Het Internationale Zegelcomité, de eerste tien jaren, I960-1970 Reeds tijdens het Eerste Internationale Archiefcongres te Parijs in 1950 hebben verscheidene archivarissen, die zich geregeld met zegels bezighielden, elkander gezocht: dr. Jacques Bolsée en mme. Tourneur-Nicodème1 met haar echtgenoot prof. dr. Victor Tourneur uit België, dr. René Gandilhon2 uit Frankrijk - Yves Metman was geheel in beslag genomen door de tentoonstelling 'l'Art et la vie au Moyen-Age a travers les blasons et les sceaux' -, ondergetekende uit Nederland. Dit contact werd op de volgende congressen voortgezet en uitgebreid: dr. Framjois Eygun3 woonde het congres van 1953 bij. Op aandringen van Franse zijde nam de Internationale Archiefraad het besluit tot oprichting van een Comité International de Sigillographie en wees prof. dr. Sandri, superintendant van het Centrale Staats archief te Rome, tot voorzitter aan. In het voorjaar van 1960 werd een vragenlijst met betrekking tot zegels aan alle bij de Internationale Archiefraad aangesloten landen gericht. Op deze vragenlijst nam de zegelcatalogus, op al of niet gedrukte fiches, een voorname plaats in. De oprichtingsvergadering vond plaats tijdens het Vierde Internationale Archiefcongres te Stockholm, 16 augustus 1960; het Comité kwam 19 augustus nogmaals bijeen om een zevental aanbevelingen vast te stellen, welke onverwijld werden gericht aan de Algemene Vergadering van de Inter nationale Archiefraad. Zie Archivum X, 1960, p. 196, 197. Een uitvoerig rapport van de hand van de heer Yves Metman, secretaris van het Comité, waarin de ant woorden van 42 landen waren verwerkt, is opgenomen in Archivum X, 1960, p. 189-196. Het Comité bracht in de namiddag van 18 augustus een bezoek aan het zegel kabinet van het Zweedse Algemene Rijksarchief. De leden zagen daar, hoe het herstel in zijn werk gaat van waszegels, aangetast door actinomyceten, micro-orga nismen, die als het ware microscopisch fijne kanalen door een zegel graven, zodat dit brokkelig wordtdHet herstelprocédé maakt op de toeschouwer een griezelige 1 Auteur van Bibliographie générale de la Sigillographie, Besanqon 1933, en Supplé ment in Archives, Bibliothèques et Musées de Belgique, XXX, 2, 1959, zomede van tal van artikels over zegels. 2 Auteur van Bibliographie de Ia Sigillographie franpaise in: Bulletin philologique et historique 1953, 1954, Paris 1955, zomede van andere publicaties over zegels. 3 Auteur van Sigillographie du Poitou jusqu'en 1515, Poitiers 1938. 4 Zie G. Fleetwood, Sur la conservation des sceaux de cire du moyen age. déposés aux Archives du Royaume de Suède, in Meddelanden fran svenska riksarkivet för ar 1945; A. Bousse, La restauration et le moulage des sceaux aux Archives du Royaume a Stock holm, in Archives, Bibliothèques et Musées de Belgique, XXV, 2, 1954, p. 220-230. [290] indruk: bij het luchtledig pompen van de zegels in een doorzichtige ruimte lijkt het wel, alsof de zegels worden gekookt: luchtbellen stijgen eruit omhoog! Ver volgens laat men de zegels zich volzuigen met een wassurrogaat, waarvan terpentijn het voornaamste bestanddeel is. Deze ziekte komt voornamleijk in noordelijke landen voor. Zegels van ongekleurde was worden het meest aangetast. Vocht en temperatuur spelen een rol bij het gedijen van de microben. Ier voorbereiding van de sectievergadering, te houden op het Vijfde Internationale Archiefcongres te Brussel, de vierde september 1964, kwam het Comité bijeen te Venetië van 27 tot en met 29 december 1963. Aldaar werd de vragenlijst'opgesteld, welke vóór het congres te Brussel aan alle 113 leden-Staten van de UNESCO is verzonden. Ook op deze tweede vragenlijst nam het 'fiche' voor de zegelcatalogus een belangrijke plaats in. Aangekondigd werd de tentoonstelling van grootzegels van alle staten, door mademoiselle dr. A. Scufflaire in te richten ter gelegenheid van dit congres en voorts besprak het Comité plannen voor een kleine reizende tentoonstelling van afgietsels en foto's van 'Het zegel gedurende vijf millennia', onder auspiciën van de UNESCO. Eerstgenoemde tentoonstelling was bijzonder interessant; de tweede is nog niet verwezenlijkt. Voorts werden te Venetië enige voordrachten over onderwerpen van algemeen belang gehouden: de catalogisering van zegels in Engeland en Schotland door prof. dr. Ellis, de wijze van bewaring, herstel en reproductie van zegels in België door mademoiselle Scufflaire, recente vondsten van 12de-eeuwse zegelstempels medegedeeld door de heer Metman en 'Un renversement des alliances, reflété en sceaux (anno 1296)' door ondergetekende. Mademoiselle Scufflaire verwerkte de 60 antwoorden van archieven en aanverwan te instellingen, uit 21 landen op de voormelde vragenlijst ingekomen, tot een voortreffelijk rapport, dat te zamen met de vragenlijst voor de aanvang van het congres te Brussel aan de deelnemers werd verstrekt. Dit rapport en het ver slag van de sectievergadering van 4 september 1964 te Brussel zijn opgenomen in Archivum XIV, 1964, p. 159-184; zie ook Nederlands Archievenblad 1964, p. 122. De vergadering in het Vaticaan te Rome van 3 tot en met 7 mei 1965 hield zich bezig I met de bewaring van 1 zegelstempels en losse zegels; dr. Claude Lapaire uit Zürich berichtte de uit komsten van zijn diepgaande studie over de bewaring van stempels. De corrosie kan van tweeërlei aard zijn, door koolzuur-zout of door zwavelzuur-zout. 2 gezegelde charters; horizontaal of verticaal? 3 loden bullen. Bewaring in laden van blank hout (dennenhout) is het minst ge vaarlijk; kastanjehout is door zijn looizuurgehalte funest, terwijl ook eiken- en beukenhout slecht is. Ook de verf van laden kan invloed hebben. 4 opgedrukte zegels en lakafdrukken. 5 zegels en lakafdrukken, ingeval de archiefstukken zijn ingebonden. [291]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 18