Geluidsband in archieven
Sinds de opkomst van de grammofoonplaat en de geluidsband wordt de geschie
denis ook via dit medium vastgelegd. Steeds meer worden verzamelende instellingen
dan ook voor de vraag gesteld of zij niet tot verwerving van geluidsmateriaal moe
ten overgaan. De hierna volgende bladzijden houden zich bezig met problemen rond
de konservering van geluidsband, grammofoonplaten worden buiten beschouwing
gelaten. Hoewel, ook bij het verzamelen van grammofoonplaten, wordt men gekon-
fronteerd met het fenomeen geluidsband, omdat men bij beluistering wel liever niet
het origineel zal willen gebruiken, maar een gebruikskopie op geluidsband zal pre
fereren. Gaat men geluid verzamelen, dan zal men dus in ieder geval met geluids
band te maken krijgen. Konservering hiervan houdt niet alleen in een bewaren onder
optimale kondities, maar ook de noodzaak tot kopiëring, zoals nog uiteengezet zal
worden.
Men staat dan meteen ook voor problemen als keuze van apparatuur, bandsoort en
opnametechniek. De hierna volgende informatie wil ook op deze gebieden een eerste
oriëntatie geven1.
De kwaliteit van een bandopname
De kwaliteit van een bandopname wordt in eerste instantie bepaald door de kwaliteit
van de band en van de bandrecorder, voorts door de opnametechniek. Ingeval van
langdurige bewaring speelt de wijze van konservering daarnaast ook nog een rol.
Over dit laatste bestaat nog geen eenstemmigheid, enerzijds vanwege het feit dat
diverse inzichten door de vooruitgang der techniek steeds achterhaald worden, maar
ook omdat het medium nog zo jong is dat de gevolgen van inwerkingen op langere
termijn nog niet voldoende bekend zijn.
Geluidsband
Een geluidsband is een magneetband waarop door middel van magnetische impulsen
geluidsregistratie kan plaatsvinden. (Er zijn diverse soorten magneetbanden, onder
andere de videoband voor magnetische IwWregistratie). Zij bestaat uit twee aan
Deze oriëntatie had niet tot stand kunnen komen zonder de vele wijze lessen van de
heer H. van der Riet, geluidstechnikus bij de Stichting Film en Wetenschap te Utrecht.
Dank ook aan de heer R. van Broekhoven, medewerker aan het geluidsarchief van de
Gemeentelijke Archiefdienst Rotterdam, voor zijn verhelderende opmerkingen.
[134]
elkaar gehechte lagen, een basislaag (drager) en een laag die magnetiseerbaar is. Het
geluid wordt op deze bovenste laag geregistreerd doordat de opnamekop van de
bandrecorder magnetische velden uitzendt met een bepaalde geluidsboodschap.
Voordat de band de opnamekop passeert, is hij al langs de zogenaamde wiskop ge
komen, waar eveneens door middel van magnetische impulsen mogelijke eerdere
geluidsregistratie wordt ontbonden. Ook na de opname blijft een geluidsband gevoe
lig voor magnetische invloeden. Het voordeel hiervan is dat een opname al naar
behoefte weer gewist kan worden, maar daar staat als nadeel tegenover dat onge
wenste magnetische invloeden een opname blijvend bedreigen.
Zo zou een onverlaat een gehele geluidskollektie op band in enkele ogenblikken
kunnen vernietigen door met een magneet langs de banden te gaan (externe mag
netische invloed). Daarnaast is het mogelijk dat de magnetische impulsen die op een
band zijn geslagen, zich voortzetten naar andere gedeelten van de band, waar zij de
daar aanwezige opnamen verstoren (interne magnetische invloed). Deze zogenaamde
kopiëereffekten onderscheidt men in echo- en doordrukeffekten. In het eerste geval
ontstaat een echo óf voorafgaand óf volgend op een woord of een aantal woorden
of een stuk muziek. Hierbij gaat het om doorwerking van magnetisme over de lengte
van de band. Bij het doordrukeffekt drukt een opname zich door van de ene laag op
de volgende lagen, dwars door alle windingen heen.
In vergelijking met de moderne grammofoonplaat is de geluidsband dus nogal kwets
baar. Een tweede nadeel in vergelijking met de plaat is het feit dat de duurzaamheid
van geluidsband nog niet bekend is, waardoor men ermee rekening moet houden
dat de gehele kollektie nog wel eens (of vaker?) op ander band gekopiëerd zal moe
ten worden. Om te weten of de tijd daarvoor gekomen is, is periodieke kontröle no
dig. Behalve gekontroleerd, moet iedere band om de twee jaar omgespoeld worden
om de inwerking van de bovengenoemde interne magnetische invloeden tegen te
gaan. Overigens kan men deze gevaren van intern magnetisme in de hand houden
door een zorgvuldige opnametechniek en een goede wijze van bewaren, (zie Kon
servering).
Is de moderne grammofoonplaat dus een veel veiliger geluidsregistratiemiddel dan
de geluidsband, als men eenmaal besloten heeft om een verzameling van niet-com-
mercieel verkrijgbaar geluidsmateriaal aan te leggen, kan men niets anders doen dan
op de band opnemen: het persen van grammofoonplaten is immers alleen betaalbaar
bij zeer grote oplagen.
De kwaliteit van een geluidsband
De kwaliteit van een geluidsband wordt bepaald door de opnamegevoeligheid van de
magnetische laag, door de dikte, sterkte en soepelheid van de onderlaag en door de
wijze van hechting van deze beide lagen (De diverse fabrikanten verstrekken hier
over gegevens). Bij duurzame bewaring als prioriteit, is de dikte van de band van
doorslaggevend belang, zowel vanwege de verminderde kans op doordrukeffekten
als vanwege het feit dat dikker band beter bestand is tegen het spoelen (zie Band-
beschadiging). Het zogenaamde longplay band (dikte 32 tot 37 mu) voldoet niet.
[135]