Vervolgens bevat deze aflevering een rijk geïllustreerd artikel 'Fragments of vel
lum found in Wigam, England, used as atiffening for early books: some paleo-
graphical problems of the 13th and 14th century', van de hand van G. A. Knight,
van wie vorig jaar ook een artikel in het Nederlands Archievenblad is geplaatst.
Tenslotte belicht deze aflevering de doelstelling en werkwijze van de Engelse
'Historical Manuscript Commission', die sedert 1869 werkzaam is en van het
in 1951 te Venetië opgerichte 'Istuto di storia della societa e dello stato venezia-
no', waaraan de naam van Giorgio Cini is verbonden.
In de rubriek 'Cronache, note e commenti' wordt door Filippo Valenti aan
dacht besteed aan de Italiaanse vertaling van het werk van Brenneke in het
artikel: 'Aproposito della tradizione italiana dell 'Archivistica' di Adolf Bren
neke'. Deze rubriek is verder gewijd aan verschillende congressen die in Italië
zijn gehouden op historisch en archiefgebied en aan de werkzaamheden van de
Conseil International des Archives, waarvan uitvoerig mededeling wordt gedaan.
In de reeds genoemde rubriek 'Schede di bibliografia archivistica italiana', valt
het op, dat zeer veel is gepubliceerd over de 20ste eeuw, met name over de tijd
rond de eerste en tweede wereldoorlog. Daarnaast blijkt, dat vooral sociaal-
economische kwesties de aandacht hebben getrokken. Hoewel de meeste studies
die in deze rubriek worden besproken van Italiaanse schrijvers zijn, die spe
cifiek Italiaanse onderwerpen behandelen, treffen wij hierin ook een werkje
aan van Giuseppe Plessi over de plaats van de archivistiek te midden van de
andere geschiedwetenschappen: 'Introduzione al corso di archivistica e scienze
ausiliare della storia' (afl. 3, p. 828).
De rubriek 'Notiziario estero' bevat berichten over de meeste landen van Euro
pa en verder over Noord- en Zuid-Amerika en Azië. Speciale aandacht werd in
deze jaargang gewijd aan publikaties uit Hongarije en landen van het Duitse,
Spaanse en Portugese taalgebied. Nederland was in deze rubriek vertegenwoor
digd door een bespreking van het in 1967 te Kampen verschenen werk van F.
R. J. Knetsch, Pierre Jurieu theoloog en politikus der Refuge (afl. 3, p. 899).
Aan het einde van iedere aflevering wordt een opsomming gegeven van de uit
gaven van de Italiaanse Staatsarchieven. In deze serie is nr. 37 gewijd aan de
Nederlandse archieven: Arnaldo D'Addario, Gli archivi del regno dei Paesi Bassi,
Roma 1968.
W. Chr. P.
Onze Franse zustervereniging de Association des archivistes frangais publiceert
een periodiek, waarvan de bespreking de laatste tijd maar zelden in dit blad
is doorgedrongen, hoewel de inhoud daar geen aanleiding toe geeft. Het is de
bedoeling van de redactie om jaarlijks zoals ook met andere buitenlandse perio
dieken gebeurt een overzicht van de inhoud van de Gazette des Archives op
te nemen.
De thans te bespreken jaargang 1970 bevat als gewoonlijk 4 afleveringen, waar-
van er twee pas in 1971 verschenen zijn. De afleveringen zijn doorlopend
genummerd en betreffen ditmaal de nummers 68 t/m 71 van respectievelijk het
eerste tot en met het vierde kwartaal 1970.
De inhoud van no. 68 is zeer lezenswaardig door een bijdrage van Yves Peroiin
getiteld 'Les archivistes et le mépris'. In een niet zachtzinnig betoog tracht deze
internationaal georiënteerde Franse collega zijn landgenoten duidelijk te ma
ten, dat ze zich niet moeten blind staren op incidentele verbeteringen van het
budget en vooruitgangen in prestatie, maar dat ze oog moeten hebben voor de
bollende achteruitgang van de maatschappelijke waardering voor het werk van
de archivaris. Bouwstoffen voor deze opzienbarende stelling zoekt Perotin onder
meer in het volgende:
1 In de discussies van de pers, op politiek niveau, in de bespreking over ambte
lijke planning komen de archieven vrijwel niet aan de orde, over de biblio
theken wordt wel eens gesproken, iedereen daarentegen zweert bij de documen
tatie. De hoogte der toegewezen credieten is nagenoeg navenant.
2 De groei van de archieforganisatie is sterk achtergebleven bij die van het pu
bliek en semipubliek domein; men verkijkt zich op de absolute groei verge
leken met 40 of 60 jaar geleden, maar relatief constateert Perotin achteruitgang.
3 De mentaliteit van de 'chartisten' de archivarissen in opleiding heeft Perotin
verbijsterd. Gedurende de mei-onlusten van 1968 heeft hij in gesprekken met de
leerlingen en de school 'sovjet' bemerkt, dat deze nieuwe archivarissengeneratie
in feite geen interesse heeft voor de problemen van de archivistiek. Ze waren
vrijwel alleen geïnteresseerd in historisch onderzoek. Van hun kant was er dus
geen inbreng op het punt van de modernisering der opleiding.
Men zal moeten toegeven, dat als Perotin gelijk heeft, het er voor Frankrijk nogal
somber uitziet. Maar de schrijver heeft ook over de oplossing nagedacht al is
hij daarbij minder concreet geworden dan in zijn analyse van de gebreken. Het
zou aardig geweest zijn indien hij kennis had kunnen nemen van de nederlandse
'breakdown' theorie ter vergelijking. In de Franse situatie bepleit hij vooral een
volte-face van zijn collega's van hun gerichtheid op het verleden naar de toe
komst, zelfs naar problemen van burocratie, documentatie en informatieleer. De
tem van de vernieuwing moet volgens hem in de opleiding liggen. De schrijver
gaat voorbij aan de École des Chartes, volgens hem een verkalkt instituut, en
verwacht meer heil van een universitaire opleiding zonder nadruk op de Mero-
vingers en met hulpwetenschappen in de administratieve sector.
Ondanks het, mijns inziens enigszins gecharcheerde, betoog, waarvan we maar
enkele elementen hebben weergegeven, wanhoopt Perotin niet. Hij beoogt alleen
ie bekering van zijn collega's tot de realiteit, zodat de juiste consequenties ge
lrokken kunnen worden.
De tweede bijdrage in no. 68 is 'klassieker' van aard. Het betreft de behande
ling van archieven van religieuze congregaties. Deze handleiding, zo kan
men het artikel wel noemen is ontworpen door het 'centre de recherches
i'histoire religieuse' te Parijs. Opmerkelijk is ook hier het aanbevolen schema
voor de ordening der archieven. Logische kracht kan aan deze schema's niet
[222]
[223