b. alle in het kader van deze nazorg naar de archiefbewaarplaatsen over te bren gen archiefbescheiden op hun juiste ordening worden gecontroleerd. Het bestuur van de Vereniging van Archivarissen in Nederland, De Voorzitter, drs. R. A. D. Renting De Secretaris, mr. E. D. Eijken VERENIGING VAN NEDERLANDSE GEMEENTEN Aan de Vereniging van Archivarissen in Nederland p/a de heer drs. R. A. D. Renting Gemeentearchivaris te Rotterdam No. 5191 Uw brief van 10 juni 1971 Onderwerp: Nazorg gemeente-archieven Paleisstraat 5, Tel. (070) 62 45 51 gjjj 2. 's-Gravenhage, 8 oktober 1971 Met genoegen lazen wij in Uw bovenaangehaalde brief, dat U ons streven om tot verbetering van de archiefverzorging in de kleine(re) gemeenten te komen, waar deert. In het plan om deze verbetering te realiseren en de toelichting op dit plan treft U enkele punten aan, die U verontrusten. U zou het bijzonder waarderen, indien wij zouden willen bevorderen, dat a. de in de O.D.R.P.-informatie wellicht bij velen gewekte misvatting, dat de bij de nazorgdienst aangesloten gemeenten zelf geen vakbekwaam archiefpersoneel in dienst behoeven te hebben, wordt weggenomen; b. alle in het kader van de 'nazorg' naar de archiefbewaarplaatsen over te brengen archiefbescheiden op hun juiste ordening worden gecontroleerd. Ten vervolge op onze brief van 10 augustus jl., nr. 6759, willen wij op Uw opmer kingen ingaan. Vooraf menen wij nog eens te moeten uiteen zetten hoe wij tot het ter hand nemen van de dienstverlening nazorg archieven zijn gekomen. De ervaring heeft ons geleerd, dat onvoldoende verzorging van de archieven in de kleine(re) gemeenten voortvloeit uit een structureel probleem, te weten de onmoge lijkheid duurzaam de beschikking te hebben over een zowel kwalitatief als kwanti tatief gezien optimale personeelsformatie. In de praktijk is gebleken, dat verhoging van de kwaliteit van het archief en van het archiefbeheer in deze gemeenten niet bereikbaar is door de bijstand in de vorm van [246] advies en controle. Zij hebben behoefte aan daadwerkelijke hulp, in een vorm als thans geboden wordt door ons Centraal Adviesbureau voor O.D.R.P. Op initiatief van de kring van gemeentesecretarissen in Noord- en Midden-Limburg hebben wij enige jaren geleden in dit gebied de nazorg van de archieven (thans voor 22 gemeenten) op ons genomen op de wijze welke globaal werd omschreven in 0.D.R.P.-informatie nr. 6. Een Registratuurcommissie verzorgt namens de kring de coördinatie, onderhoudt het contact met ons bureau en bevordert de doelmatige functionering van de nazorgdienst. De voorzitter van deze commissie, de heer J. J. H. Hannen, burgemeester van de gemeenten Baexem en Grathem, heeft zich bereid verklaard omtrent opbouw en functionering van deze nazorgdienst de infor maties te verschaffen. Desgewenst zoudt U zich met de heer Hannen in verbinding kunnen stellen. De gunstige resultaten van de Limburgse nazorg gaven ons mede aanleiding deze vorm van dienstverlening uit te breiden. Daarbij hebben wij ons laten leiden ener zijds door de overweging, dat verbetering van de archiefverzorging vooral in de kleinere gemeenten dringend geboden was, anderzijds door het ervaringsfeit, dat vele gemeentebesturen bezwaren hebben tegen het creëren, op basis van de Wet ge meenschappelijke regelingen, van een eigen (intergemeentelijke) registratuurdienst. Die bezwaren zijn voornamelijk terug te voeren op de overweging, dat dergelijke diensten met één registrator onvoldoende zekerheid kunnen bieden ten aan zien van de continuïteit van de dienstverlening. Wij hebben bepaald wel enige aar zeling gehad voor wij tot een positieve beantwoording kwamen van de vraag, of wij in die situatie zelf bepaalde uitvoerende werkzaamheden ten behoeve van de ge meenten ter hand zouden moeten nemen. Het belang, dat wij aan een goede orde ning van het archief als primaire informatiebron hechten, heeft tenslotte de door slag gegeven. De door U aangehaalde publikatie in O.D.R.P.-informatie nr. 6 bedoelde niet een gedetailleerde beschrijving van de nazorg te geven. Zij was bestemd voor de bestu ren van de kleinere gemeenten, teneinde deze in staat te stellen te beoordelen, of zij daarover nadere inlichtingen wensten. In offertes en besprekingen ter plaatse wordt de inhoud van de nazorg nader bepaald. Na het vorenstaande willen wij op Uw kritiek ingaan. Wij hebben ervaren, dat de passage dat 'aan het plaatselijk archiefpersoneel geen bij zondere eisen voor vakbekwaamheid (meer) behoeven te worden gesteld' ook bij anderen tot misverstand aanleiding heeft gegeven; vanwege het bureau O.D.R.P. is die passage verduidelijkt in informatie nr. 7 (blz. 61). Wij vertrouwen, dat daar mede dit misverstand is opgeheven. Voor wat betreft Uw andere vragen menen wij, dat het volgende kan dienen: 1. Als algemene norm wordt bewerking van 1 /3 deel van het archief per jaar vol doende geoordeeld voor het verzekeren van de blijvende functionering van het ar chief. De ervaring te Limburg bevestigt de juistheid van deze norm. Niettemin is er plaats voor 'bijstelling' van de norm. Dit geschiedt bijv. als de kwa liteit van de normale dagelijks voorkomende ordeningswerkzaamheden onder de [247]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 4