De Stichting Tehuis voor Archiefambtenaren in 1973 Mejuffrouw W. A. H. Crol 1913-1973 Ook dit jaar heeft de Morrenstichting een belangrijke bijdrage geleverd aan het be kostigen en organiseren van de studiedagen voor archiefambtenaren te Schevenin- gen. Op 1 en 2 november werden ca. 165 deelnemers geteld voor het symposium Inventarisatie en de methodiek voor het nader toegankelijk maken van archieven'. Daarvan werden 97 personen in hotels ondergebracht. Voor 140 personen werd het 'Morrendiner' geserveerd. Naast verdieping in vakproblemen ontstonden kontakten, waaraan evenveel betekenis moet worden gehecht. Aan het einde van het verslagjaar waren 394 (in 1972: 228) overnachtingen geregi streerd voor 169 (136) personen. Een nieuwe mogelijkheid voor verblijf doet zich voor door het aanbod van het be stuur van de Overvoorde-Gordon Stichting. Deze zusterinstelling van de Morren stichting fungeert sinds dertig jaar door het landgoed 'De Pauwhof' als open huis voor kunstenaars en intellectuelen. Het bestuur van 'De Pauwhof' mist meer en meer tot nu toe de archivarissenkring. Gezien de mogelijkheden, die de unieke ver blijfplaats in zijn rustieke omgeving biedt hebben Regenten van onze Stichting be sloten gebruik te maken van het aanbod om archivarissen, die zich daartoe bij onder getekende aanmelden, in de gelegenheid te stellen om aldus de folder in 'rust' te werken of gewoon te rusten'. Zij krijgen, alleen of indien er plaats is als echt paar, een kamer waarin studiemogelijkheid is. Met de andere bewoners van het huis (max. 13 personen) wordt de maaltijd gebruikt. Er is een goede zitkamer met een waardevolle bibliotheek. De Pauwhof ligt in een hectare prachtige natuur. Nadere bijzonderheden worden door mij op aanvraag aan belanghebbenden verstrekt. Het testament Morren liet een verblijf in het te 's-Gravenhage gelegen pand Celebes- straat 76 door de Haagse collega's terecht niet toe. Nu zich echter door het aanbod van de Overvoorde-Gordon Stichting de gelegenheid voordoet om van het buiten Den Haag gelegen landgoed gebruik te maken, menen Regenten, dat aan de in Den Haag woonachtige archivarissen een verblijf op de Pauwhof niet mag worden ont zegd. Regenten hebben dan ook besloten, dat ook de Haagse archivarissen zich voor een verblijf te Wassenaar bij mij kunnen aanmelden. Met dit aanbod wordt de logeergelegenheid in Den Haag tot de omgeving uitge breid. De goede pensions 'Roodbol' voor het gezin. Hotel Corona voor de alleen staande of het echtpaar en nu 'De Pauwhof' voor de archivaris die normaal ver schijnsel er eens uit moet of er juist eens 'in' moet om een werkstuk af te ronden. De Morrenstichting neemt het aanbod van de Overvoorde-Gordon Stichting gaarne met dank aan. Aan de archivaris is het om er gebruik van te maken. Aanvragen om logies schriftelijk te richten tot de directeur van de Morrenstichting, Koningstraat 31 te Zoetermeer of p/a Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage. De directeur H. J. van Meerendonk 102] Met de dood door een noodlottig verkeersongeval op 27 november 1973 van Her- mien Crol hebben de archivalische en museale kringen in Nederland een zwaar en droevig verlies geleden. Na haar middelbare schoolopleiding haalde zij eerst de acte M.O. voor geschiedenis en vervolgens in 1937 het diploma, dat destijds gold voor het verwerven van de rang 'archiefambtenaar der eerste klasse'. Terstond sloot zij zich toen aan bij de Vereni ging van Archivarissen in Nederland. In 1938 bekwam zij haar eerste aanstelling als tijdelijk assistente bij het toenmalige Museum van Oudheden van Rotterdam. Deze functie was bepaald meer conserve rend dan spectaculair: aangezien het oude Schielandshuis, waarin het was gevestigd, na de grote brand in 1864 zo ongeveer permanent in staat van restauratie-behoe- vendheid verkeerde werd het destijds gesloten en werden de verzamelingen overge bracht naar het Museum Boymans (later Boymans-van Beuningen), waaronder de dienst ook ambtelijk ressorteerde. Mejuffrouw Crol werkte mede aan de inventari satie, de beschrijving en de verpakking. Na de ramp van 14 mei 1940 zette zij dit werk voort. Bovendien maakte zij zich toen verdienstelijk door haar zeer actieve medewerking aan het verzamelen van alles wat onder de puinhopen als waardevol aanwezig was. Het meest sprekende voorbeeld was re rijke oogst aan fraaie en zeld zame tegels, doch ook haardplaten en haardstenen, ja gehele gevelfragmenten wer den mede onder haar hoede verzameld en beschreven, op de duur onder bepaald penibele omstandigheden. Daarnaast verwaarloosde zij het wetenschappelijke werk niet. Verdienstelijke studies over Rotterdamse zilversmeden en tinnegieters bewijzen ook nu nog haar waarde. Intussen was zij ook werkzaam bij de bekende kostbare prentenverzameling van de Atlas van Stolk. Na de oorlog wijdde zij zich daaraan geheel, terwijl zij daarnaast in commissoriaal verband medewerkte aan de voorbereiding van een nieuwe opzet van het plaatselijke Historisch Museum. Toen de Atlas van Stolk in 1967 in bruikleen werd gegeven aan de gemeente Rotterdam kreeg zij van deze de aanstelling tot con servator eerste klas met verlening van de vererende persoonlijke positie van toe horend en adviserend lid van de Commissie van Toezicht. Voorts nam zij van 1957 tot 1971 één dag per week de taak waar van archief-ambte naar van het Hoogheemraadschapp Schieland, waarvan de heer J. van Stolk Azn., die tot zijn dood in 1964 beheerder van de Atlas was, als Dijkgraaf fungeerde. Deze [103]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 12