In de opleidingen voor de diverse diploma's voor administratief werkzame ambte naren worden veelal de wetsartikelen opgesomd die voor beambten van het open baar bestuur en daarmede tevens voor het openbaar bestuur zelf de verantwoorde lijkheid regelen voor de onder hen berustende bescheiden. De artikelen 200 en 359- 361 van het Wetboek van Strafrecht spreken in deze voor zichzelf. art. 200: misdrijven tegen het openbaar gezag. 'Hij die opzettelijk zaken, bestemd om voor de bevoegde macht tot overtuiging of bewijs te dienen, akten, bescheiden of registers, die voortdurend of tijdelijk op openbaar gezag bewaard worden, of hetzij aan een ambtenaar hetzij aan een ander in het belang van de openbare dienst zijn ter hand gesteld, vernielt, be schadigt of onbruikbaar maakt, wordt gestraft Titel 28: ambtsmisdrijven 'art. 359: De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast persoon, die opzettelijk geld of geldswaardig papier, dat hij in zijne bediening onder zich heeft, verduistert art. 360: die opzettelijk boeken of registers, uitsluitend bestemd tot controle van de administratie, valselijk opmaakt of vervalst art. 361: die opzettelijk zaken bestemd om voor de bevoegde macht tot over tuiging of bewijs te dienen, akten, bescheiden of registers, welke hij in zijne be diening onder zich heeft, verduistert, vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt of toelaat, dat zij Afgezien van de strafmaat, die naar ik meen nooit volgens het wetboek is opgelegd, wordt in ieder geval duidelijk gesteld, dat geknoei met overheidsadministratie een misdrijf is. Voorkoming van de totstandkoming van een dergelijk misdrijf wordt in de zorg voor de archiefbescheiden ingevolge de archiefwet geregeld zonder dat ove rigens in de juiste mogelijkheden wordt voorzien om realisering van de wetsartikelen te bewerkstelligen. Het bijzondere karakter van de overheidsadministratie is ook de reden, dat vernieti ging en schoning van archieven een ambtelijke aangelegenheid is, die evenals bij de andere facetten van zorg voor en beheer van archiefbescheiden bij gebrek aan vol doende vakkennis en ervaring bij de betrokken bestuurders en ambtenaren onder worpen is aan het toezicht van een hoger gezag. Samenvattend moge gesteld worden, dat tweeërlei factoren aan het openbaar be stuur nadere wettelijk omschreven verplichtingen opleggen ter zake van het bewaren van en zorgen voor de archiefbescheiden. 1 elke overheidshandeling zal haar grondslag moeten vinden in een wettelijke be voegdheid tot handelen, die het fair-play, de zorgvuldigheid, de zuiverheid van oogmerk, de evenwichtigheid en de rechtszekerheid veilig stellen en garanderen; daarbij is in tegenstelling tot het bedrijfsleven de efficiency niet altijd doorslag gevend. 2 de mogelijkheid van het rekenschap geven van de verrichte handelingen dient voor het heden en de toekomst aanwezig te zijn. 146] IV. Al het hiervoor gestelde blijft ook van gelding in een geautomatiseerde over heidsadministratie, tenzij wetgeving en moraal worden gewijzigd. Uitzonderingen kunnen niet worden gemaakt zonder hoge principia van recht en openbaar bestuur te schenden. Bij een bespreking van Vooruitziende bestuurswetenschap stelde prof. mr. J. in 't Veld11 naast de problematiek van de onzekerheid van de bewijskracht van computerbescheiden: 'Alleen een strenge demokratische kontrole en nauwkeu rig omschreven rechtsbepalingen kunnen verhinderen, dat de computer het instru ment wordt van een nieuw soort dictatuur.' Ter vaststelling van de mogelijkheden en de moeilijkheden van de administratieve automatisering in het kader van het hiervoor gestelde, worden de volgende punten besproken: a doelstellingen van de automatisering van gegevensbestanden en registraties; b vergelijking van deze doelstellingen met die van de registratie en archivering bij het openbaar bestuur; c verschilpunten en konsekwenties daarvan. a doelstellingen van de automatisering van gegevensbestanden en registraties Op de studiedagen van de Nederlandse Vereniging van Bedrijfsarchivarissen werd door D. R. F. van Breemen een definitie gegeven van een Data Base Systeem 'een data base systeem is een hulpmiddel om meerdere gebruikers voor meerdere toepas singen toegang te verschaffen tot een centraal depot.' De pogingen om een dergelijk systeem bij openbare besturen te realiseren worden in Nederland voor een actief deel geconcentreerd in de SOAG, die zich in de automatisering van de gemeenten vier objekten van samenwerking stelt: verwerking van informatie, ontwerp en in voering van systemen, voorlichting en opleiding en het overleg met instanties. In het kader van het hier behandelde is voornamelijk de eerste doelstelling van belang; de verwerking van informatie onderscheidt men dan in de verwerking van mutaties en de verstrekking van informatie. Als voordelen worden gezien, dat de informatie verstrekking beter kan worden geïntegreerd met de beleidsvoering en het geven van leiding, alsmede met de informatieverstrekking van de andere overheden. Voorts dat nieuwe, betere kwaliteit en meer gedetailleerde informatie kan worden verstrekt. Dit onder andere omdat door deze samenwerking betere systemen kunnen worden ontwikkeld en toegepast.1? In een folder over de gemeentelijke automatisering wordt verder gesteld: 'Automatisering maakt het mogelijk om op het juiste tijdstip over de juiste informaties te beschikken. Het registreren van alle gegevens die voor het gemeentebestuur of voor het gemeentelijk apparaat van belang zijn, gebeurt al sinds mensengeheugenis. Maar door de komst van de computer is het mogelijk geworden om op elk gewenst moment die gegevens of een gedeelte van die gegevens te ver werken en te reproduceren.' Ook dr. B. Scheepmaker beantwoordt de vraag waar om het zinvol is een gegevensbank op te zetten met het wijzen op de toepassings mogelijkheden: het leveren van gegevens.13 11 Prof. mr. J. in 't Veld, Vooruitziende Bestuurswetenschap, 1970, pg. 131. 12 Ontleend aan Organisatie en Samenwerking, uitgave van de SOAG, 1972. 13 Data Base of Data Beest, 1973, pg. 169. 147]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 34