de kern van de zaak door Mr. AE. M. Ribberink, Algemeen Rijksarchivaris van Nederland verder alle bovengenoemde sprekers zitting hadden, met uitzondering van de heer Dinkgreve, die in verband met onderwijs-verplichtingen elders deze middag niet aanwezig kon zijn. De teksten van de voordrachten met daarbij verslagen van de diskussies en van het forum volgen hierna. De avond van de eerste dag werd opgeluisterd door het familie-koor en -orkest Klaasen uit Veldhoven, dat een gevarieerd programma van klassieke en romantische muziek bracht met werken van o.a. Telemann, Mozart, Beethoven, Schumann, Dvorak, Von Weber, Berlioz, Poulenc en H. P. Keunig. Een dankbaar publiek bracht gepaste hulde aan dit blijk van archivistische ouder- en kindervlijt. Het vlakbij het conferentie-oord gelegen restaurant Oud-London bood gelegenheid om de avond verder bij geestrijke dranken en gesprekken door te brengen. Overdag was er bij zeer helder en zonnig weer gelegenheid te wandelen in het bos bij het conferentie-oord, dat zich in dit jaargetij op zijn mooist liet zien. Ongetwijfeld zullen de meer dan 100 deelnemers aan deze boeiende studiedagen dan ook goede herinneringen aan dit gebeuren bewaren. Dat men ook praktische resultaten van deze studiedagen verwacht, moge blijken uit de op blz. 410 van deze buitengewone aflevering van het Nederlands Archieven blad afgedrukte motie. Deze heeft geleid tot de op blz. 413 en volgende afgedrukte briefwisseling van het bestuur van de Vereniging van Archivarissen in Nederland met Hare Excellentie de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Voorts had de motie ten gevolge de instelling van de op blz. 416 vermelde werk groep, die zich over de vernietigingscriteria zal beraden en op 22 december 1970 voor de eerste maal bijeenkwam. Een commissie van deskundigen, die de door dc werkgroep samen te stellen ontwerphandleiding zal beoordelen, werd samengesteld en allen op wie daartoe een beroep werd gedaan, waren dadelijk bereid in deze commissie zitting te nemen. Om aan een en andere ruime bekendheid te geven, ook in de kringen van admi nistratie en registratuur, werd dit nummer van het Archievenblad in een grotere oplage gedrukt, die mede ter beschikking wordt gesteld van belangstellenden uit de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Studiekring voor documentatie en administratieve organisatie der overheid. De archivarissen zijn inderdaad van mening dat het niet meer verantwoord is studiedagen als deze als een onderonsje te beleggen. 336 Dames en heren, Mede namens het bestuur van de Vereniging Van Archivarissen in Nederland, die samen met de rijksarchiefdienst deze studiedagen organiseerde, heet ik U van harte welkom. Het is een voorrecht voor het bestuur en voor de sprekers dat U, de vakgenoten, in zo grote getale hierheen hebt willen komen, om U in diskussies bezig te houden met i een van de hoofdproblemen van het beroep. Door U enige stellingen (zie bijlage) vooruit toe te sturen is gepoogd Uw strijdlust en Uw aggressiviteit aan te wakkeren, in het vertrouwen dat uit de botsing van de meningen enige waarheid kan voortvloeien. Overeenkomstig de traditie mogen wij op deze studiedagen ook enkele kollega's uit liet buitenland in ons midden begroeten. De Algemene Rijksarchivaris van het koninkrijk België, dr. C. Wyffels, is naar oude traditie van belgisch-nederlandse samenwerking weer in ons midden, samen met twee van zijn medewerkers, de heren Asaert en Bekers. Tevens voegde zich in ons midden dr. M. Ewald van het Staatsarchief Hamburg. Hartelijk welkom, en veel dank voor Uw komst. De studiedagen, die we nu voor de tiende keer beleven, vonden voor de eerste keer plaats in 1956. De Algemene Rijksarchivaris Hardenberg en het bestuur van de Vereniging van Archivarissen, Panhuysen, Don en juffrouw Ruys waren van oordeel dat er naast de Archiefschool een gelegenheid moest zijn voor de kollega's in het métier om zich te verdiepen in problemen van het vak. De voor- en najaars vergaderingen van de Vereniging boden daartoe té beperkte mogelijkheden. In juli 1956 werden de eerste bijeenkomsten georganiseerd. Carel Bloemen, wiens originaliteit en tegendraads karakter reeds eerder geïnspireerd hadden tot zegenrijke initiatieven, gaf enige malen gedurende vijf dagen op het Algemeen Rijksarchief, tel kens voor een groep van ongeveer 20 vakgenoten, even oorspronkelijke als betwist te uiteenzettingen over 'Beginselen en methodiek van de Registratuurwetenschap'. Bij de sprekers op de studiedagen van 1957 bevond zich dr. J. Papritz, direkteur van Be archiefschool Marburg. Deze sprak over de Schriftgutorganisation in de Duitse kanselarijen. Op de negende, en tot nu laatst gehouden studiedagen, die van 1966, waarbij tevens het 75-jarig bestaan van de Vereniging van Archivarissen werd her- Bacht, sprak overeenkomstig een vaste regel die gevolgd was bij de studiedagen van [337

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 2