Berichten tenaren kunnen er veel van hun tijd wijden aan wetenschappelijk werk gebaseerd op het onder hun beheer staande archiefbestand, maar op de andere, kleinere, archie ven is wetenschappelijk werk haast niet mogelijk. L. Golebiowska houdt zich bezig met de ordening van losse stukken1 in het nieuwe archief te Warschau en laat zich daarbij leiden door het karakter van de stukken. I. Ihnatowicz, redacteur van Ar- cheion, stelt een wijziging in de indeling van het tijdschrift ter discussie. I. Sulbowska-Kurasiowa leverde een bijdrage over de 'Sigillata', registers van de koninklijke kanselarij, waarin voorrechten, belening met onroerend goed, eigen domsrechten op land, enz. verleend door de koning werden aangetekend. Ze bleven bewaard over de periode 1658-1794. C. Hruszkowa maakte een uitgebreide studie van de Poolse retroacta van de burgerlijke stand, waarvan er in het archief te Poz- nan ongeveer 34000 bewaard worden, waaronder 26000 van R.K.- en 6000 van protestantse kerken. Het oudste register is van 1595. Nadat in 1808 in het groother togdom Warschau de Code Napoleon was ingevoerd, werden deze registers enige tijd van staatswege bijgehouden. Later werden de parochiegeestelijken er door de staat mee belast, totdat deze taak in 1945 weer door de staat aan zich werd getrok ken. Van drie der evangelische registers is een pagina bij het artikel gereproduceerd. Verder zijn schema's in Latijn en Duits toegevoegd van de geboorte-, huwelijks- en overlijdensinschrijvingen. K. Chojnacka behandelt de in het archief te Poznan be rustende archieven van 77 steden, die werden gesticht en bestuurd door edellieden onder de Duitse wet. A. Kaminski wijdde een studie aan Teodor Luszczynski (1811- 1896), die archivaris was van Krakau, toen die stad tot Oostenrijk-Hongarije be hoorde. Een fraai fotoportret uit 1863 van deze archivaris, historicus en genealoog is als illustratie opgenomen, evenals een mede door hem ondertekend stuk. I. Radtke beschreef de geschiedenis van het archief van Poznan, dat in 1869 in het toen Prui sische Posen als een Duitse instelling werd opgericht en in 1919 Pools werd. S. Poprawska en E. Dlugajczyk beschreven de organisatie van het beheer van de mijnen in Centraal-Polen van 1919 tot 1945, toen dit vroeger Russische deel van Polen onder Pools en Duits bewind stond. W. Maciejewska rapporteert over op Polen betrekking hebbende stukken in het archief der Medici te Florence. Deze dateren uit de 16e en 17e eeuw en omvatten correspondentie der Poolse koningen met de Toscaanse vorsten en rapporten van de Toscaanse gezanten aan het Poolse hof. H. Barczak, A. Ptasnikowa en K. Balon speurden naar stukken betreffende Polen in de Slowaakse archieven, terwijl Slo waakse archivarissen het omgekeerde deden in Polen. Eerstgenoemden doen ver slag van hun bevindingen, die uiteenlopende tijdperken en zaken betreffen. Uit de gebruikelijke rubrieken stippen we aan de fraaie penning, die werd geslagen ter ge legenheid van het eeuwfeest van het archief te Poznan met de op blz. 322 van de vorige jaargang van het Archievenblad geciteerde Latijnse tekst, n.a.v. welk feest nog twee afbeeldingen zijn opgenomen en het In memoriam Janusz Wolinski (1894- 1970), met portret. J. H. v. d. HO. 1 Hierover ook K. Arlamowski in Archeion LI, zie Ned. Archievenblad 1970. blz. 322. 294 Gemeente- en waterschapsarchieven. Gorinchem. Op 27 augustus 1970 stelde de gemeenteraad een archiefverordening vast. Tevens traden in werking een reglement voor het beheer en het gebruik van de archieven en verzamelingen, opgenomen in de gemeentelijke archiefbewaarplaats en voorschriften voor het beheer van de onder de gemeentelijke organen berustende archiefbescheiden. Bij het gebruik van de inventaris van het stadsarchief 1328-1813 viel de gebrekkige en onnauwkeurige manier van beschrijving op. Aan de behoefte aan een duidelijker overzicht der aanwezige resolutiën van de vroedschap en van drossaard en burge- meesteren werd tegemoetgekomen door van dit archiefbestanddeel een nieuwe be schrijving op fiches te maken. Ook de veel te summiere beschrijving van de diverse ingangen op deze resolutiën werd herzien. Een meer logische volgorde van de char ters in de charterkast maakte een nieuwe inventarisatie van zijn inhoud noodzakelijk. Van de Gemeentelijke Energiebedrijven werd 33 strekkende meter archief, afkom stig van het opgeheven veerbedrijf, het waterleidingbedrijf en het electriciteitsbe- drijf, naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats overgebracht. Ook werd het archief van de Groote Sociëteit in bewaring ontvangen, waarvan de oudste stukken uit het oprichtingsjaar 1770 dateren. De uitgeverij Noorduijn, die meer dan 150 jaar in Gorinchem gevestigd was, verliet in verband met een fusie deze stad. De bibliotheek van door haar uitgegeven werken, waaronder het Aardrijkskundig Woordenboek van A. J. van der Aa, 1839-1851, werd in het Archiefgebouw ondergebracht. Herdacht wordt de op 4 oktober 1970 op 72-jarige leeftijd overleden Gorcumse historicus H. van Hoogdalem, die als conservator van de verzamelingen van de Vereniging Oud Gorcum en als publicist over onderwerpen van geschiedenis, kunst, archeologie, heraldiek, volkskunde en genealogie veel belangrijk werk verricht heeft. Het aantal bezoekers bedroeg 112 (v.j. 101), die 193 (v.j. 152) bezoeken brachten. Leeuwarden. Het verslag over 1967-1970 meldt de verhuizing van het gemeente archief uit het stadhuis naar het vroegere pand van de Bumabibliotheek en de Cen trale Bibliotheekdienst1 aan de Grote Kerkstraat 29, welke zich voltrok tussen maart en december 1970. 1 Over de aankoop van dit pand door de gemeente Leeuwarden, zie Ned. Archieven blad 1968. blz. 167-170. 295

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 28