februari wordt geboden. De
slotsom mag zijn, dat wij in goed vertrouwen niet zonder nieuwsgierigheid afwach
ten wat het experiment gaat opleveren.
Een stiekem leedvermaak zal er beslist nooit bij zijn in het besef, dat een opvijzeling
van het niveau en dus ook van de limieten van bereikbare rangen in de kring der
registratoren slechts heilzaam is voor het toekomstig archiefbeheer, voor verster
king van de top en tegengaan van het verloop. Het 'respect des fonds', waarin ons
herkomstbeginsel vertaald wordt, moge leiden tot een groeiend wederzijds respect
voor onze respectieve herkomst en verantwoordelijkheid.
Hoezeer de Rijks archiefschool ook voor ons archivarissen een rol kan spelen in
onze éducation permanente als vakmensen blijkt uit de grote belangstelling voor
verschillende vervolgcursussen, die op initiatief van de vereniging, daartoe weer
door enige leden aangespoord, door de Rijks archiefschool is gepeild in een rond
schrijven aan alle leden. In april van dit jaar start waarschijnlijk een cursus onder de
titel computers en archievenwaarvoor zich 37 archivarissen hebben gemeld. In de
voorzomer volgt de cursus de archiefwet in de praktijk die 31 leden heeft aange
trokken. In het vroege najaar begint een cursus methodiek van de gemeentelijke
archiefinspectie, waarop 43 personen hebben ingeschreven.
Voor 1975 staan op het programma de cursus beheer van prenten en kaarten met
liefst 54 getekenden en een cursus zegelbeschrijving, waarvoor de belangstelling nog
niet in concreto is gesondeerd. Wanneer de cursus bestuursrecht met 27 inschrijvin
gen van wal steekt is nog niet te zeggen.
Aangezien de directie van de Rijks archiefschool voor iedere cursus de deelneming
tot 20 personen wil beperken laat het zich aanzien, dat de meeste cursussen zullen
[97]