De inspectie der registers van de burgerlijke stand afscheid is geen afsluiting van uw carrière, een dergelijk initiatief zou dus voorbarig zijn. Uw werk gaat door, en met betrekking tot het Algemeen Rijksarchief denk ik dan allereerst aan uw magnum opus op inventarisatiegebied, de beschrijving van de VOC-archieven. Het kweken van begrip voor de betekenis van de koloniale archieven is ongetwijfeld uw belangrijkste verrichting als archivaris geweest. U hebt dit verwezenlijkt door uw publicaties, door bestuursarbeid in diverse verenigingen en stichtingen, door uw 'archiefreizen' naar Azië en Latijns Amerika en bovenal door een intensieve bege leiding van onderzoekers in het Algemeen Rijksarchief, afkomstig van over de ge hele wereld. Door uw toedoen is het Algemeen Rijksarchief tot vèr over onze gren zen befaamd geworden.' Namens het gezamenlijk personeel bood de heer Roessingh als afscheidsgeschenk een stereoradiotoestel aan. Deze keus was gemaakt met het oog op het feit dat mevrouw Meilink veel en graag naar klassieke grammofoonplaten luistert, die in stereoweergave beter tot hun recht komen. Nadat mevrouw Meilink de sprekers had beantwoord en allen had bedankt voor het cadeau, gaf zij een korte terugblik over haar loopbaan bij het Algemeen Rijksar chief. Tijdens de 'magere jaren' tot 1937 had zij als bijverdienste allerlei werk aange pakt, o.m. genealogische onderzoek. Dit was niet alleen buitengewoon leerzaam, maar leidde soms ook tot vermakelijke resultaten. Zo had een fabrikant van centrale verwarmingsapparatuur de door haar nagespeurde stamboom verwerkt tot een wandversiering van verwarmingsbuizen! Haar belangstelling voor de overzeese wereld was al vroeg gewekt door haar vader, die als officier lange tijd in Nederlands Indië verbleef. Hij had, als bewonderaar van Multatuli, een diepgaande interesse voor land en volk en wist daarover boeiend te vertellen. Zijn verhalen hebben een onuitwisbare indruk op haar gemaakt en bleken richtinggevend voor latere studie en archiefonderzoek. Het besef dat door het toe gankelijk maken van 'koloniale' archieven de geschiedschrijving van de ontwikke lingslanden mogelijk gemaakt wordt en daarmee wordt bijgedragen tot de vorming van hun nationale en culturele identiteit, blijft voor haar werk een belangrijke sti mulans. Mevrouw Meilink verwachtte dan ook dat zij, mede door haar studenten, in de komende jaren een nauw contact met het Algemeen Rijksarchief zal onder houden. [16] Onlangs bereikte mij een vraag inzake de inspectie der registers van de burger lijke stand. Aangezien ik mij op dit terrein onzeker voelde de wettelijke bepa lingen zijn niet overduidelijk en schijnen hier en daar zelfs met elkaar in strijd legde ik het probleem voor aan diverse personen: ambtenaren van de bur gerlijke stand, provinciale archiefinspecteurs en gemeentearchivarissen. Uit hun antwoorden bleek dat op dit gebied inderdaad twijfel bestaat, en dat de heer sende opvattingen in hoge mate uiteenlopen. Het onderstaande vormt een schets van de bestaande problematiek; naar ik hoop vloeit hieruit een dis cussie voort die de thans heersende onzekerheid zal doen verdwijnen. Het kernprobleem wordt gevormd door de vraag in hoever het toezicht op de archieven door de gemeentearchivaris en de provinciale archiefinspecteur, hun bij de wet opgedragen, zich uitstrekt tot de registers van de burgerlijke stand (hierna te noemen: registers B.S.). Vooropgesteld dit: in iedere Nederlandse gemeente vinden wij twee of meer amb tenaren van de burgerlijke stand1. Op één van hen rust de verplichting tot bewaring der registers. Dit is vastgelegd in het z.g. Besluit Burgerlijke Stand (hierna te noemen: B.B.S.)2. De gemeenteraad bepaalt, de ambtenaren van de burgerlijke stand gehoord, aan wie van hen deze taak wordt opgedragen3. Wanneer ik in het hiernavolgende spreek over de ambtenaar van de burgerlijke stand (aangeduid als: A.B.S.) bedoel ik daarmede deze bewaarder der registers. Nu is de situatie zo dat de A.B.S. bovendien een tweede taak vervult: hij is veelal tevens, als gemeenteambtenaar, chef van een afdeling van de gemeente secretarie, hij houdt ten behoeve van burgemeester en wethouders de bevol kingsregisters bij en hij behandelt b.v. militaire zaken en verkiezingen. Daar naast beheert hij uiteraard de administratie die ontstaat bij de dagelijkse hande lingen die op zijn afdeling van de gemeentesecretarie plaats vinden. De betreffende persoon heeft dus een dubbele taak: hij fungeert als A.B.S., en 1 Art. 183 Gemeentewet. 2 K. B. dd. 21 VII 1969 (Stb. 326), art. 1: 'De ambtenaar van de burgerlijke stand van een gemeente is belast met het houden van de burgerlijke stand van die ge meente en met het bewaren van de tot haar archieven behorende registers'. 3 Art. 183 Gemeentewet: 'De verdeeling van de werkzaamheden tusschen de ver schillende ambtenaren van den burgerlijken stand wordt, die ambtenaren gehoord, op voordracht van burgemeester en wethouders door den raad geregeld'. [17]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1971 | | pagina 12