Theodorus Morren, 1867-1922, dank zij wiens testamentaire beschikkingen het materiële welslagen van het symposion verzekerd was. De Stichting Theodorus Morren*, Tehuis voor Archiefambtenaren, had voor het welslagen van het symposion een belangrijke financiële bijdrage beschikbaar ge steld en de kosten voor logies en ontbijt van de deelnemers in de Hotels Corona en Des Indes voor haar rekening genomen. Het diner in Hotel Corona werd ook door de Stichting betaald. Behalve door de direkteur van de Stichting Tehuis voor Archiefambtenaren, de heer H. J. van Meerendonk, is veel werk voor het symposion verzet door het voorbereidingscomité, bestaande uit mevrouw A. M. E. H. Leurmg en de heren A. Graafhuis, J. A. Masselink en J. W. M. Klomp. Het hierna volgende verslag van het tijdens het symposion gesprokene is ontstaan uit de samenwerking van mevrouw A. J. Spijkman-Visser van de Gemeentelijke Archiefdienst van Rotterdam, die de geluidsopname verzorgde, de dames A. A. H. t Hoen en G. W. J. Visch en de heer G. J. Röhner van het Gemeentelijk Archief van Utrecht, die de teksten uitwerkten en de heer A. Graafhuis, adjunct-archivaris der gemeente Utrecht, die als redacteur optrad. 1 Over de levensloop van Morren werd in het kort iets medegedeeld in Ned Archie venblad 1967 op blz. 137. [323

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1972 | | pagina 2