Confessio
Boekbespreking
Ik leef, tegen mijn wil, in een ivoren toren
en werd een geestelijk kruidje roer me niet.
Ik laat mij steeds weer door mijn werk bekoren,
dat door mij heenzingt als een lied.
Ik ben een vorst in mijn gedachten
en toch ben ik zo wereldvreemd.
Ik bewaak een erfgoed van geslachten
waarmede ik tijdelijk werd beleend.
Ik zoek beschroomd in schaduwen van het verleden
een nieuw nog ongekend verstorven leven.
Al is dat alles nog zo lang geleden
alleen archieven kunnen uitkomst geven.
Ik verzamel al maar grote en kleine stenen
waarmee ik bouw een eeuwentartend fundament.
Ik voel met smart het schoppen tegen schenen,
van die mij daarvoor weigeren het nodige cement.
Harde feiten, omspoeld met woorden, als verzamelde gegevens
groeien tot verhalen waarvan men eens zal houwen,
geijkt als zij werden op zovele levens.
Op wat ik samenbreng zullen anderen kunnen bouwen.
Ik weet al speurend eerder dan een ander koel
te mogen schouwen naar het gloren van een dageraad.
Ik weet te streven naar een bereikbaar doel
en houd mijzelven voor: Blijf steeds paraat!
Pasen 1971.
Emile van Emstede
[278
Drs. J. A. K. Haas, Inventaris van de archieven van het kapittel van Sint
Salvator te Susteren. Inventaris van het archief van het Norbertinessen-
klooster van Sint Gerlach (Publikaties van het Rijksarchief in Limburg)
Maastricht 1971, 121 en 151 blz.
In een snel tempo publiceert het Rijksarchief in Limburg een serie inventarissen van
aldaar berustende archieven (zie deze jaargang, 3de aflevering, blz. 209-211). De
heer Haas, chartermeester bij dit rijksarchief, stelde bovengenoemde twee inventa
rissen samen, die opnieuw op voorbeeldige wijze zijn uitgegeven en zeer gedegen
werkstukken zijn. Beide inventarissen bevatten wederom enige illustraties, waarvan
ik met name wil vermelden die van een 12de eeuws miniatuur uit het evangeliarium
van Susteren, moderne afdrukken van zegelstempels en een plattegrond met legenda
van het klooster Sint Gerlach. Ook vallen weer de royale bladspiegel met de over
zichtelijke indeling en ruime interlinie op. Beide inventarissen zijn voorzien van
goede inleidingen, litteratuurlijsten, regestenlijsten (eerstgenoemde met 27 regesten
van oorkonden uit de 14de eeuw, de tweede met 145 regesten van oorkonden uit de
13de-15de eeuw) en indices op de persoons- en de plaatsnamen.
Het kapittel van Susteren gaat terug op de Karolingische familie-abdij van Benedic
tijnen, in 714 geschonken aan Willibrord en aan het einde van de 9de eeuw, toen
bewoond door Benedictinessen, aan de abdij Prüm (Eifel). Het oudste aanwezige
archiefstuk dateert van 1312, in welke tijd er geen sprake meer was van een abdij,
maar van een wereldlijk kapittel van kanunnikessen en kanunniken voor de ere
dienst, onder leiding van een abdis. In 1802 werd het stift, zeker sinds de 16de eeuw
slechts toegankelijk voor adellijke dames, opgeheven en werden de eigendommen
door de Franse staat in beslag genomen. Een klein gedeelte van het archief kwam
terecht in het archief van het departement van de Roer en later in het Staatsarchief
te Düsseldorf, waarvandaan het in 1926 door archiefruil tussen Pruisen en Neder
land naar Maastricht werd overgebracht. Een ander gedeelte van het archief zou
in 1794 bij de komst van de Fransen zijn verbrand, terwijl nog een derde gedeelte
voor de Fransen werd verborgen gehouden en eigendom werd van het kerkbestuur
van de parochiekerk van Susteren, welk bestuur deze stukken in 1968 aan het rijks
archief in bruikleen gaf. In de inventaris van de archieven van het kapittel van Sint
Salvator is bij elk nummer aangegeven of de eigendom bij het rijk of bij genoemd
kerkbestuur berust. Verder zijn nog enige andere afgedwaalde stukken in het kapit-
[279]