De wijze van verschaffen van gegevens via een automatisch geheugen information retrieval') kan in drie mogelijkheden onderscheiden worden: 1. het verschaffen van gegevens omtrent de plaats waar men het gevraagde kan vinden (reference retrieval); 2. het verschaffen van het gevraagde (object retrieval); 3. het verschaffen van gegevens uit het gevraagde (data retrieval). 1. reference retrieval: het vragen naar vindplaatsen kan alleen beantwoord wor den, als in het systeem de vindplaats ingevoerd is; als derhalve het archief geïnven tariseerd is en de vindplaatsgegevens in de computer zijn ingevoerd. Het vinden zal moeten gebeuren via trefwoorden, die elkaar weer zoveel mogelijk uitsluiten om niet op een vraag vermelding van honderden stukken te verkrijgen. In zijn inleiding tot de archivistiek gebruikt dr. J. L. van der Gouw het voorbeeld: 'schepenen van Hoorn verklaren, dat de armvoogden van Swaagh hebben overge dragen aan mr. Joan de Monchy een stuk grasland, genaamd de Hoogeweydt, aan de Swaagdijk.' In een index die alle wegen tot het vinden van dit stuk open wil hou den, dienen dan de volgende trefwoorden voor te komen, overdracht (van grond), schepenen van Hoorn, armvoogden van Swaagh, Hoorn, Swaagh, Joan de Monchy, grasland, Hoogeweydt, Swaaghdijk en het jaar. Om immers temidden van honder den andere stukken uitsluitend dit stuk te kunnen pakken dienen trefwoorden ge bruikt te worden, die dermate selectief werken, dat op wens alleen dit stuk wordt geproduceerd (cross-indexing). Deze wijze van automatische verstrekking van ge gevens vereist dus een grondige inventarisatie en een even grondige en nauwkeurige indicering, alvorens tot de verwerking in een geheugen kan worden overgegaan. 2. object retrieval: wil men zich via een automatisch systeem de inhoud van het gevraagde stuk verschaffen, dan is naast de hiervoor genoemde bewerking voor de selectie ook nog het afschrijven van alle stukken nodig. Hoewel er mogelijkheden bestaan voor het door de 'computer' zelf lezen van de stukken, waarbij alle aanwe zige woorden als trefwoord gelden, gaat dit alleen op voor bepaalde machineschrift stukken, niet voor handgeschreven archiefstukken. Deze bewerking moet dus door de archivaris geschieden. 3. data retrieval: indien gegevens uit stukken via een automatisch geheugen ge leverd moeten worden, is nog een verdere bewerking van het archiefstuk nodig. Im mers de in het geheugen in te voeren gegevens moeten eerst door de archivaris uit het stuk gedistilleerd worden door een kritische en alzijdige analyse van het stuk. De onder 1. genoemde bewerkingen moeten ook weer plaats vinden om de gegevens selectief op te kunnen vragen. Om een nuttige verwerking van archiefstukken in een informatie verschaffend sys teem tot stand te brengen is derhalve nodig een grondige inventarisatie van alle archiefstukken met een scherpe, veelzijdige indicering op de inventarisatie. Immers bij een normale inventarisatie, die via de gebruikte systematiek een toegang levert die voor een deel de uitputtende indicering ondervangt, werpt een duur automatisch systeem met de daarbijbehorende dure bewerkingen niet zijn volledig nut af en is er derhalve sprake van weggegooid geld. Voor de bestaande archieven zou een automatiseringsbewerking zoals onder b. genoemd derhalve een zeer grote uitbrei- [276] ding van werk en kosten met zich meebrengen. Een volledig en uitgebreid geïnven tariseerd archiefbestand is nodig voor het benutten van een automatisch verwer kingssysteem. Het onder a. genoemde systeem kan na afweging van de kosten voor elk geïnventariseerd archief worden toegepast. Voor de bestaande archieven dient gesteld te worden, dat automatisering van de informatieverschaffing geen oplossing biedt maar een vergroting van de problemen. Anders ligt het voor de nog te vormen archieven. In het kader van een steeds verder gaande mechanisering van administraties ontkomt men er niet aan, dat deze ook in het archiefwezen een functie gaat vervullen. Om in de toekomst aan de taak van de archivaris te voldoen is het dus nodig zich voor te bereiden op deze mechanisering en de wijze van bewaring van de resultaten daarvan. Voor de archivaris houdt dit in het zich voorbereiden op een geheel ander archiefbeheer: het bekend zijn met pro grammeringstechnieken en het gebruik maken en controleren van ponskaarten, magneetbanden en alle andere voortbrengselen van een moderne administratie. Voor de toekomst is dat de enige oplossing omdat anders problemen ontstaan. Ar chivistiek zal van een literair een meer technisch karakter moeten krijgen. Inleidende literatuur: P. A. Kallenbach, Inleiding tot information retrieval ten behoeve van biblio theek- en documentatiesystemen, NI DER nr. 418, 1970. B. C. Vickery, On retrieval system theory, 2e druk, London 1968. Zie ook de tijdschriften Open en Journal of Documentation. J. D. Winsemius SUMMARY Archives and automatization, problem or solution? Automatization of the stock-rooms of archives with elevators or conveyance belts involves certain costs but such an investment would also be labour-saving. Automatization of information-procurement by way of a computer does not seem to supply a solution to existing problems. The intensive preparatory work that is to be done, viz. the making of extensive inventories and indices is too labour-consu ming and too expensive. In the future the archivist will receive in his care modern automatized administra tions and he will have to be prepared to become acquainted with technical matters such as programming, punch-cards and magnetic tapes. [277]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 19