het bijzonder ook voor de Vereniging van Archivarissen in Nederland heeft betekend
en naar wij hopen nog zal kunnen betekenen.
Nog een ander vooraanstaand collega in het Noordhollandse trad terug uit het corps
van dienstdoende archivarissen in de persoon van rijksarchivaris Groesbeek, minder
met de vereniging vergroeid als Van Hoboken, maar om zijn beminnelijkheid en ge
degen studiezin niet minder gewaardeerd. Nu we toch aan de Spaarne vertoeven
mogen we vaststellen, dat daar in 1973 zowel bij het Rijk, de provincie als bij de
gemeente nieuwe bewindvoerders zijn aangetreden. Drs. Frank Otten volgde Groes
beek op zij het voorlopig nog als hoofdchartermeester, dr. J. Kölker trad op 1 sep
tember in dienst als provinciaal archiefinspecteur en op 14 maart werd drs. Jaap
Temmmck benoemd tot gemeentearchivaris van Haarlem. Het waait blijkbaar ge
ducht m het Noorden. Ook bij enige andere gemeentelijke archiefdiensten werd de
wacht afgelost. Johan van Albada nam in Tilburg het roer in handen, G. van Bree
deed dat in Roermond, J. Zuurdeeg in Tholen, C. Schoute in Schoonhoven, C.
Schimmelpenninck van der Oije in Zutphen en onze vice-voorzitter Bernard Woel-
derink in Deventer. Mr. Ketelaar kreeg bij Koninklijk Besluit van 13 maart 1973
machtiging om als directeur van de Rijks archiefschool datgene te doen wat hij werd
geacht ook voordien reeds gedaan te hebben nadat geconstateerd was dat hij het
inderdaad gedaan had. De voorzitter van de Vereniging kreeg in 1973 een kwaliteits
zetel in het curatorium van de Rijks archiefschool. Het vele werk, dat het directo
raat van de Rijks archiefschool vergt, heeft geleid tot de benoeming, te rekenen
vanaf 18 juni 1973, van mr. L. Lieuwes tot adjunct-secretaris van de archiefraad.
Als ik goed ben ingelicht zal de heer Lieuwes in de loop van dit jaar het secretariaat
volledig van de heer Ketelaar overnemen.
Nu we het over de archiefraad hebben mag gememoreerd worden, dat dit hoge col
lege op 23 december 1973 zijn eerste lustrum beleefde. In deze vijf jaren werden 65
adviezen uitgebracht. Het lijkt mij welhaast een onmogelijke taak om dit tempo
meer dan één advies per maand vol te houden. Uit de commissie traden de
heren Blok, Muller en Van Hoboken terug. In hun plaatsen werden benoemd burge
meester De Gou uit Haarlem, griffier Van der Wel van de Zeeuwse Staten en onze
oud-voorzitter Renting, die in deze benoeming een bekroning mag zien van jaren
van actief en intens bezig zijn met de ontwikkeling van het nederlands archiefwezen.
Prof. mr. J. Coopmans volgde mr. J. de Smidt op als voorzitter. Dat de nieuwe
voorzitter en ondergetekende op het Bossche Stadsarchief voor het eerst met het
archiefwezen kennis maakten, hij als bezoeker en ik als nog niet afgestudeerd ambte
naar, mag wel een merkwaardige coïncidentie heten nu onze wegen elkaar ook bui
ten het vlak der vriendschap menigvuldig kruisen. Naast het carrière-patroon van
de wetenschappelijke archiefambtenaar blijkt binnen het archiefwezen ook voor be
zoekers een mooie carrière haalbaar te zijn.
Van de archiefraad naar de archief-examencommissie ce ne sont que quelques pas.
Het zal vele oud-alumni van de Rijks archiefschool deugd hebben gedaan dat hun
excellente oud-docent Van der Gouw nu als hoogleraar tot deze examen-commissie
is toegetreden. Een op de lange duur enigszins onnatuurlijke contactstoornis tussen
dr. Van der Gouw en de officiële archiefinstanties is op deze wijze tot geringere
[94]
verhoudingen teruggebracht. Ik wil in dit verband niet nalaten ook een beroep te
doen op een voortreffelijke vakman en oud-voorzitter, die niet ver van hier zijn
rijk voorziene tenten heeft opgeslagen, om een feitelijke afzijdigheid van de activi
teiten van de vereniging te laten varen. Misschien is ook hier de beroemde spreuk
van Pascal van toepassing 'que le coeur a ses raisons, que la raison ne connait point'.
Juist in dit verband waardeert het bestuur zo bijzonder de attente aanwezigheid van
oud bestuursleden of collegae, die met pensioen heten te zijn. Onder hen wil ik er
ditmaal één met name noemen, dr. Formsma, niet omdat van zijn hand in 1973 zulk
een voortreffelijke studie is verschenen over 'Het inventariseren van archieven',
maar omdat Gedeputeerde Staten van Groningen hem de culturele prijs van de pro
vincie voor het jaar 1973 hebben toegekend. De prijs zal hem 18 februari in de Sta
tenzaal van het provinciehuis te Groningen worden uitgereikt. Er zijn provincies
zoals Friesland en Groningen, waar de eigen profeten wel geeërd worden.
Om nog even in het persoonlijke vlak te blijven mag met ere de benoeming van de
heer Wondaal tot ridder in de Orde van Oranje Nassau worden gememoreerd. Met
ingang van 1 februari 1.1. is hij als pensioengerechtigde teruggetreden uit zijn functie
van beheerder van de befaamde bunker te Schaarsbergen. Wondaal is een inspire
rend en integer collega, die zijn wonderlijke kudde wondervol heeft geleid. De harte
lijke sfeer bij zijn afscheid sprak boekdelen.
E. A. Kuipers, 28 oktober 1886 te Adorp geboren, 1 januari 1907 in dienst getreden
bij Binnenlandse Zaken, sinds 1925 sous-chef van de afd. Kunsten en Wetenschap
pen van O. K. en W., na 1945 omgezet in de afd. Oudheidkunde en Natuurbe
scherming, en van 1949 tot aan zijn pensionering op 1 maart 1952 chef van deze
afdeling is op 5 februari 1.1. begraven. Voor de oudere collegae is zijn naam een
begrip geweest mede doordat hij op 1 oktober 1952 benoemd werd tot voorzitter
van de commissie tot herziening van de archiefwet. Op de vergadering van 29 no
vember mocht ik mej. Crol van de Atlas van Stolk herdenken.
Maar, waarde dames en heren, ik kan mij voorstellen, dat met name de jongeren
onder U meer geïnteresseerd zijn in hün kansen dan in een overzicht van wat een
oudere generatie heeft klaargemaakt.
Hoewel de zorg voor de materiële belangen van onze leden aan onze dochter-ver
eniging de V.W.A.O. is toevertrouwd wil ik toch zo kort mogelijk ingaan op be
paalde zorgelijke ontwikkelingen.
Ieder van ons is overtuigd van de noodzaak van een goed georganiseerde en be
mande Rijksarchiefdienst. Hoezeer ook de algemene rijksarchivaris en zijn mede
werkers zich tot op de grens van wat voor hun gezondheid oorbaar is inspannen
blijkt toch het promotiebeleid van de ministeries van C.R.M. en Binnenlandse
Zaken minder gunstig af te steken bij de geboden mogelijkheden binnen de sfeer
van provincie en gemeente. Voor zover mij bekend is het slechts aan het Hoofd van
de vierde afdeling van het Algemeen Rijksarchief beschoren geweest na een voor
een zo duidelijke zaak onevenredige krachtsinspanning een promotie te maken tot
de rang van referendaris.
Wel nu, een zeer oppervlakkig onderzoek heeft uitgewezen dat bij archiefinspecties,
[95]