Vervolgens deelt dr. Pirenne mee dat in de zomervergadering door het bestuur een
voorstel zal worden gedaan tot verhoging van de contributie met 5,— per 1 januari
1973. Misschien kan het bij deze verhoging blijven; de mogelijkheid bestaat echter
dat in 1976 opnieuw contributieverhoging plaats zal moeten vinden.
De zomervergadering 1974, te houden op 17 mei in Utrecht in samenwerking met
het gemeentearchief aldaar, zal gewijd zijn aan mr. S. Muller Fzn., 100 jaar geleden
benoemd tot gemeentearchivaris in Utrecht. Door het gemeentearchief zal, ter her
denking hiervan, een tentoonstelling worden georganiseerd.
Aan de orde komen de notulen van de ledenvergadering van 9 mei 1973, zoals deze
zijn gepubliceerd in het Nederlands Archievenblad, aflevering drie, 1973, blz. 161
e.v. De voorzitter stelt voor de derde zin van de vierde alinea als volgt te wijzigen:
'S.O.D.-ers in gemeentedienst kunnen deze cursus dus voorlopig niet volgen, op
aandrang van het V.A.N.-bestuur'. De notulen worden hierna onder dank aan de
secretaris vastgesteld.
De penningmeester, de heer R. J. Jansen, licht op de volgende wijze de rekening
1973 en de begroting 1974 toe:
'In de rekening 1973 vallen aan de ontvangstzijde de inkomsten op uit de circulaires
van dat jaar, die begroot op 2500,- uiteindelijk resulteerden in een ontvangst van
ruim 7000,—. Dit vindt zijn oorzaak in het toenemend aantal vacaturemeldingen
en in dein juli 1973 doorgevoerde verhoging van de vergoeding voor deze circulaires
voor derden van 200,- naar 250,-. Hieruit kunnen thans de kosten van de cir
culaires en de convocaties van de vereniging volledig worden gefinancierd. Tevens
is ingesteld een verhoging voor abonnementhouders niet-leden van het Nederlands
Archievenblad. Met ingang van 1 januari 1974 betalen zij geen 50,— maar 60,—.
Door de aanwas van het ledental stegen de inkomsten uit contributies in vergelijking
met 1972 met ruim ƒ2000,—. De studiedagen brachten de vereniging, ondanks de
steun van de Morrenstichting, de algemene rijksarchivaris en het Ministerie van
C.R.M., toch een nadelig saldo van ca. ƒ2500,—. Getracht zal worden in de toe
komst het houden van studiedagen ook onafhankelijk van subsidieverlening te doen
plaatsvinden.
Toch is het voordelig saldo van de vereniging, na aftrek van de kosten van de nog
te verwachten uitgave van het extra nummer van de studiedagen, met ca. 2000,
toegenomen. Dit saldo zal dringend nodig zijn om de uitgave van de klapper op het
Nederlands Archievenblad, welke dit jaar op stapel staat, te kunnen financieren. De
inkomsten van deze klapper, voor leden gratis, maar voor niet-leden tegen kostprijs
verkrijgbaar, zullen namelijk niet alle in de rekening van 1974 kunnen worden ver
antwoord.
Voor de uitgavezijde is de volgende toelichting misschien nuttig. Het bedrag ver
meld onder 'verenigingen' is door de Vereniging van Archivarissen verschuldigde
achterstallige contributie over de jaren 1971-1973 aan de Conseil International des
Archives. In de toekomst zal deze contributie 50 dollar per jaar bedragen.
De kosten van het bestuur liggen ongeveer 800,— hoger dan begroot. De oorzaak
ligt in het feit, dat vele bestuursleden hun reis- en verblijfkosten niet meer kunnen
[84]
declareren bij de respectieve overheden. De uitgaven voor de commissie gewest
vorming beliepen ca. 1000,niettegenstaande dat de gemeenten Rotterdam en
Nijmegen bepaalde kosten voor hun rekening namen.
Met het Ministerie van C.R.M. werd overeengekomen dat over 1973 niets zal wor
den teruggevorderd.
Bij de begroting 1974 kan worden aangetekend dat voor 1974, in vergelijking met
1973 de subsidie is verhoogd, namelijk van 12150,— naar 18000,—. Een verho
ging van 50%. De cijfers voor 1975 zijn nog niet bekend; wel kan ik U mededelen
dat subsidie is aangevraagd voor een begroot nadelig saldo van ƒ25000,Ter in
formatie: over 1973 droeg het Ministerie van C.R.M. per lid bij 40,in 1974
wordt dit 45,—. De verhouding contributie tot bijdrage van het ministerie is, zoals
deze zich ontwikkelt, niet juist. In verband hiermee heeft het bestuur gemeend om,
zoals de voorzitter reeds in zijn jaarrede opmerkte, in de komende ledenvergadering
een voorstel te doen tot contributieverhoging. Gedacht is aan een verhoging van
-5, naar 30, Mocht in 1975 blijken dat dit niet voldoende is, dan kan op
nieuw een voorstel tot verhoging tegemoet worden gezien. De verhoging van 5,
voor 1975 die alleen al noodzakelijk is om de kostenstijgingen van de laatste twee
jaren op te vangen, moet U tevens zien als blijk van belangstelling en waardering
uwerzijds voor de vereniging en als een poging om onze financiële positie niet te
afhankelijk te maken!'
Hierna leest de secretaris een door hem ontvangen schrijven van de kascommissie
voor:
Ondergetekenden, J. Meinema en O. A. M. W. Hartong, tezamen vormend de kas
commissie, daartoe benoemd door Uw vergadering, verklaren:
ten eerste: de boekhouding van de penningmeester voor 1973 te hebben nagezien en
gecontroleerd,
ten tweede: deze boekhouding in goede en geordende staat te hebben aangetroffen
en stellen derhalve voor, de penningmeester voor het door hem gevoerde zuinige
beheer décharge te verlenen.
Zij verzoeken bovendien Uw vergadering hem Uw welgemeende dank te betuigen
voor zijn consciëntieuse activiteiten'.
Mr. F. C. J. Ketelaar beklemtoont de wenselijkheid van het overleggen van een ba
lans bij de begroting. De penningmeester antwoordt dat hij dit voorstel wil over
wegen; zijns inziens is een bezwaar dat er te weinig posten zijn om op de balans op
te voeren.
De rekening 1973 en de begroting 1974 worden hierna vastgesteld.
De voorzitter stelt vervolgens voor om als leden van een nieuwe kascommissie aan
te wijzen, de heer P. Brood en mr. W. J. Meeuwissen. Eerstgenoemde aanvaardt zijn
benoeming, mr. Meeuwissen is niet aanwezig. Op de volgende ledenvergadering zal
worden meegedeeld of hij zijn benoeming aanvaardt.
Aan de orde komt vervolgens de wijziging van de statuten en van het huishoudelijk
reglement. De redactie van artikel 16, lid 4 van de statuten is verouderd. De voor-
[85]