I Brandsma-Collectie
Een voor de hand liggend uitgangspunt voor de studie van de spiritualiteit en de
vroomheid in de Nederlanden was voor het Instituut sinds zijn oprichting de weten
schappelijke nalatenschap van de Nijmeegse hoogleraar Dr. Titus Brandsma8.
Reeds in 1928 ontwierp hij plannen voor het fotograferen en afschrijven van be
langrijke Middelnederlandse geestelijke handschriften, waarbij hij ten dele ge
ïnspireerd werd door het voorbeeld van Prof. Dr. W. de Vreese en diens Bibliotheca
Neerlandica Manuscripta0. In 1938 was een zestigtal handschriften uit ruim dertig
binnen- en buitenlandse bibliotheken geheel of gedeeltelijk gefotografeerd. Ruim
zevenhonderd verschillende geestelijke werken vonden in 173 fotoalbums een
plaats10. Bij deze verzameling behoort een groot aantal getypte afschriften van
handschriftelijke teksten en een uitgebreid bibliografisch apparaat op fiches, ge
borgen in een 25-tal cartotheekladen. Op de albums en een deel van de cartotheek
berust de gestencilde cataloog, die in 1938 door G. Feugen, assistente van Prof.
Brandsma, werd bewerkt en die in 1968 door Dr. A. Gruijs met aanvullingen op
nieuw werd uitgegeven in fotomechanische nadruk11.
Brandsma's nalatenschap, tegenwoordig de 'Brandsma-collectie' genoemd, bestaat
naar de oorspronkelijke opzet in duplo. Het ene exemplaar is in het bezit van het
Titus Brandsma-Instituut, terwijl het andere behoort aan het Instituut voor Ne
derlandse Mystiek van de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Aan beide col
lecties is vanaf ongeveer 1942 vrijwel niet meer gewerkt. Omdat de Stichting de
ontsluiting van de Brandsma-collectie in haar doelstelling heeft opgenomen, werkt
het Instituut, in samenwerking met Dr. A. Gruijs, die het tweede exemplaar voor
het Instituut voor Nederlandse Mystiek beheert, thans aan de herordening en aan
vulling van beide exemplaren. Het plan is de cataloog geheel te herschrijven en,
voorzien van registers en een volledige lijst van aanwezige afschriften, opnieuw uit
te geven.
Naast ontsluiting van de Brandsma-collectie beoogt de Stichting ook uitbreiding.
Naar de inhoud richt het Instituut zich ten aanzien van de uitbreiding der Brand
sma-collectie nu vooral op handschriftelijke bronnen, die na de middeleeuwen
ontstaan zijn. Naar de vorm is gekozen voor het systeem van verfilming op micro-
8 Het archief van Prof. Dr. Titus Brandsma O.Carm. verblijft in verband met het zalig
verklaringsproces in Rome. Er bestaan plannen om er te zijner tijd een inventaris van te
maken, die kan dienen als grondslag voor verder wetenschappelijk onderzoek.
9 T. Brandsma, Over de handschriften onzer Middelnederlandsche geestelijke letterkun
de, in: Ons Geestelijk Erf, 2 (1928), blz. 237-245. Over de Bibliotheca Neerlandica Ma-
nuscripta zie vooral P. J. H. Vermeeren, De Bibliotlteca Neerlandica Manuscripta van
Willem de Vreese. Utrecht, 1953 (proefschrift).
10 Vgl. M. Smits van Waesberghe, In memoriam Prof. Dr. Titus Brandsma O. Carm.,
in: Ons Geestelijk Erf, 16 (1942), blz. 182.
II Catalogus van de Fotoalbums van Middelnederlandse handschriften: Medii aevi ma-
nuscriptorum spiritualium neerlandicorum reproductio (z.g. Collectie Titus Brandsma),
in 1938 bewerkt door Zr. G. Feugen. Fotomechanische herdruk U.B. Nijmegen, 1968.
met aanvullingen.
188]
fiches12 In het kader van de bedoelde uitbreiding is een nieuw project geboren,
dat in de volgende paragraaf beschreven wordt.
2 Bronnen voor de geschiedenis van het geestelijk leven onder de Apostolische
vicarissen
In 1946 is een commissie van wetenschapsbeoefenaars begonnen met de ontginning
van het terrein der Noordnederlandse spiritualiteits- en vroomheidsgeschiedenis na
1500. Het resultaat is neergelegd in twee voorlopige inventarisaties. De eerste is een
lijst van 556 onuitgegeven en ongedrukte archivalische en literaire bronnen13. De
zogenaamde 'lijsten van pater Gerlach' zijn het uitgangspunt geworden voor een
project, dat sinds 1971 gesubsidieerd wordt door de Nederlandse Organisatie voor
zuiver-wetenschappelijk onderzoek (Z.W.O.): Het geestelijk leven in de Nederlan
den onder de apostolische vicarissen13. In dit project gaat het om de opsporing,
inventarisering, beschrijving en microverfilming van handgeschreven en onuitgege
ven bronnen, die van belang (kunnen) zijn voor onze kennis van het geestelijk
leven ten tijde van de apostolische vicarissen. Het subsidie van Z.W.O. is bestemd
voor verfilming van handschriften uit collecties die, ten gevolge van verschuivingen
in de wereld van het kerkelijk bibliotheekwezen, op een of andere wijze verloren
dreigen te gaan. Het is echter duidelijk dat, gezien vanuit wetenschappelijk oog
punt, op den duur ook handschriften uit onbedreigde collecties bij de bronnen
verzameling betrokken dienen te worden. Het Z.W.O.-project maakt immers deel
uit van een chronologisch breder opgezet doel: Bronnen voor de geschiedenis van
het geestelijk leven in de noordelijke Nederlanden na 1500. Rekening houdend met
de formule van de subsidiërende instelling, nemen wij de bronnen uit onbedreigde
collecties voorlopig slechts bibliografisch op
In de bronnenlijsten worden de zuiver archivalische bronnen nog niet opgenomen.
Voor de geschiedschrijving van het geestelijk leven in de Nieuwe Tijd lijken deze
bronnen voorlopig nog van minder belang te zijn dan de literaire bronnen. Hier
mee wordt de betekenis van de archivalische bronnen, die ons voor bepaalde stre
ken over het godsdienstig en zedelijk leven van het volk kunnen inlichten, geenszins
ontkend. Zij registreren echter meestal slechts oppervlakteverschijnselen, terwijl het
religieus beleven vóór alles een innerlijke levenshouding is. De lijsten omvatten
inmiddels reeds ongeveer 1200 bronnen, waarvan er in het kader van het Z.W.O.-
project al ruim 250 op microfiches verfilmd zijn.
Bij de verfilmingsopdrachten wordt rekening gehouden met de verfilmingsplannen
12 Vgl. A. Gruijs, De microfische en het wetenschappelijk onderzoek in Frankrijk, in:
Open, 2 (1970), blz. 92-99.
13 P. Gerlach, Het geestelijk leven der katholieken in de Nederlanden onder de aposto
lische vicarissen, in: Ons Geestelijk Erf, 22 (1948), blz. 387-403; 23 (1949), blz. 413-426;
24 (1950), blz. 313-324; 25 (1951), blz. 197-214.
14 Bibliotheca Catholica Neerlandica Impressa 1500-1527Hagae Comitis, 1954.
15 Vgl. Jaarboek Z.W.O. 1971blz. 36.
[189]