en waar notulen en andere verslagen en overzichten zullen worden bewaard. Zo wordt het archief ontleed, zowel aan de hand van het organisatieschema en de in ventaris zo die er is als aan de hand van de stukken zelf. Literatuur Archiefonderzoek is vanzelfsprekend noodzakelijk. Ook wordt nagegaan wat de literatuur over het taakgebied geeft en hoe het staat met de bewaring daarvan (waar blijft de Bibliotheekwet, die de bewaring van bibliotheekstukken voorschrijft en de vernietiging reglementeert). Ik kom straks terug op het blijvend belang voor het historisch onderzoek. Niemand zal eraan twijfelen dat rechten van overheid en bur ger bewaard moeten worden. Moeilijke zaak, dat verzeker ik u. U zou, om nu eens een eenvoudig voorbeeld te noemen bij de Rijkswaterstaat de dokumentatie van het arrondissement Arnhem moeten zien. Hoe nauwgezet van elke meter van de rijksweg ArnhemApeldoorn de rechten van overheid en burgers op de weg en op de aangrenzende gronden vast liggen. Rechten van burgers en overheid liggen in de archieven vast, ik behoef hier, in dit gezelschap, daar niet lang bij stil staan. Voor de archivaris geldt de plicht die rechten te bewaren. Mag ik nog even terug naar de driehoeksverhouding, tenslotte is dat de titel van deze voordracht. Nogmaals driehoeksverhouding Het spijt mij voor de romantici, andere driften dan de vernietigingsdrift komen hier niet aan te pas. Het driehoeksoverleg tracht het subjektieve bij de keuze zoveel mo gelijk te elimineren. Anders dan bij het Britse systeem3 waar de Deputy keeper of the records met zijn assistent en een advokaat met tenminste zeven jaren praktijk nagaan, welke bescheiden niet op de vernietigingslijst mogen worden geplaatst, steunt in ons huidige systeem het beleid in deze op de uitkomsten van het driehoeks overleg tussen administratie, tegenwoordige en toekomstige archiefbeheerder en vervolgens op de overwegingen van een speciale kommissie uit de Archief raad. De overheidsmachine wordt doorgelicht. De waardebepaling moet organisatorisch- funktioneel zijn. Vanuit de werkelijkheid van onze tijd met al zijn repeterende, ver zamelende en reproducerende instellingen. De moeilijkheid is meer het verkrijgen van het overzicht op de verspreide gegevens dan het gebrek aan gegevens. Als de kommissie uit de Raad met het onderzoek gereed is, brengt de Archiefraad advies uit aan de Minister van C.R.M. De afdeling Oudheidkunde ontwerpt vervolgens de gezamenlijke beschikking van de minister van C.R.M. en de betrokken minister en zorgt, na vaststelling, voor plaatsing in de nederlandse staatscourant. Is de vernieti gingslijst eenmaal vastgesteld, dan zijn de hoofden post- en archiefzaken bij de rijks administratie, zie artikel 21, lid 2 van hun beheersregels4, verplicht te zorgen voor regelmatige vernietiging. 3 Verslag van de Britse Commissie met betrekking tot de departementale archieven, paragraaf 33, juli 1954. 4 Besluit post- en archiefzaken rijksadministratie 1950, Stb. K 425. Kollektieve lijsten Voor de vernietigingslijsten van de rond 1000 nederlandse gemeenten en van andere overheidsorganen, -diensten en -bedrijven waarvan er meer dan één in Nederland aanwezig is, soortgelijke instellingen dus, moeten de betrokken ministers koördi- neren. De Algemene Richtlijnen zullen in deze wel suggesties doen. De wensen gaan uit naar kommissoriaal overleg tussen vertegenwoordigers van de betrokken organen, die ten aanzien van de taakuitoefening deskundig zijn en vertegenwoordigers van registratuur en archivariaat. Ook hier weer het gewenste driehoeksoverleg. Mikrofilm Archiefbescheiden mogen (helaas staat er niet 'moeten') worden vernietigd na het verstrijken van de in de lijsten vermelde termijnen (art. 3.1 Archief besluit). Maar ook binnen de termijn. Als er maar reprodukties zijn vervaardigd (Dit doet even denken aan die sekretaresse, die aan de direkteur vroeg: 'Mijnheer, mag ik al die papieren opruimen'. Waarop mijnheer antwoordde 'Dat is best, maar maak eerst afschriften'). De bedoeling van de wetgever was het ruimteprobleem op te lossen. De massa papieren eerder opruimen en, bv. door mikrofilm, toch tot aan het ver strijken van de termijn over de gegevens blijven beschikken. Incidentele vernietiging Deze, u ziet het schema, is bedoeld voor de zeldzame gelegenheid, dat na opruiming van stukken volgens de lijst ook vernietigd kan worden als de lijst niet in alle geval len voorziet. De procedure is eenvoudiger. De gemeentearchivaris, bijvoorbeeld, ad viseert B. en W. B. en W. vragen vervolgens het advies van de Algemene Rijksarchi varis. Laatstgenoemde hoort de provinciale inspekteur en brengt zijn advies uit aan B. en W. Bij het rijk: de betrokken minister vraagt advies aan de Algemene Rijks archivaris. De overwegingen van de adviseurs dienen de overwegingen van de Alge mene Richtlijnen bij het lijstensysteem te zijn. Dit staat nergens voorgeschreven, maar het is logisch. De daarvoor in aanmerking komende wél in rijksarchiefbewaarplaatsen berustende archiefbescheiden kunnen worden vernietigd, na machtiging van de minister van C.R.M. en de vroegere zorgdrager. Het voorstel daartoe komt tot stand via een omgekeerd driehoeksoverleg: archivaris, vroegere beheerder (registrator) en beleids afdeling. Nood vernietiging Met deze hoofdlijnen meen ik te mogen volstaan. Wel moet ik nog wijzen op artikel Ivan het Archiefbesluit, dat voor de z.g. noodvernietiging in tijden van oorlog, oor logsgevaar of andere buitengewone omstandigheden bevoegdheid geeft aan de Minister-President. Normen Ik kom nu aan een zeer belangrijk onderwerp waarvoor ik uw bijzondere aandacht 300 [381]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 24