Varia
Automatisering van justitiële gegevens.
Het Centraal Testamenten Register, dat aantekeningen bevat over circa 3,5 miljoen
na 1890 verleden testamenten, zal gecomputeriseerd worden. Dit gebeurt in de eerste
plaats wegens een nijpend personeelsgebrek, maar het departement van justitie wil
tevens onderzoeken hoe de in- en uitgangen van de computerregistratie beveiligd
kunnen worden.
Andere omvangrijke bestanden van justitie, die voor automatisering in aanmerking
zouden kunnen komen, zijn de vreemdelingen registratie met 3,5 miljoen kaarten,
waarvan echter een groot deel verouderd is, en de justitiële documentatie met ge
gevens over 1,2 miljoen misdrijven en 1 miljoen overtredingen. De omzet van de
justitiële documentatie ligt rond de 130.000 misdrijven en 250.000 overtredingen per
jaar. Per jaar worden er circa 500.000 verzoeken om inlichtingen ontvangen door de
justitiële documentatie en het door de onderafdeling opsporingsbestand bijgehouden
centraal antecedentenregister van de politie.
Bij de politie denkt men aan automatisering van de registratie van ontvreemde goe
deren. Deze omvat 140.000 voorwerpen en 30.000 motorvoertuigen en brommers
met 500 mutaties per dag. Ook het gesignaleerden-register en het opsporingsregister
komen voor computerisering in aanmerking.
Het departement van justitie is reeds bezig met de automatisering van de pupillen-
registratie. Van automatisering van de parketadministratie met 1,2 miljoen overtre
dingen per jaar is afgezien, toen bleek dat bij 90 procent van de overtredingen een
schikking werd aangeboden, die in 70 procent van de gevallen vlot werd betaald.
Men wil er voor waken, dat de vergroting van de technische mogelijkheden infor
maties te trekken niet een soort dwangmatige vergroting van de vraag naar infor
matie zal veroorzaken.
Tentoonstellingen in archieven.
Dit jaar werden in enige Nederlandse archieven of door archivarissen tentoonstel
lingen georganiseerd, die zeer de aandacht trokken van pers en publiek.
In het rijksarchief in Groningen werd een expositie gehouden over de joden in de
308
provincie, die samenviel met de in het Historisch Museum te Amsterdam ingerichte
tentoonstelling Mokum en Mediene, waar het joodse leven in Amsterdam en in de
provincie met een groot aantal kunstvoorwerpen, boeken, foto's onder begeleiding
van dia's met gesproken woord en muziek werd uitgebeeld. In Groningen lag de na
druk vooral op de joodse grafzerken in die provincie. Alle teksten van deze om
streeks vijfduizend zerken, die zich op 25 begraafplaatsen bevinden, worden in op
dracht van het rijksarchief op schrift gesteld. De zerken zijn een aantal jaren geleden
gefotografeerd. De Hebreeuwse teksten worden vertaald door de heer J. Brilleman
te Amsterdam, die enige jaren geleden ook de stambomen in kaart heeft gebracht
van de ter aarde bestelden op de joodse begraafplaats in Muiderberg.
De oudste joodse grafsteen in Groningen, daterende van 1693, staat op de begraaf
plaats Farmsum bij Delfzijl.
In de expositiezaal van het Utrechtse gemeentearchief liet de Nederlandse Genealo
gische Vereniging ter gelegenheid van haar zilveren jubileum door mejuffrouw I. J.
Soer een tentoonstelling inrichten onder de titel: Onze voorouders, bij nader inzien.
Middelpunt van de tentoonstelling was de kwartierstaat van de Utrechtse familie
Ram, waarvan de stamvader Evert Ram leefde omstreeks 1470. Deze kwartierstaat
was zodanig opgesteld, dat linten de band legden met bescheiden in de vitrines, zoals
doopboeken. Andere Utrechtse families, die in de belangstelling stonden, waren
Martens, Malapert en Van der Muelen. Bidprentjes, Paasbrieven, Nieuwjaarswensen
en huwelijksverzen droegen er met voorwerpen als een huwelijksbeker en een hor
logestandaard uit Marken zeker toe bij om de charmes van de archieven wat dichter
bij het publiek te brengen, zoals het oogmerk van de Genealogische Vereniging was.
Deze vereniging telt thans 2600 leden en is de grootste vereniging op dit gebied in
West-Europa.
De gemeentelijke archiefdienst van Leiden verzorgde een tentoonstelling onder het
motto 'Tuinen in en om Leiden'. Zij omvatte prenten, plattegronden, foto's en boe
ken uit het eigen bezit van het gemeentearchief. Opzet was een overzicht te geven
van de vele openbare en particuliere tuinen die Leiden bezat of nog bezit.
Het oudste stuk was een gekleurde plattegrond van de tuin van Jacob van Tetrode.
Interessant was een transportacte uit het eind van de achttiende eeuw waarin een
'speeltuin' van eigenaar veranderde. Onder een speeltuin werd in die tijd een bij
voorkeur aan het water gelegen stuk grond verstaan met een romantisch huisje waar
in de welgestelden zich tijdens de weekeinden terugtrokken. Leiden bezat zeker wel
honderd van die speeltuinen.
Een aparte vitrine was gewijd aan de Hortus Botanicus terwijl ook de tussen de
Kaiserstraat en de Vijfde Binnenvestgracht gelegen tuin van Clusius aandacht kreeg.
Boerhaave werd vertegenwoordigd door zijn in 1857 getekende tulpenboom die eens
bij het kasteel van Oud-Poelgeest stond. Ook de eigentijdse volkstuinen ontbraken
niet op deze sfeervolle tentoonstelling.
In het rijksarchief in Zeeland werd deze zomer onder de titel 'Van centrale kern
[309