bleken, zoals ook de heer Struick aanroerde, dat het uiteindelijk gaat om de vraag:
Wat moeten wij eigenlijk als archivaris precies doen? Dat was het dilemma van
deze studiedagen. De heer Struick geeft een duidelijk voorbeeld van hoe het wel
moet, want hij heeft als historicus bijzonder belangrijk werk verricht en een boek
geschreven dat een bestseller is geworden in het Sticht. De wetenschapsbeoefening
is blijkbaar ook een verkoopmethode en misschien zelfs de beste wel. Het blijkt
ook, dat de archiefdiensten, die in universiteitssteden gevestigd zijn gewoon voor
deel hebben boven de andere. Je merkt dat er in Brabant geen letterenfaculteit is.
Archieven in universiteitssteden hebben dus veel voor en de heer Smeets en ik
blijven toch maar vechten voor de vestiging van een letterenfaculteit in Brabant
en laten maar in het midden of die dan in Tilburg of in Maastricht moet komen.
Dr. Pirenne zegt vervolgens dank aan allen die het symposium hebben mogelijk
gemaakt. Het eerst aan Mevrouw Spijkman van de Gemeentelijke Archiefdienst in
Rotterdam die met haar assistent de verslaglegging heeft mogelijk gemaakt door
opname van alles wat gezegd is op de geluidsband. (Applaus). Vervolgens dankt
hij het Gemeentelijk Archief in Utrecht waar de teksten en discussie zullen worden
uitgewerkt. (Applaus). Hij richt zich verder tot de middelbare archiefambtenaren.
Het was een akademisch betoog misschien, maar het heeft zich allemaal, ook in de
discussie toch niet alleen beperkt tot een gesprek tussen de hogere archiefambte
naren. Spreker drukt vooral de middelbare archiefambtenaren op het hart te
beseffen, dat ook zij een wetenschappelijke taak vervullen. Er zijn onder hen een
aantal, die tot akademische hoogte reiken. Wat het inventariseren betreft winnen
de middelbare archiefambtenaren het verre van hun hogere collega's. Hij dacht,
dat de aanwezigheid in onze vereniging van hogere en middelbare archiefambte
naren voor de laatsten een uitdaging moet zijn. Zij kunnen zich echt laten gelden.
Hoe gaat het met het bekend maken van dit symposium in de universitaire en de
archiefwereld. Door medewerking van de penningmeester zal het mogelijk zijn het
verslag van deze studiedagen zo spoedig mogelijk in het Archievenblad op te nemen
en er zullen overdrukken komen om die gericht te verspreiden onder de instellingen
van hoger onderwijs in Nederland.
Alle forumleden ontvangen voor hun bijdrage onder applaus van de aanwezigen
een fles wijn uit handen van de voorzitter, evenals de commissie van voorbe
reiding bestaande uit mevrouw Leuring en de heren Masselink, Klomp, Van Mee-
rendonk en Graafhuis. De heer Klomp moet nog even achterblijven om uit handen
van dr. Pirenne een Abraham in ontvangst te nemen, omdat hij 1 november zijn
vijftigste verjaardag vierde.
Daarmee zijn de studiedagen, die zeer geslaagd genoemd mogen worden, gesloten.
Er zijn 1200 inventarisatieuren verloren gegaan, maar die zijn zeer goed besteed,
zo eindigt voorzitter Pirenne zijn betoog.
[412]