Nederland afgestaan worden aan zijn instituut, maar hoopt er wel op dat wij eraan willen meewerken dat hij door middel van microfilms of anderszins zo goed moge lijk gedocumenteerd wordt over wat er ten onzent te vinden is aan archivalia, die be trekking hebben op de Joden. Het artikel van ons medelid mej. dr. W. Chr. Pieterse 'De Joodse archieven in Neder land' in de derde aflevering van de jaargang 1970 van het Nederlands Archievenblad geeft belangrijke informatie over wat nog over is. Jk doe een beroep op de Neder landse archivarissen, die de kennis van de schrijfster kunnen aanvullen, haar op de hoogte te stellen. Dat er reëel gevaar voor verdwijning van Joodse archieven naar Israël bestaat, blijkt uit een recent besluit van de te Amsterdam gehouden conferentie van Sefardisch- Joodse instituten en gemeenten in Europa tot oprichting te Jerusalem van een insti tuut voor het verzamelen en bestuderen van archieven van tot verdwijnen gedoemde gemeenten. Wanneer wij weten welke Joodse archieven bewaard gebleven zijn en waar zij zich bevinden, zullen wij wellicht door overreding het gevaar van verzending ervan naar Jerusalem kunnen afwenden. Bovendien zullen wij dan beter in staat zijn onze col lega's in Israël te helpen aan de gegevens, die voor hen van onschatbare waarde zijn. Zij hebben ook veel interesse voor wat in het algemeen in archieven te vinden is over de Joden in ons land. In het nummer van oktober 1970 van 'Trefpunt' kunt U lezen dat de Algemene Rijksarchivaris streeft naar een zekere vorm van samenwerking tussen de archiefdiensten van Israël en Nederland. Van 21 tot 26 augustus 1972 zal in Moskou het VII Internationale Archiefcongres gehouden worden; het programma zal in het Archievenblad worden bekend ge maakt. Hopelijk zullen vele vakgenoten uit Nederland in de gelegenheid gesteld wor den dit vierjaarlijkse congres bij te wonen. Intussen hebben dr. W. J. van Hoboken en dr. S. Hart het terrein reeds verkend in de afgelopen zomer, toen zij deelnamen respectievelijk aan het XIII Internationaal Historisch Congres te Moskou2) en het V Internationaal Congres voor Economische geschiedenis te Leningrad. Door de Internationale Archiefraad zijn twee nieuwe commissies ingesteld, een werkgroep die de archiefzorg in de ontwikkelingslanden zal stimuleren en een com missie voor de studie van de materiële bewaring van archivalia. Een microfilm-com missie houdt zich reeds verscheidene jaren bezig met de verfilming van belangrijke documenten in de ontwikkelingslanden. Bij al deze ontwikkelingshulp is de Unesco sterk betrokken. Met de Studiekring voor overheidsdocumentatie (S.O.D.) waren de informele con tacten goed. Aan de opleiding voor de diploma's archiefverzorging zijn verscheide- nen uit onze kring'verbonden. Het nieuwe examenreglement bepaalt dat in het vak 'wettelijke voorschriften met betrekking tot het archiefbeheer' voortaan ook schrif- 2 Uit onze kring namen ook deel mr. drs. J. C. Andries, mr. J. H. Rombach en dr. J. E. A. L. Struick. [94] telijk geëxamineerd zal worden, met dien verstande evenwel dat voor dit vak, in te genstelling tot de andere vakken, vrijstelling voor het mondeling examen verleend wordt, indien op het schriftelijk examen het cijfer 7 of hoger behaald is. De heren mr. J. H. van den Hoek Ostende en H. W. van Veldhuizen vertegenwoor digden het bestuur op 28 mei 1970 op een door de Nederlandse Vereniging van Be- drijfsarchivarissen (N.V.B.A.) belegde bespreking over het onderwerp 'verkorting wettelijke bewaartermijn'; eveneens op 9 december 1970 op de jaarvergadering van de N.V.B.A. te Apeldoorn, waar het computergebruik thema van de dag was, een thema waarmee wij zelf eerlang ook geconfronteerd zullen worden en waarvoor onze belangstelling geboden is. Onze Belgische zustervereniging besteedt er van 25- 27 februari a.s. een colloquium aan. Uw voorzitter nam op 14 december 1970 deel aan een gesprek op het Algemeen Rijksarchief, op verzoek van de voorzitter van de N.V.B.A. gearrangeerd, om de mogelijkheden van een gemeenschappelijke basisopleiding voor archivarissen, be- drijfsarchivarissen en registratoren af te tasten. De Algemene Rijksarchivaris, de waarnemend directeur van de Rijks Archiefschool en de voorzitters van N.V.B.A. (drs. D. Boer), opleidingscommissie N.V.B.A. (A. van Giessel), S.O.D. (W. N. Berends) en V.A.N. waren aanwezig. In hoeverre de Rijks Archiefschool kan vol doen aan bij de N.V.B.A. levende wensen zal nader bezien worden. Geïnteresseerd volgen wij van nabij de ontwikkeling van de beide verenigingen, waarin twee categorieën van bij archieven werkzame personen zich aaneengesloten hebben: de Vereniging van archiefrestaurateurs en de Vereniging 'De topografische- historische Atlas'. De eerste onder voorzitterschap van de heer S. Geerlings te Arn hem, genoot twee maal de gastvrijheid van de Rijksarchivaris in Utrecht, dr. M. P. van Buytenen. De pogingen om de zo nodige restaurateursopleiding bij het Centraal laboratorium voor onderzoek van voorwerpen van kunst en wetenschap onder te brengen hadden nog geen succes. De Vereniging 'De topografische-historische atlas' kreeg 1 juni een nieuw bestuur: voorzitter werd de heer L. J. van der Klooster, de beheerders van de atlassen van de gemeentelijke archiefdiensten van Rotterdam en Amsterdam, de heren PRatsma en drs. W. H. Vroom, werden respectievelijk secre taris en penningmeester. Uw voorzitter bezocht zowel de vergadering van 1 juni te Amsterdam als die van 9 oktober te Rotterdam in de Atlas van Stolk. Op het terrein van de kerkelijke archieven blijft de Interkerkelijke werkgroep voor archieven onder leiding van dr. J. P. van Dooren zich actief bezig houden met de be vordering van de coördinatie van het werk van met kerkelijke archiefzorg belaste functionarissen. Het bestuur blijft ernaar streven dat zoveel mogelijk vakgenoten tot de Vereniging toetreden. Om dit te bevorderen zijn de vergaderingen toegankelijk gesteld voor sta giaires. Toch groeit het ledental niet. Een door het bestuur samengestelde voorlich tingsfolder ligt voor het gebruik gereed. Het is jammer dat sommige aankomende hogere archiefambtenaren zich negatief opstellen tegenover het lidmaatschap van [95]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1970 | | pagina 8