Kernpunten uit de lezing van de heer Dekker
wordt gedwongen de bron zeJf te bestuderen, wat hij door de regesten veelal was
verleerd, waardoor vele détails hem ontgingen.
Alleen op deze wijze zie ik mogelijkheden voor de openlegging op redelijke termijn
van de middeleeuwse fondsen, waarbij ik akkoord ga met de betiteling 'noodop
lossing Een indicering blijft daarbij tot de voorlopig niet te vervullen wensen be
horen. Tot nu toe vond een indicering op de manier van de 17e en 18e eeuwse Am
sterdamse protokollen voor de middeleeuwen niet plaats. Wel werden de persoons-
en plaatsnamen uit de regesten in indices gebracht, hetgeen ook hier aanleiding
heeft gegeven tot de verkeerde konklusie, dat namen, die niet in de index voor
kwamen, ook niet in de bronnen vermeld werden. Een indicering a la Amsterdam,
die dan tevens de vervanging van de korte aanduidingen door uitvoerige samenvat
tingen zou kunnen inkluderen, zou ook op de middeleeuwse bronnen uitstekend
kunnen worden toegepast.
V Kiest men toch het regest als toegang op de in de inventaris beschreven stuk
ken, dan dient dit minder formalistisch te zijn dan tot dusver.
Ik kan mij voorstellen dat een archivaris in sommige gevallen toch voor een reges-
tenlijst kiest, vooral ten aanzien van archieven met een klein middeleeuws bestand.
Staande voor zijn 200 oorkonden en dat éne cartularium zal hij denken: Ik kan in
plaats van korte aanduidingen beter uitvoerige ontledingen geven omdat het belang
van mijn kollektie het rechtvaardigt en tijd en mankracht beschikbaar zijn. Wel nu,
daar is niets op tegen, integendeel, hier doet zich dan de Amsterdamse situatie
voor ten aanzien van een klein fonds. De archivaris moet zo veel mogelijk de vrij
heid hebben in de keuze van zijn toegangen. Hij kan zelf de kans op het hoogste
rendement van zijn werk het beste berekenen en al zullen de omstandigheden
waarin hij verkeert bepalend werken, hij moet niet dwars gezeten worden door
vooroordelen en een hinderlijke orthodoxie. Als hij voor het regest opteert, kan
hij het best zo volledig mogelijk zijn en alle zakelijke gegevens opnemen; in 'ieder
geval moet hij rekenschap geven welke kategorieën gegevens hij eventueel van op
name uitsluit. Hij zal gebruikelijke taal moeten bezigen geen: 'bij dode zijns
vaders en al dat fraais onnodige franje als 'goede oude gouden keizersschilden'
of onverstaanbare woorden als 'papelijke prove' en dergelijke moeten vermijden en
duidelijk aangeven welke cruciale eigennamen hij in de spelling van de tekst over
neemt. Want welke van de 10 mogelijke spellingen van Jan Pietersz. de tekst ge
kozen heeft is niet relevant en de zinloze konfrontatie met het kapittel van sint
Joannes te Traiectum, met Phillippe koning van Castille, de staten van Hollandia
en het hof van Roma mag de gebruiker best bespaard blijven. Hij heeft trouwens
ook meer aan duidelijke informatie in drie zinnen dan aan onduidelijke in één zin.
De datum in omgerekende vorm is voldoende en de kleur van de zegelwas over
bodig.
Meneer de voorzitter, dames en heren, in de afgelopen maanden hebben enkele
kollega-docenten van de archiefschool mij verzekerd dat zij over het algemeen
372
meer zagen in de korte aanduidingen en de openlegging van de archivalia per serie,
maar het toch betreurden dat het regest zou verdwijnen, want: het was zo'n goede
oefening! Ik gun de leerlingen van de archiefschool bij de inventarissen van hun in
de regel kleine archieven graag nog wat regestenwerk, mits zij maar relativeren
kunnen hetgeen de Handleiding in de toelichting op 73 in onvoorstelbare arro
gantie durft zeggen: 'De geschiedenis der middeleeuwen kan alleen uit regesten-
lijsten worden gekend'.
Regestenlij sten zijn oorspronkelijk bedoeld als voorbereiding op uitgaven van oor
konden in extenso in oorkondenboeken.
Zij zijn later, waar uitgave in extenso door omstandigheden niet tot de mogelijk
heden behoorde, aangewend om het gemis aan oorkondenboeken te ondervangen.
De Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven schrijft het maken
van regestenlijsten voor met een nieuw doel: als nadere toegang op de in een archief
inventaris beschreven stukken.
Voor archieven met een rijk middeleeuws bestand blijkt dit doel in de praktijk niet
realiseerbaar.
Het samenstellen van een regestenlijst konform de Handleiding is een uitermate
tijdrovende bezigheid.
Het nut van een regestenlijst konform de Handleiding voor de historische onder
zoeker is gering.
Een nadere toegang op de in de inventaris beschreven stukken heeft nooit ten doel
raadpleging van de stukken overbodig te maken. Onbedoeld heeft het regest dit
bij de gebruiker wel gesuggereerd.
Andere toegangen verdienen de voorkeur boven regestenlijsten.
Kiest men toch voor het regest dan dient dit minder formalistisch te zijn dan tot
dusver.
J
373