De officiële opening van het nieuwe gebouw van het Rijksarchief en het Gemeentelijk Archief in Utrecht op 15 november 1971 ten verder vermeld worden zijn geschiedenis van Eygelshoven, van het kasteel Val kenburg met zijn heren en drossaarden, van het dorp Heer, waaruit vooral zijn grote kennis op het terrein van bestuur en rechtspraak in vroeger eeuwen in Limburg blijkt, en als laatste werk de geschiedenis van Hoensbroek in samenwerking met enkele andere auteurs. Door zijn arbeid in de archieven van de Landen van Over maas intrigeerde hem in 't bijzonder het probleem van de 18e eeuwse Bokkerijders- benden. Hij verzamelde veel materiaal hierover doch aan een meer uitvoerige publi catie hierover is hij niet meer toegekomen. Van de Venne is in onze vereniging nooit op de voorgrond getreden, het lag niet in zijn aard maar is ook niet uitzonderlijk voor een Limburger, die in begin van deze eeuw was opgegroeid. Het Algemeen Rijksarchief te Brussel was hem trouwens meer vertrouwd dan dat van Den Haag zijn betekenis voor het Nederlands ar chiefwezen is er niet geringer om. M. K. J. Smeets 250 Rede van de Rijksarchivaris dr. M. P. van Buijtenen. Mijnheer de Staatssecretaris, Mijnheer de Commissaris der Koningin, Mijnheer de Burgemeester, en U allen, die uit hoofde van professioneel of persoonlijk interesse het op dit moment voor lief wilt nemen om voortijdig, zij het tijdelijk, dossiersge- wijze bijgezet te worden in een archiefdepot: van harte welkom. Herzlich wilkom men unseren Kollegen vom Staatsarchiv Münster. Het uitgebalanceerd gevoel voor het rhytme der seizoenen, dat ons is ontvallen, bracht voor de middeleeuwer mee zijn agenda met october-november aan te van gen. De oogst- en slachtmaand waren van principieel belang, want anders viel er weinig te beginnen. Ten onrechte verbaasde Muller in het archiefwezen nog al tijd de grote naam zich erover, dat de Ordinarius van de Utrechtse dom, de hand leiding voor de dienstdoende kanunniken op dat tijdstip begon. Men kan dat natuur lijk gastronomisch interpreteren, zoals baldadig een middeleeuwer al deed door de negen letters van het woord canonicus te misbruiken voor het begin van: 'canonicus agit nihil omnino nisi in curam ventris sui': een kanunnik denkt alleen maar aan zijn maag. Wij blijven echter nog het dichtst bij huis als wij vooraan in november in de kalender van 1971 zien staan: dankdag voor de oogst. Vreemd is alleen, dat alle zuilen het kennelijk niet meer zo verstaan, want er staat 'protestants' achter. Dit kleine brokje chronologische observatie heeft U intussen duidelijk gemaakt, dat de officiële ingebruikname van dit archiefcomplex opzettelijk in november moest plaatsvinden: dit is het uur van de oogst. Het meest dankbare met het meest denkbare succes zou natuurlijk opleveren om het orgel nu op volle sterkte, met alle registers open, te laten inzetten. Ik vrees, dat zulks doende de 'vox humana' dan wel erg in het gedrang zou komen. Want wie niet oogsten, zijn de collega's, die van vóór de oorlog af jaar in jaar uit aan deuren hebben staan kloppen, maar hun werd niet opengedaan, als zij over de onhoudbare toestand klaagden. Decenniën lang zaten archiefdienst, rijksgebouwendienst en ministerie van O.K. en W. ge bogen over programma's van eisen en bouwtekeningen om openingen te maken. Alleen de twee door de oorlog getroffen rijksarchiefen van Middelburg en Arnhem konden, terecht, aan bod komen. De onbeloonde inspanningen van zovele anderen mogen dankbaar hier wel in her innering worden gebracht, want 'niet in het snijden van de padi is de vreugde, maar [251

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 6