de driehoeksverhouding als basis voor legitimiteit
door H. Jvan Meerendonk, waarnemend hoofd van de
We afdeling van het Algemeen Rijksarchief
Dr. Jensma vindt, dat juist daar waar men nog vastzit aan een verouderde struktuur,
de registratoren van hun goede wil kunnen getuigen door er gezamenlijk op te wij
zen.
Dinkgreve denkt dat alles met de tijd wel slijt.
Mr. Ribberink dankt de heer Dinkgreve nogmaals voor zijn stimulerend en leer
zaam betoog en sluit de diskussie.
Gedachtenwisseling op de avond van 15 oktober.
V.l.n.r. mr. JH. van den Hoek Ostende, H. W. van Veldhuizen en dr. WJ. van
Hoboken.
372]
Mijnheer de voorzitter, geachte kollega's.
Ik hoop, dat de titel van mijn voordracht u heeft bevreemd. Misschien is u zelfs
nieuwsgierig, leeft u in de verwachting een vleugje romantiek te zullen vernemen
daar waar u het niet verwacht. Romantiek en archiefvernietiging gaan moeilijk sa
men, gaarne toegegeven.
De IVe afdeling
Meestal roepen de werkzaamheden van de IVe afdeling van het Algemeen Rijks
archief andere associaties op. Jongelui, in opleiding voor het archivarisambt, waren
zo vermetel ons de naam 'scheurploeg' te geven. Wij hebben het hun om hun jeugd
vergeven. Maar toch, als aan een diner de Algemene Rijksarchivaris in zijn funktie
van tafel-praeses de gasten welkom heet en na de hooggeleerden te hebben begroet
zegt: 'dan begroet ik nog in het bijzonder de man, die archieven vernietigt', dames
en heren, dan heb ik de neiging om het hoofd te buigen, mij op de borst te kloppen
en te zeggen: 'mea culpa, mea maxima culpa'.
Misschien typeert deze voordracht de sfeer waarin of waaruit onze taak zich zal
gaan ontwikkelen. Ik leg u alvast de volgende vraag voor.
I: het vernietigen van archiefbescheiden een kwade noodzaak of een middel om de
papiermassa van onze eeuw toegankelijk te maken?
Ik kom hier straks op terug. Intussen kunnen wij konstateren, dat er een schijnbare
tegenstelling is in deze zaak tussen het toegankelijk maken van archieven en de ver
nietiging. Schijnbaar, omdat elke archivaris, die deze zaken ernstig neemt tot de
konklusies zal komen dat hij bepaalde stukken zal kunnen wegdoen omdat hij
andere behoudt.
De archivaris en vernietigen
Van nature is de archivaris bewaarder, konservator van het geschreven verleden.
Het vernietigen zit hem niet in het bloed. Zijn opleiding is er niet op gericht. Eerder
is hij verzamelaar dan opruimer. Op 'slechte' eigenschappen die hem worden toege
schreven is hij trots: nieuwsgierigheid, perfektionisme, individualisme. Maar voor
vernietigen voelt hij net zoveel of zo weinig als een architekt voor de afbraak van
een monumentaal gebouw. De architekt heeft echter geen bezwaar tegen krotop
ruiming.
Daarom een tweede vraag:
373