Kroniek
Buitenlandse archivistische literatuur
Aan de Engelse samenvatting van het Poolse Archeion ontlenen we het volgende.
Aflevering LV (1971) begint met een artikel van B. Kubiczkowa over het vernie
tigingsprobleem in de archieven van na de tweede wereldoorlog, in het bijzonder
wat betreft afschriften, dubbelen en copieën.
K. Ciesielska, M. Slawoszewska en A. Perlinska behandelen de gildearchieven
van Torun, Dantzig en Bydgoszcz. Zij gaan daarbij vooral in op het onderscheid
tussen het archief van het stadsbestuur en de archieven van de gilden. Van sommige
stukken is moeilijk vast te stellen of zij door de stadssecretaris of de gildeklerk zijn
opgesteld.
M. Stankowa leverde een studie over een fragment van een register van het hof
van de castellanus te Lublin, 1444-1474. Reproducties van bladzijden uit 1446, 1448
en 1474 zijn bij dit artikel opgenomen.
J. Zaborowska bestudeerde het archiefmateriaal in de Russische taal, afkomstig
van het Districtshof van Warschau en de daar onder ressorterende rechterlijke or
ganen in de periode 1867-1917. Het diende de russificering van Polen en de door het
hof behandelde zaken waren dikwijls van politieke aard.
J. Kucia geeft een overzicht van de Poolse ondergrondse pers in de tweede wereld
oorlog. Er verschenen in totaal ongeveer 2000 blaadjes. Van enkele daarvan geven
de drie foto's bij deze studie een indruk. T. Jarzebska beschrijft de fonetische do
cumentatie, die sinds 1955 in Warschau is bijeengebracht. Zij omvat meer dan 4000
banden en platen.
E. Scholtz, die de supervisie heeft over 23 bedrijfsarchieven in Posen, behandelt in
zijn bijdrage vooral het beheer van de technische archieven van deze ondernemingen.
E. Kolodziej geeft een overzicht van de taak en het archief van de Poolse diploma
tieke missie in Duitsland, die in 1916 in het Keizerrijk begon na de erkenning door
Duitsland en Oostenrijk van een onafhankelijk Pools Koninkrijk en die op de
eerste dag van de tweede wereldoorlog beëindigd werd.
L 144]
F. Bech, directeur van het Staatsarchief van de D.D.R. in Potsdam, beschrijft de
geschiedenis, de taak en de activiteiten van de onder zijn beheer staande instelling,
F. Biancheri, conservateur des Archives de Monaco, bericht over dit interessante
archief, waarvan de oudste stukken dateren uit de twaalfde en de dertiende eeuw.
Archiefkroniek, boekbesprekingen, overzichten van buitenlandse archivistische li
teratuur en herdenkingsartikelen met portretten van Tadeusz Manteuffel (1902-
1970), Aleksander Markiewicz (1886-1970) en Wojcieck Zaremba (1884-1969) be
sluiten deze aflevering.
Over aflevering LVI (1972) kunnen we op de gebruikelijke manier mededelen, dat
deze grotendeels gewijd is aan de op 4 en 5 december 1970 in Warschau gehouden
zesde methodische archiefconferentie, waaraan 90 archivarissen in overheidsdienst
en 30 archivarissen van instellingen en wetenschappelijke organisaties deelnamen.
Behandeld werden vraagstukken rond het bewaren van moderne archieven, het
snel verkrijgen van informatie uit archieven, archieffondsen en hun grenzen en
particuliere archieven en persoonlijke verzamelingen. Over deze onderwerpen wer
den inleidingen gehouden door I. Koberdowa, Z. Krupska en M. Tarakanowska, H.
Barczak, St. Nawrocki en Cz. Wlodarska, I. Radtke en T. Zielinska. Deze inlei
dingen zijn met de commentaren van A. Ptasnikowa, M. Husarska, W. Maciejewska
en A. Tomczak en de tekst van de openingsrede van de directeur van het Staats
archief L. Chajn in dit nummer van Archeion gepubliceerd. P. Bankowski tenslotte
geeft een algemeen overzicht van de conferentie.
Los van de conferentie staan de volgende artikelen.
M. Kosman behandelt de archivalia, die betrekking hebben op de geschiedenis
van Reformatie en Contra-Reformatie in het groothertogdom Lithauen. J. Gut-
kowski levert een gedetailleerde, geïllustreerde bijdrage over de zegels van koning
Stanislas Leszczynski, begin 18e eeuw. H. Rappaport geeft een studie over het ar
chief van de procureur-generaal van het Hof van Warschau 1876-1917. Deze stuk
ken werden gedurende de eerste wereldoorlog door ambtenaren van de Tsaar naar
Rusland gevoerd, maar keerden enige jaren geleden uit de Sowjet-Unie naar Polen
terug. A. Mossalski gaat de bronnen na, die gegevens bevatten over de van 1905-1914
door de Poolse jeugd gevoerde acties om Russische scholen te boycotten. M. Wro-
blewski wijdt aandacht aan de Baudienst in het Generaal Gouvernement (Polen)
1940-1944 en zijn archieven. D. Filarowa doet verslag over haar ervaringen tijdens
een verblijf van drie maanden in Frankrijk met het toezicht op de moderne archie
ven in dat land.
De gebruikelijke rubrieken besluiten ook deze aflevering. Bijzondere aandacht kreeg
blijkens de archiefkroniek in het archief van Posen het feit, dat Jan Amos Come-
nius driehonderd jaar geleden overleed. Vier illustraties, waaronder het merk van
Comenius en een door hem geschreven brief, maken dit gedeelte ook voor ons in
teressant. Bij de buitenlandse tijdschriften worden van het Nederlands Archieven-
145]