Kroniek en Zwolle gevoegd zullen worden) gepubliceerd is, zal in deze rubriek uitvoeri ger op de inbewaringgeving kunnen worden ingegaan. Inbewaringgeving aan een gemeente van archiefbescheiden voor de bewaring waarvan bij of krachtens de Archiefwet 1962 een rijksarchiefbewaarplaats is aangewezen dient door burgemeester en wethouders van die gemeente aan de minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk te worden verzocht. Deze wint het advies van de Archiefraad in. Op zijn beurt laat de Archief- raad zich voorlichten door de algemene rijksarchivaris, die de Raad het ge vraagde rapport van de vierde afdeling van het algemeen rijksarchief, zijn eigen advies en de visie van de rijksarchivaris in de betrokken provincie resp. de rijksarchivaris van de derde afdeling van het algemeen rijksarchief mede deelt. Deze procedure geldt ten aanzien van inbewaringgeving van archiefbe scheiden van niet-gemeentelijke organen wier functies zich hebben uitgestrekt over meer dan één gemeente. Over inbewaringgeving van retro-acta van de burgerlijke stand en van andere archiefbescheiden van organen wier functies zich uitsluitend over één gemeente hebben uitgestrekt, hoort de minister in het algemeen alleen de algemene rijksarchivaris. Uitlening van archiefbescheiden. In de bij de beschikking van 10 maart 1970 nr. O./M.A. 154.809 (Stcrt. 57) (Nederlands archievenblad 74 (1970) 113) behorende lijst van archiefbewaar plaatsen, bibliotheken en instellingen aan welke de beheerder van een archief bewaarplaats ingevolge artikel 23 van het Archiefbesluit verplicht is archiefbe scheiden voor een bepaalde tijd uit te lenen is onder B. Bibliotheken opgeno men: 7. De bibliotheek van de Rijkslandbouwhogeschool te Wageningen (be schikking van de minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk van 4 december 1970 nr. O./M.A. 156.196 (Stcrt. 241)). Naar aanleiding van een op de aanwijzing krachtens artikel 23 van het Ar chiefbesluit betrekking hebbende vraag, kan er op gewezen worden dat niet meer geldt dat de gemeentelijke archiefbewaarplaats alleen op de bij boven genoemde beschikking vastgestelde lijst kan worden geplaatst, indien aan de betrokken gemeente door het rijk archiefbescheiden in bewaring zijn gegeven. Men zie hierover het verslag van de Archiefraad over 1969, blz. 30 (advies nr. 1). Afgesloten 29 januari 1971. F. C. J. K. [68] Verslag van de Archiefraad over 1969. Bij de Staatsuitgeverij is verschenen het jaarverslag over 1969 van de Archief raad. Het is de eerste maal, dat deze Raad die op 23 december 1968 door de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk werd geïnstalleerd1, een jaarverslag uitbrengt. Omdat de door de Raad uitgebrachte adviezen van belang zijn voor een ruime kring van bij het archiefwezen geïnteresseerden, heeft de minister van C.R.M. op voorstel van de Archiefraad besloten elk jaar bij het verslag ook alle bijbehorende adviezen te publiceren. In 1969 wer den tien adviezen uitgebracht. Zij betreffen de aanwijzing krachtens artikel 23 van het Archiefbesluit2, de samenstelling van het curatorium van de rijks archief- school, de ontwerp-lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archief bescheiden van het ministerie van defensie3, de vernietiging van archiefbeschei den4, de uitvoering van artikel 37 van de Archiefwet 19624 5, artikel 70, tweede lid, ontwerpComptabiliteitswet4 overbrenging van de stukken behorende tot de huwelijksgoederenregisters en het curateleregister7, hoofdstukken b.C. en b.D. van de lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbeschei den van het ministerie van onderwijs en wetenschappen, hoofdstuk b.F. van die lijst en de aanwijzing krachtens artikel 23 van het Archiefbesluit van het Historisch Instituut van de Katholieke universiteit te Nijmegen. Adviezen om trent de inbewaringgeving aan gemeenten van in een rijksarchiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden en omtrent de overbrenging van de bevolkings boekhouding waren in het verslagjaar nog in behandeling. Van de door artikel 44 van het Archiefbesluit geschapen mogelijkheid com missies in te stellen, heeft de Raad in 1969 driemaal gebruik gemaakt. Com missie I (ingesteld 29 januari 1969) kreeg tot taak na te gaan welke proble men bestaan ten aanzien van de organisatie en het functioneren van de rijks- 1 Zie Ned. Archievenblad 1968 blz. 111-117. 2 Zie Ned. Archievenblad 1970 blz. 113. Zie Ned. Archievenblad 1970 blz. 151. 4 Deze adviezen werden ongevraagd uitgebracht. 3 Zie Ned. Archievenblad 1970 blz. 231. 0 Zie Ned. Archievenblad 1970 blz. 235. Zie Ned. Archievenblad 1970 blz. 316. [69]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 38