die elders bestaan en uitgevoerd worden, zoals in de Koninklijke Bibliotheken van Brussel en 's-Gravenhage en in de verschillende universiteitsbibliotheken16. Om dubbel werk te voorkomen, zal binnen afzienbare tijd een lijst van door ons ge- microficheerde handschriften gepubliceerd worden, terwijl op langere termijn de uitgave van een bronnenrepertorium in het vooruitzicht gesteld kan worden. Het eigenlijke verfilmingswerk wordt bij voorkeur toevertrouwd aan Service-Centrum voor Informatiesystemen (S.I.S. b.v.) te Nijmegen17. 3 Gedrukte bronnen voor de geschiedenis van het geestelijk leven in de Neder landen na 1500 Omdat de bronnen voor onze kennis van het geestelijk leven in de Nederlanden na 1500 naar verhouding slechts in bescheiden mate handschriftelijk bewaard ge bleven zijn. dient uiteraard de overvloed aan gedrukte bronnen bij het onderzoek betrokken te worden. De grondslag daarvoor vormt het oude fonds van de insti tuutsboekerij. De behoefte om, in het kader van bibliotheekspecialisatie, het bestand van deze boekerij uit te breiden, heeft geleid tot een nieuw project, dat op het ogenblik nog in experimenteel stadium verkeert: opsporing, inventarisering en microverfilming van moeilijk toegankelijke of zeldzame oude drukken. Uitgangspunt hierbij is niet, zoals bij de handschriften in het boven omschreven project, de vindplaats der bron nen, maar de persoon van de geestelijke schrijver, wiens werken in de bronnenlijsten voor de geschiedschrijving van de spiritualiteit na 1500 behoren en voor de ge specialiseerde instituutsbibliotheek een welkome aanvulling betekenen. 4 Heruitgave en aanvulling van de B.C.N.I. De reeds eerder vermelde Bibliotheca Catholica Neerlandica Impressa is bedoeld als repertorium ter bevordering van de studie der Nederlandse vroomheid ten tijde van de apostolische vicarissen18. Hoewel dit werk enig in zijn soort en dus onmis baar is, bevat het vele fouten en onvolkomenheden, die bij een nieuwe uitgave verbetering behoeven. Ook door de grote verschuivingen binnen het kerkelijk bibliotheekwezen in de laatste jaren is de bruikbaarheid van de B.C.N.I. in toe- 18 Vgl. J. Deschamps, Microreproduktie van belangrijke Middelnederlandse handschrif ten, 'm:Archief- en Bibliotheekwezen in België, 39 (1968), blz. 209-220. 17 De handschriften en hierna nog te noemen oude drukken worden opgenomen op 16 mm-films. De films worden op stroken versneden, die in jackets van het internationale A6-formaat gestoken worden. Ieder fiche bevat vijf regels van twaalf beeldjes, tezamen 120 bladzijden tekst omvattend. Er kunnen diazonegatieven van geleverd worden. In het Instituut worden de fiches bewaard in een numeriek systeem, waarop vier registers be staan: op bewaarplaatsen, systematisch, alfabetisch en chronologisch. 18 Bibliotheca Catholica Neerlandica Impressa, blz. V. [190] nemende mate ondermijnd geraakt. Bovendien zou de bestaande leemte in informa tie na 1727 opgevuld moeten worden. Uit het werk, dat het Instituut in het kader der bovenvermelde projecten thans verzet, zou te zijner tijd een verbeterde en aan gevulde nieuwe uitgave van de B.C.N.I. gerealiseerd kunnen worden. 5 Filosofische en theologische dictaten en tractaten Na 1580 is een groot deel van de inlandse clerus gedurende enkele eeuwen aan buitenlandse universiteiten en seminaries of aan de eigen opleidingsinstituten der religieuze orden en congregaties gevormd. Belangrijke centra voor ons land waren Keulen en vooral Leuven. Voor een verdiept inzicht in de achtergronden van de spiritualiteit en de vroomheid in de zeventiende en volgende eeuwen is wetenschap pelijke kennis van de wijsgerige en theologische priestervorming zeer gewenst. Hoe groot de invloed is geweest van Franse geestelijke stromingen als jansenisme en piëtisme, is daarbij nog grotendeels een open vraag. Er blijkt echter een respectabel aantal wijsgerige en theologische tractaten en dic taten te bestaan, afkomstig van priesters die ten onzent als missionaris hebben gewerkt. Deze geschriften, die vaak op onverdachte plaatsen en in onverwachte hoeveelheden te voorschijn komen, vormen tot nu toe een vrijwel verwaarloosd terrein van onderzoek. Het Instituut legt thans een lijst van dergelijke dictaten en tractaten aan, die te zijner tijd als uitgangspunt voor wetenschappelijk onderzoek zou kunnen dienen. 6 Noordnederlandse getijdenboeken Ofschoon op het gebied van het vijftiende- en zestiende-eeuwse getijdenboek reeds veel belangwekkend werk is verzet19, is de studie ervan nog lang niet voltooid. Enerzijds doordat wij ten aanzien van deze geestelijke literatuur met een mer a boire te doen hebben, anderzijds doordat vele hoofdlijnen reeds beschreven en dus bekend zijn, schijnt niemand de synthese waarop gewacht wordt aan te durven. Het Instituut draagt op zijn manier bij aan de totstandkoming van de verlangde synthese. Bij het verzamelen van bronnen, in bovenstaande projecten beschreven, wordt bibliografisch en, als het bedreigde collecties betreft, ook door microverfil ming het getijdenboek uit onze streken betrokken. De publicatie van een lijst van gesignaleerde en gemicroficheerde getijdenboeken kan mettertijd tegemoet ge zien worden. 19 Zoals M. Meertens, De godsvrucht in de Nederlanden naar handschriften van ge bedenboeken der XVeeuw, 4 din. Z. pl., 1930-34. N. van Wijk, Het getijdenboek van Geert Grote naar het Haagse handschrift 133 E 21 uitgegeven, Leiden. 1940. [191

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1973 | | pagina 16