Berichten
In jaargang 79, afl. 76-79, verschenen in 1972/73, staan meer bijdragen, die het
waard zijn in deze rubriek vermeld te worden.
Een treffende uitspraak vond ik die van Jean-Pierre Babelon, conservator van het
museum van de Archives Nationales, voorkomend in zijn causerie 'Les relations
des archives avec le grand public' op het archiefcongres te Pau in oktober 1971, nl.
dat van veel archieven de openingsuren afgestemd zijn op het gebruik van de 19de
eeuwse rentenier. Gelaten kan men daaraan toevoegen dat deze opmerking het beeld
verstrekt van een slechts ten dele te veranderen situatie.
Babelon's causerie was gebaseerd op een enquete, waar als resultaat ondermeer uit
kwam, dat slechts enkel franse archivarissen tegenstanders zijn van de 'vulgarisatie'
van hun instelling of om het anders uit te drukken, dat de meesten positief staan
ten opzichte van het aanwakkeren van de belangstelling en het optreden voor bre
der publiek. Het verkrijgen van de gewenste grotere bekendheid werd door veel col
lega's wel als problematisch ervaren.
Een tweede onderwerp dat op voornoemd congres aan de orde kwam was dat van
de vernietiging. Op dit punt is men in Frankrijk verre van optimistisch. De Directie
van het Archiefwezen staat nog vrij machteloos zolang niet door middel van ver
nietigingslij sten, die merendeels nog opgesteld moeten worden, de 'préarchivage'
bij de administratie mogelijk gemaakt wordt. Hiermede samen hangt weer de hele
kwestie van relatie tussen archiefwereld en administratie, waar in Frankrijk veel aan
schort. Typerend was het antwoord op de volgende enquêtevraag: als er een offi
ciéél ordeningsschema bij de administratie in gebruik is, moet dat dan na de over
dracht als basis voor de inventarisatie gebruikt worden? De uitslag: 39 stemmen ja,
19 stemmen onbeslist of geen mening!
Voor enquetes is men niet beducht. Ook de bijdrage van Michel Quétin over de
aanwezigheid van fotocollecties in de departementsarchieven is op een dergelijk
onderzoek gebaseerd.
Het artikel verstrekt gegevens van numerieke aard:; en er wordt ingegaan op de
catalogiseringen en op de aanwezigheid van fototechnische afdelingen. Lang niet
alle departementsarchieven beschikken daarover, wel neemt hun aantal toe. Eén en
ander hangt vaak samen met de omvang van de taak van de desbetreffende departe
mentsarchivaris t.a.v. de monumenten.
Ik beëindig deze bespreking met de vermelding van twee artikelen gewijd aan af
zonderlijke archieven:
J. Y. Mariotte, Les archives ducales de Savoie a la fin du Moyen Age; Chr. Wolff,
Les archives anciennes des paroisses protestantes d'Alsace et du pays Montbéliard;
en met de vermelding van Amadon Bousso, La section de formation a l'Ecole des
bibliothécaires, archivistes et documentalistes de l'Université de Dakar.
B. W.
[164]
Amersfoort. In zijn verslag over 1972 geeft de archivaris een beknopt overzicht van
de huidige staat van zijn archief, speciaal met het oog op maatregelen ter verbe
tering van de huisvesting ervan. De huidige archiefbewaarplaats dateert uit 1904 en
reeds in 1920 stelde men vast dat zij naar omvang en kwaliteit volstrekt ontoerei
kend was. Thans ligt Amersfoort achter bij alle vergelijkbare gemeenten in den
lande. De beschikbare ruimte voor opberging der archivalia is volkomen onvol
doende, waardoor inbewaringgeving van rijksarchieven, opneming van particuliere
archieven en belangrijke uitbreiding der collecties achterwege moet blijven. De
werkruimte laat slechts plaats voor één personeelslid, de gemeentearchivaris. Een
en ander maakt het dringend noodzakelijk dat de voorbereidingen tot de inrichting
van een nieuwe archiefbewaarplaats c.a. niet langer worden uitgesteld en dat met
name de plaats, waar de archiefdienst in de toekomst zal gevestigd worden, zo
spoedig mogelijk wordt vastgesteld.
De werkzaamheden tot samenstelling van een nieuwe gedrukte inventaris werden
voortgezet. Hierbij werden voortdurend bescheiden, die niet uit het archief van het
stadsbestuur afkomstig zijn, doch hebben behoord tot andere gemeentelijke en tot
niet-gemeentelijke archieven ter plaatse, afgescheiden. In de bestaande inventaris
worden zij zonder verwijzing naar hun oorsprong tussen de stukken van het be
stuursarchief vermeld. Thans worden zij in aanhangsels van de inventaris afzonder
lijk beschreven. Ook de beschrijving van de chartercollectie, die gedeeltelijk in het
bestuursarchief moet worden ingevoegd, en de gebruikelijke aanvullingen in de
voorlopige inventaris van het archief van na 1815 vonden voortgang.
Het aantal bezoekers bedroeg 74 (v.j. 55), die 125 (v.j. 136) bezoeken brachten.
Streekarchivariaat Kwartier van Oisterwijk. In 1972 werden in de bij het streek-
archivariaat aangesloten gemeenten de indiceringswerkzaamheden voortgezet. De
archivaris publiceerde 'Helvoirt in oude ansichten' en 'Moergestel in oude ansich
ten', of ook voor Haaren een dergelijke publikatie mogelijk is, wordt nog onder
zocht. Hij bewerkte voorts 'Berkel-Enschot straat voor straat' en schreef een be
knopt overzicht der plaatselijke geschiedenis in de 'Gids voor Udenhout'. Van zijn
hand verschenen voorts historische bijdragen in 'de Kleine Meijerij' en andere pe
riodieken. De onderscheiden fotoverzamelingen en de bibliotheek werden uitge
breid.
In de verschillende gemeentehuizen werden 57 (v.j. 52) archiefbezoekers genoteerd,
die 81 (v.j. 68) bezoeken brachten. Het aantal schriftelijke verzoeken om inlichtin
gen bedroeg 39 (v.j. 35).
Archiefinspectie in Zeeland. Voor de gemeente Tholen, die thans het hele eiland
omvat, kon in 1972 een archivariaat als volledige betrekking worden ingesteld.
Daarentegen is een definitieve streep gezet onder de poging een streekarchivariaat
[165]