Notulen van de ledenvergadering van de Vereniging van Archivarissen in
Nederland, gehouden op donderdag 29 november 1973 in de voormalige
Statenzaal in 's-Hertogenbosch
Aanwezig zijn 102 leden en adspirantleden.
De voorzitter, dr. L. P. L. Pirenne, opent om 10.55 uur de vergadering met een
woord van welkom aan de aanwezigen.
Hierna deelt de secretaris, drs. I. W. L. A. Caminada, mee dat berichten van ver
hindering zijn binnengekomen van de heren drs. F. C. Berkenvelder, dr. F. A. Bre-
kelmans, J. G. Linssen, drs. J. W. M. Peynenburg pr., mr. A. E. M. Ribberink en
drs. D. van der Vlis.
De voorzitter deelt vervolgens mee dat door de werkgroep automatisering een ad
vies is uitgebracht aan het bestuur, dat zal worden gepubliceerd in het Nederlands
Archievenblad. Flet ligt in het voornemen op de jaarvergadering 1974 over het
thema automatisering een causerie te doen houden. Tijdens deze vergadering kan
over het rapport van de werkgroep worden gediscussieerd; discussie is ook moge
lijk in het Archievenblad. Dr. Pirenne bedankt de werkgroep voor het uitgebrachte
advies. De voorzitter merkt vervolgens op bezorgd te zijn over het tempo der werk
zaamheden van de commissie selectie en vernietiging. Het wachten is nog steeds op
een werkrapport dat zou worden uitgebracht door de heren Goedbloed, Jensma
en Van Meerendonk. Van deze drie is alleen de heer Van Meerendonk overgeble
ven; dr. Pirenne heeft hem voorgesteld de commissie weer op volle sterkte te bren
gen, doch dit werd door de heer Van Meerendonk op praktische gronden van de
hand gewezen. Vervolgens heeft dr. Pirenne de algemene rijksarchivaris verzocht
de heer Van Meerendonk gedurende enige tijd vrij te stellen, om het hem mogelijk
te maken het werk op korte termijn te voltooien. Dit voorstel werd in beraad ge
houden. De gang van zaken is frustrerend; de voorzitter hoopt in ieder geval op de
komende jaarvergadering hierover een positiever geluid te kunnen laten horen.
Op de jaarvergadering 1974 zal een wijziging van de statuten en het huishoudelijk
reglement worden voorgesteld.
De voorzitter deelt vervolgens mee bericht te hebben ontvangen van het overlijden,
ten gevolge van een noodlottig ongeval, van mej. W. A. H. Crol, conservatrice bij
de Atlas van Stolk te Rotterdam. Op zijn verzoek neemt de vergadering enige ogen
blikken stilte in acht.
Aan de orde komen de notulen van de ledenvergadering van 23 januari 1973, zoals
deze zijn gepubliceerd in het Nederlands Archievenblad 1973, 2e aflevering, blz.
91. Deze worden ongewijzigd en met dank aan de secretaris goedgekeurd.
De notulen van de ledenvergadering van 9 mei 1973, zoals deze zijn gepubliceerd
in het Nederlands Archievenblad, 3e aflevering, blz. 161, zijn op één punt verkeerd
geredigeerd. Er staat nl. (vierde alinea, blz. 161): 'S.O.D.-ers in gemeentedienst kun
nen deze cursus dus voorlopig niet volgen, ondanks aandrang van het V.A.N.-be
stuur' Drs. R. A. D. Renting dringt aan op rectificatie; de notulen worden derhalve
aangehouden.
[2]
Aan de orde komt de rondvraag.
Drs. J. D. Winsemius is van mening dat 's-Hertogenbosch als plaats van vergaderen
te excentrisch ligt en dringt er op aan de volgende vergadering op een gemakkelij
ker te bereiken plaats te houden. Zorgelijk is drs. Winsemius gestemd over de ver
tegenwoordiging van de vereniging bij belangrijke internationale bijeenkomsten.
Naar de Duitse Archiefdagen en naar de Table Ronde, waar de vereniging dit jaar
niet vertegenwoordigd was, behoort juist een zware vertegenwoordiging te worden
afgevaardigd.
De voorzitter antwoordt dat 's-Hertogenbosch eens een keer als vergaderplaats werd
gekozen omdat anders altijd in Utrecht wordt vergaderd. Met wat de heer Winse
mius heeft opgemerkt over vertegenwoordiging op internationaal gebied, is dr. Pi
renne het geheel eens. Door bijzondere omstandigheden kon hij niet aanwezig zijn
op de Duitse Archiefdagen. In ieder geval neemt hij volgend jaar deel aan de Table
Ronde.
Op een vraag van drs. H. Bordewijk antwoordt de secretaris dat de reactie van het
bestuur op zijn brief over o.a. het wijzigen van artikel 16 der statuten gisteren werd
verzonden. Het bestuur voelt zich niet geroepen om de loskoppeling V.A.N.-V.W.
A.O. aanhangig te maken. Op de andere suggesties van drs. Bordewijk zal worden
ingegaan.
Drs. Bordewijk is voort van mening dat het bestuur een duidelijk standpunt moet
bepalen t.a.v. de door de S.O.D. in samenwerking met het Algemeen Rijksarchief te
organiseren cursus inventarisatie voor registratoren. Hij verzoekt dit punt op de
agenda van de komende ledenvergadering te plaatsen. De voorzitter merkt op dat
het bestuur niet enthousiast is over deze opleiding. Zolang ze zich beperkt tot de
rijkssfeer kunnen we niets doen. Wanneer echter gemeenteambtenaren aan de op
leiding zouden gaan deelnemen verandert de zaak en zal het bestuur optreden als
vertegenwoordiger van het gemeentelijk belang.
Volgens drs. Bordewijk loopt het bestuur achter de feiten aan. Een oplossing zou
wellicht zijn de opleiding zelf te initiëren. Zich afzetten tegen de S.O.D. is zinloos,
de opleiding gaat toch van start. Drs. R. A. D. Renting zet uiteen dat door de voor
zitter van de S.O.D. is gesteld dat de opleiding, die aanvangt in 1974, in principe is
bedoeld voor rijksambtenaren, maar dat in een later stadium wellicht gemeenteamb
tenaren er aan kunnen deelnemen. Er bestaat, volgens de voorzitter van de S.O.D.,
in deze reeds een uitmuntende samenwerking tussen S.O.D. en Rijksarchiefdienst,
o.a. bij de benoeming van docenten en bij het begeleiden van de stage. Al met al
betreurt drs. Renting het dat de voorzitter van de S.O.D. een wig tracht te drijven
tussen het V.A.N.-bestuur (dat zich pricipieel uitgesproken heeft tégen een opleiding
via de S.O.D. en vóór een opleiding via de Rijks Archiefschool) en wat voornoemde
voorzitter noemt: (enige) 'leden' of 'anti-krachten'. De voorzitter is van mening dat
thans de tijd ontbreekt om dieper op de materie in te gaan, maar stelt zich voor er
in de komende jaarvergadering uitvoerig op terug te komen.
Mr. F. C. J. Ketelaar vestigt in dit verband nog de aandacht op een brief van de
provinciale inspecteurs aan de S.O.D. waarin duidelijk wordt gewaarschuwd dat,
indien deze cursus zich uitstrekt tot ambtenaren in gemeentedienst, deze niet auto-
[3]