Namen worden alfabetisch geordend, onderwerpen alfabetisch of systematisch, of beide. Alfabetische orde is bezwaarlijk als de begrippen talrijk zijn. Hoewel in socialistische landen één uniform systeem voor alle archieven nagestreefd wordt, willen de meesten een systeem, dat aangepast is aan elke afzonderlijke doelstel ling. Ingangen op buitenlandse archieven, die voor het eigen land van belang zijn, zijn niet goed uitvoerbaar, omdat de methoden van indiceren teveel verschillen. Regestenlij sten zijn nuttig voor middeleeuwse charters. Het begrip 'gids' is te wei nig gedefiniëerd en wordt heel verschillend geinterpreteerd. Meestal verstaat men hieronder een overzicht van de archieven, niet van hun inhoud, naar onderwerpen. Als conclusie van Biljans rapport blijken de mogelijkheden om te komen tot een algemene directe indicering beperkt. De gewone gang van zaken is nog altijd, dat de onderzoeker zelf moet zoeken, waarbij de structuur van de archieven hem de weg moet wijzen. De omvang van de archieven is te groot en de onderwerpen zijn te gevarieerd, om daar voorlopig verandering in te brengen. De computer geeft ook geen algemene oplossing. Als eerste panelist sprak M. Baudot, inspecteur général des archives de France. Hij vond het moeilijk nog iets toe te voegen aan het voortreffelijke rapport van collega Biljan. Niet alleen een gedetailleerde numerieke beschrijving van de archieven is nodig, maar ook een algemeen overzicht, want de onderzoeker moet zo nauw keurig mogelijk geinformeerd worden. Daarom moet de typografie duidelijk zijn en de inhoudsopgave zo uitgebreid mogelijk. Reproducties die ter zake en attrac tief zijn verhogen de waarde van een dergelijk overzicht. Het repertoire van mid deleeuwse bronnen, uitgegeven door de universiteit van Poitiers, werd door Bau dot als een goed voorbeeld genoemd. De directeur generaal der Hongaarse staats archieven, G. Ember, onderscheidde een heel scala van archiefingangen van een algemeen overzicht tot een stuksgewijze beschrijving. De ideale oplossing zal altijd bij de mogelijkheden aangepast moeten worden. In Hongarije zijn de archieven van vóór 1867 alleen door inventarissen toegankelijk, van de latere bestaan ook repertoria. De directeur van het staatsarchief in Darmstadt, E. Franz, vertelde van het in Dusseldorf gebruiken van een computer voor de ontsluiting der reper toria. Standaardisering van titels is daarvoor een vereiste. Door de computer wordt de toegankelijkheid van de repertoria verbeterd, niet hun gehalte. Het doorlezen wordt overbodig. In de Verenigde Staten, Canada, Engeland en België en in Duits land in Coblenz en Marburg wordt gewerkt aan de samenstelling van nieuwe indi ces op correspondentie en protocollen met behulp van een computer. Moeilijkheden deden zich daarbij voor door een teveel aan trefwoorden en de verschillende spel ling van plaats- en persoonsnamen. De voorbereiding van het materiaal voor de computer is het grote probleem. Niet archivalisch geschoolde krachten kunnen veel doen, maar voor de unificatie van namen is een vakkracht nodig. Daarom is dit werk alleen voor veel geraadpleegde archieven lonend. O. Gauye, adjunct archivaris van de Zwitserse confederatie, vertelde dat in zijn land gestreefd wordt naar evenwicht tussen de belangen van alle groepen onderzoekers. Er bestaan door de administratie gemaakte inventarissen, waarnaast van archiefzijde indices ge maakt worden. De borderellen van overdracht worden door de archivarissen ge- [262] controleerd, de daaruit afgeleide fiches weerspiegelen de opbouw van de admini stratie en maken alle archieven toegankelijk. Voor Nederland zat in het panel de rijksarchivaris in Zeeland dr. P. Scherft. Hij begon met erop te wijzen, dat inventarissen onontbeerlijk zijn, want zij geven de structuur van de archieven weer. De opvattingen omtrent indices zijn aan veran dering onderhevig, omdat de vragen der onderzoekers zich wijzigen met de ont wikkeling van de historische wetenschap. In de oudere delen van de door Rijks commissie voor de Vaderlandse Geschiedenis uitgegeven resoluties van de Staten- Generaal is een index naar onderwerpen opgenomen, in de latere een chronolo gische lijst. Een index op onderwerp was voor rechtshistorici praktisch, maar be vredigde anderen niet. De algemene rijksarchivaris van België, dr. C. Wijffels, maakte bezwaar tegen de opvatting van rapporteur Biljan, dat de onderzoeker iets te zeggen heeft over de inrichting der archieven. Indices op persoonsnamen achtte hij vooral voor genealogen van belang, die 45 van de bezoekers uitmaken. Amateur-historici vragen naar analytisch-thematische inventarissen. C. Pavone, directeur van het studie- en publicatiebureau van het Italiaanse staatsarchief, vond het rapport van Biljan uniek. Het groeiende aantal bezoekers vraagt om grotere toegankelijkheid van de archieven. De archivaris heeft daarbij een bemiddelende culturele taak. De onderzoeker is nu eenmaal meer in een bepaald onderwerp dan in de structuur van een archief geinteresseerd. Daarom zijn thematische indices nodig, die echter een uniforme wijze van beschrijving vereisen. De terminologie is dus de grote kwestie. Er volgde een uitgebreide discussie, waarbij niet iedereen die zich aanmeldde aan het woord kon komen. Voorzitter Chajn achtte dit grote aantal sprekers over een zo belangrijk onderwerp als de betekenis voor de wetenschap van de ingangen tot de archieven een bewijs voor het slagen van het congres. Alle bijdragen zullen in Archivum XXII gepubliceerd worden, ook degene, die ter vergadering niet werden uitgesproken. Wij volstaan er hier mee slechts enkele te noemen. Van Russische zijde werd naar voren gebracht, dat de betekenis van Lenin voor de archieven en hun rol bij de oplossing van de problemen van deze tijd te weinig aandacht had gekregen. Daar men in Polen geen middelen heeft voor een dure ontsluiting van archieven hoopt men op internationale samenwerking. In Tsjechoslowakije zijn zeventig procent van de archieven in repertoria verwerkt, die aan de behoefte der historici voldoen. Rusland geeft een serie documenten uit over de buitenlandse politiek in de 19de en het begin van de 20ste eeuw. De stukken worden in de oorspronkelijke taal, meestal Frans, afgedrukt en worden van een vertaling voor zien in het Russisch. In Spanje maken thematische indices het de onderzoekers mogelijk op rationele wijze hun materiaal te vinden. In Oost-Duitsland bestaat tussen archieven van hetzelfde type samenwerking bij het maken van structurele en thematische repertoria. In Frankrijk heeft men bij de departementale archieven goede ervaringen opgedaan met inventaires sommaires, die men per depot in een thesaurus zou willen brengen. In Canada maakt de administratie de ingangen tot de archieven. Voor gedetailleerde indices is de computer ingeschakeld. Een generale onderwerpen index op alle archieven wordt nagestreefd. [263

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1972 | | pagina 12