Stichting Titus Brandsma-Instituut De Stichting Titus Brandsma-Instituut is 7 mei 1968 te Nijmegen opgericht door samenwerking van de Nederlandse Provincie van de Orde der Karmelieten met de Katholieke Universiteit van Nijmegen, in het bizonder met de faculteiten der god geleerdheid en der letteren. Het Instituut is gehuisvest in het gebouw van de Theo logische Faculteit, Heyendaalseweg 121 A, Nijmegen (tel. 080-558711, toestel 2162 of 2730). De Stichting stelt zich ten doel: de wetenschappelijke beoefening van de geschiede nis en theologie van het geestelijk leven en van de religieuze ervaring, vooral in de Nederlanden. Zij wil dit doel onder meer bereiken door het verlenen van biblio grafische en documentaire informatie: het organiseren van studiedagen en symposia; het ontsluiten en uitbreiden van de zogenaamde Brandsma-collectie; het opzetten en uitvoeren van wetenschappelijke projecten in het omschreven vakgebied; het voor bereiden van publicaties betreffende de geschiedenis en theologie van het geestelijk leven1. Centrum van de wetenschappelijke activiteiten van de Stichting is de Instituuts bibliotheek. Zij omvat momenteel ongeveer 32.000 banden. Meer dan de helft is afkomstig uit bibliotheken van Nederlandse Karmelkloosters. Dit oude fonds be staat uit enkele handschriften, een aantal incunabelen en postincunabelen en een omvangrijke verzameling geestelijke werken uit de 16e tot 20ste eeuw, voornamelijk uit het Nederlandse en Franse taalgebied. Er zijn ongeveer 80 abonnementen op vaktijdschriften en ongeveer 35 op lopende seriewerken. Door aanschaffing van nieuwe en antiquarische boeken brengt het Instituut zijn boekerij op het peil van een gespecialiseerde bibliotheek in het kader van de geschiedenis en theologie van het geestelijk leven, vooral in de Nederlanden2. Naast het werk aan de gespecialiseerde bibliotheek onderneemt het Instituut een documentatie van moderne spiritualiteit en vroomheid, waarbij uit allerlei bronnen documenten worden verzameld, die direct of indirect getuigenis afleggen van de 1 Vgl. Stichting Titus Brandsma-Instituut, ter bevordering van de studie van het geeste lijk teven, blz. (6). 2 De aanwinstenlijsten verschijnen twee maal per jaar in: Mededelingen van het Titus Brandsma-Instituut. [186] spiritualiteit en vroomheid in onze dagen. In het onderstaande zullen wij echter uitsluitend ingaan op de projecten en plannen van het Instituut ten aanzien van de geschiedenis van het geestelijk leven in de Nederlanden. De standaardwerken van R. R. Post3, L. J. Rogier4 en P. Polman5 beschrijven op uitstekende wijze de kerkhistorische ontwikkelingen in de noordelijke Nederlanden tot 1795. Hun aandacht valt daarbij echter niet primair op de aspecten van het geestelijk leven in de beschreven tijdvakken. Daarvoor zijn wij tot nu toe vooral aangewezen op het werk van S. Axters6. De vroomheid en spiritualiteit van de middeleeuwen is reeds verregaand bestudeerd: voor de zuidelijke Nederlanden vooral door de meer dan veertigjarige arbeid van het Ruusbroecgenootschap te Antwerpen; voor de noordelijke Nederlanden in het bizonder door de vroege en vrij intensieve belangstelling voor de Moderne Devotie. In de bestudering van het geestelijk leven in de Nederlanden vanaf de Hervorming tot aan het herstel der bisschoppelijke hiërarchie in Nederland bestaat tot nu toe eigenlijk een aantal ernstige hiaten. Voor het zuiden zowel als voor het noorden is reeds veel verdienstelijk werk verricht, maar de geringe omvang van S. Axters' onwaardeerlijk standaardwerk blijft symptomatisch voor het geringe gebruik, dat tot op heden van de overvloedige bronnen is gemaakt. Als een van zijn specialisaties heeft het Titus Brandsma-Instituut gekozen de ge schiedenis van de spiritualiteit en de vroomheid in de noordelijke Nederlanden van 1500 tot heden. Geografisch en chronologisch is dit werkterrein begrensd door het Ruusbroecgenootschap, dat zich vooral op de zuidelijke Nederlanden en het geestelijk leven der middeleeuwen toelegt. Daarnaast verzamelt het Katho liek Documentatie-Centrum te Nijmegen bronnen betreffende het katholieke leven in heden en verleden, vooral vanaf het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 18537. Het Titus Brandsma-Instituut streeft daarom naar nauwe samenwerking met beide instellingen. Deze samenwerking bestaat reeds met het universitaire in stituut van Prof. Dr. H. J. E. Hendrikx, hoogleraar in de geschiedenis van de ascese en de mystiek en voorzitter van het bestuur der Stichting Titus Brandsma-Instituut, en met Prof. Dr. M. G. Spiertz, hoogleraar in de geschiedenis van het Nederlands Katholicisme, inzonderheid van de Hervorming tot het herstel der hiërarchie. In het kader van het gekozen historisch werkterrein zijn de volgende projecten en plannen te onderscheiden. 3 R. R. Post, Kerkgeschiedenis van Nederland in de middeleeuwen, 2 dln., Utrecht; Ant werpen, 1957. R. R. Post, Kerkelijke verhoudingen in Nederland vóór de Reformatie van 1500 tot 1580, Utrecht; Antwerpen, 1954. 4 L. I. Rogier, Geschiedenis van het katholicisme in Noord-Nederland in de 16e en de 17e eeuw, 2 dln. -f register, Amsterdam, 1947 (2de druk). 5 P. Polman, Katholiek Nederland in de achttiende eeuw, 3 dln., Hilversum, 1968. 8 S. Axters, Geschiedenis van de vroomheid in de Nederlanden, 4 dln., Antwerpen, 1950-60. 7 Vgl. Concept-ontwikkelingsplan van het Katholiek Documentatie Centrum (KDC), in: Jaarboek van het Katholiek Documentatie Centrum 1971blz. 39. [187]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1973 | | pagina 14